WILLEMSTAD — Heeft het Statuut daadwerkelijk bijgedragen aan de ontwikkeling van het volk van Curaçao? Dit was de vraag die verschillende fractievoorzitters vanochtend stelden tijdens de plechtige vergadering van de Staten, naar aanleiding van de herdenking van het feit dat zestig jaar geleden koningin Juliana haar handtekening zette onder het Statuut van het Koninkrijk der Nederlanden. Velen concludeerden dat er te weinig gebruik is gemaakt van de mogelijkheden die het Statuut heeft geboden.
PS-fractievoorzitter Melvin ‘Mac’ Cijntje constateerde vanochtend dat zestig jaar Statuut het eiland niet de ontwikkeling heeft gebracht waar op werd gewacht. Hij merkte ook op dat van de gelijkheid, waarvan in het Statuut-document nog melding werd gemaakt, in de praktijk ook weinig terecht is gekomen, zeker gezien de ontwikkelingen van de afgelopen maanden. Hij vond het tijd voor een nieuwe start om een nieuwe land Curaçao te gaan bouwen, zodat op termijn iedereen zal kunnen zeggen dat zij inderdaad soeverein zijn.
MFK-leider Gerrit Schotte greep de vergadering van vanochtend aan om erop te wijzen dat het politiek systeem op Curaçao niet deugt en dat het ontbreken van politieke stabiliteit niet heeft bijgedragen aan de ontwikkeling van het volk. Hij legde de schuld hiervoor grotendeels bij het uit Nederland gekopieerde politiek systeem, dat in de afgelopen zestig jaar van het Statuut heeft geleid tot regeringen die zelden hun hele rit uitzitten. Gemiddeld zitten kabinetten in het land Nederlandse Antillen en het land Curaçao sinds 10-10-‘10 gemiddeld 1,76 jaar. Schotte hield een pleidooi voor een nieuw kiessysteem en afschaffing van de consensus-Rijkswetten die de ontwikkeling van het volk in de weg staan.
Alex Rosaria (Pais) stond stil bij de voorvaderen en moeders van de strijd, opdat Curaçao zijn eigen zaken zou regelen. Hij noemde namen van onder meer Généreux de Lima, Abraham Chumaceiro, de Damanan di Djarason (Dinsdagvrouwen) en Moises ‘Doktoor’ Da Costa Gomez. Rosaria wees erop dat de prijs die Curaçao voor het Statuut moet betalen, het dragen van de eigen verantwoordelijkheid is. Het Pais-lid stelde dat de problemen op het eiland niet te wijten zijn aan de structuren, maar aan de kwaliteit, principes en integriteit van mensen die toezicht houden op deze structuren.
Zita Jesus-Leito merkte op dat na zestig jaar Statuut tal van zaken op het eiland, zoals volksgezondheid, het bestuur en onderwijs onder druk staan. Het doel van een van de architecten van het Statuut, Doktoor Da Costa Gomez, was een versnelde ontwikkeling van het volk realiseren. Het Statuut is ook door de jaren heen een effectieve basis gebleken voor de ontwikkeling van de bevolking van het eiland, constateerde de politiek leider van de PAR. Maar we zijn er nog niet. Wij hebben nog steeds te maken met grote uitdagingen, zoals de toename van de internationale criminaliteit, waar de bedenkers van het Statuut geen rekening mee konden houden.
Hensley Koeiman (MAN) stelde met gemengde gevoelens de vergadering bij te wonen. Het is een eer, omdat de ondertekening van het Statuut een belangrijke stap was in het dekolonisatieproces van Curaçao. Maar Koeiman verwees naar de uitlatingen van Efrain Jonckheer, de eerste premier van de Nederlandse Antillen, die toen namens de Antillen het document ondertekende, die hekelde dat de gelijkheid in het document veel te wensen overliet. Koeiman haalde meervoudig Tumbakoning Anselmus ‘Boy’ Dap aan, die ooit het jaarlijkse festival won met een liedje ‘Sigui Awor’. Laten wij doorgaan.
Als PNP-leider stond Humphrey Davelaar stil bij de politieke erfenis van PNP-oprichter Doktoor Da Costa Gomez en stelde te betreuren dat tegenwoordig weinig mensen weten waar het Statuut voor staat. Tijdens zijn interventie verwees hij naar het belang van een visie voor de toekomstige ontwikkeling van het land en voor de richting die het land in de komende jaren zal moeten bewandelen.
Onafhankelijk Statenlid Glenn Sulvaran plaatste de ondertekening van het Statuut in het rijtje van de afschaffing van de slavernij, de havenactie van begin vorige eeuw, de arbeidersopstand van 30 mei 1969 en de realisatie van het autonome land Curaçao. Volgens Sulvaran is er te weinig gebruik gemaakt van de mogelijkheden die in het Statuutdocument zijn opgenomen voor meer samenwerking tussen de Koninkrijkspartners ten behoeve van de burgers van de verschillende landen.
Ook onafhankelijk lid Omayra Leeflang hield vast aan de voordelen in het kader van het Statuut ten behoeve van inwoners van de verschillende landen die deel uitmaken van het Koninkrijk. In dit verband lanceerde zij het voorstel voor een basisverzekering van het Koninkrijk, die het volk van alle landen de zorg kan geven die het verdient. In haar toespraak roemde zij ook voormalig PAR-leider Emily de Jongh-Elhage, die volgens haar past in het rijtje van Doktoor en Jonckheer vanwege haar leidende rol bij de ontmanteling van het land de Nederlandse Antillen en de opbouw van het nieuwe land Curaçao.
Bron: Amigoe