Minister Wilsoe: Ambassadeur vroeg Amerikanen om handhaving beslag
Willemstad – De koninkrijksambassadeur in Washington heeft de Amerikaanse autoriteiten verzocht om het beslag op banktegoeden in de Verenigde Staten van een aantal vennootschappen van de verdachte Robbie dos Santos (in de Curaçaose strafzaak Bientu) te handhaven.
Dit in reactie op en in tegenstelling tot een schrijven van de Curaçaose minister van Justitie Elmer Wilsoe (Pueblo Soberano), die Washington op 25 april jongstleden juist opdroeg om het beslag op te heffen.
Het is Wilsoe die gisteren tegenover de Extra naar buiten bracht dat de koninkrijksambassade in de Amerikaanse hoofdstad zich ook met de kwestie heeft bemoeid; en zich afvraagt waarom nu niemand in rep en roer is omdat hier in zijn ogen ook overduidelijk sprake is van bemoeienis met de rechtsgang.
Wilsoe is een week voor ‘privé- doeleinden’ in Amerika geweest en keerde volgens opgaaf van de secretaris van de Ministerraad op 18 mei terug. In gesprek met het Papiamentstalige ochtendblad Extra vertelt hij over een schrijven van de ambassadeur – op het moment staat Renée Jones-Bos aan het hoofd van de ambassade in Washington – aan de Amerikaanse overheid. Daarin staat volgens Wilsoe enerzijds dat de minister van Justitie van Curaçao wel degelijk bevoegd is om het mandaat voor het doen van rechtshulpverzoeken in te trekken van de procureur- generaal (PG) en zichzelf toe te eigenen, zoals Wilsoe op 26 april deed ten aanzien van PG Dick Piar.
Maar anderzijds staat in de brief van de ambassadeur het verzoek om het beslag te handhaven. ,,Wie maakt zich nu schuldig aan bemoeienis?” vraagt de bewindsman zich af in de Extra. Op het moment van het vraaggesprek had hij nog geen kans gehad het vonnis van afgelopen week van de Amerikaanse rechter goed te bestuderen; daarin wordt besloten het aangepaste beslag te handhaven en worden de advocaten van Dos Santos en zijn BVI-offshorevennootschappen Ponsford en Tula in het ongelijk gesteld.
Maar Wilsoe houdt vol dat hij in zijn recht stond en staat om het mandaat aan de PG in te trekken. Dit mandaat om rechtshulpverzoeken is al sinds 1993 in handen gelegd van de PG en het OM en uit handen dus van de minister van Justitie. Maar Wilsoe vraagt zich af hoeveel ministers van Justitie na Suzy Camelia- Römer, die in de jaren ‘90 besloot tot dit mandaat, hiervan eigenlijk op de hoogte waren.
Hijzelf in elk geval niet.
Maar los daarvan heeft het hem na de lawine aan kritiek over zijn eigen rol in de kwestie van het beslag verbaasd dat de ambassadeur in de VS zich zonder protest heeft kunnen inlaten met een individueel strafrechtelijk onderzoek. Diezelfde mensen zijn nu muisstil, aldus Wilsoe, die betoogt dat ook nu de trias politica – de scheiding der machten – in het geding is.
,,Een Nederlandse ambassadeur die zich mengt in een Curaçaose zaak, is dat geen bemoeienis?”
Het Antilliaans Dagblad stuurde een e-mail aan de koninkrijksambassade met een verzoek om te reageren op de beweringen van Wilsoe en om de vraag eventueel door te geleiden naar de betreffende afdeling en/of personen, maar had daar bij sluiting van deze krant geen antwoord op gekregen.
Bron: Antliaans Dagblad