DEN HAAG — De VVD vraagt welke rol de Nederlandse autoriteiten spelen met betrekking tot de ontwikkelingen bij de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten (CBCS) en verzekeraar Ennia.
Aanleiding zijn de artikelen in het Financieele Dagblad en andere kranten over het wanbeheer bij beide instellingen, waar eerder ook de SP vragen over stelde.
VVD-Tweede Kamerleden Aukje de Vries en André Bosman willen duidelijkheid over de rol van De Nederlandse Bank (DNB), die volgens het DNB-jaarverslag over 2015 extra bevoegdheden vroeg en kreeg in de Caribische landen.
“In hoeverre zorgen de extra bevoegdheden voor DNB en uitbreiding van haar mandaat ook direct dan wel indirect voor extra verantwoordelijkheden voor Nederland en welke gevolgen heeft dit? Hoe was de verantwoordelijkheid van Nederland anders geweest? Welke bevoegdheden heeft DNB bijvoorbeeld om in te grijpen?”,
schrijven ze in een brief aan de ministers Jeroen Dijsselbloem van Financiën en Ronald Plasterk van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Ook vragen ze naar de gevolgen voor Nederland als het Caribisch financieel toezicht ontoereikend blijkt te zijn.
“Wat betekent het voor Nederland en de Nederlandse belastingbetaler in het geval een financiële instelling, bijvoorbeeld een bank of verzekeraar, op Curaçao, Aruba of St. Maarten dreigt om te vallen of omvalt door wanbeheer of falend toezicht van de lokale toezichthouder? In hoeverre zou Nederland deze financiële instelling dan moeten redden?”,
schrijven de VVD’ers. Ze voegen hieraan toe dat dit laatste wat hen betreft volstrekt onwenselijk en ondenkbaar is.
Verder vragen ze waarom er niets gedaan is met de waarschuwingen over Ennia die de DNB al in 2011 kreeg en hoe het financieel toezicht op Bonaire, St. Eustatius en Saba is geregeld.
Bron: Amigoe