Den Haag – Het kabinet Schotte heeft het beroepschrift tegen de aanwijzing op het verkeerde adres bezorgd. Het pakketje documenten is dinsdag afgeleverd bij de Raad van State van het Koninkrijk maar dat had moeten gebeuren bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Zo staat het ook beschreven in de Rijkswet financieel toezicht. Op het desbetreffende artikel is bovendien door een woordvoerder van de Raad van State in het Antilliaans Dagblad van 28 juli ter toelichting op de beroepsprocedure ook nog eens gewezen.
Het beroepsschrift is door Gevolmachtigde minister Sheldry Osepa meegenomen toen hij maandagavond vanuit Curaçao terugkeerde naar zijn post in Den Haag.
,,De juristen in Willemstad hebben uitgezocht dat het bij de Raad van State moest worden ingediend en dat is gebeurd”, aldus Osepa die zich geen zorgen maakt voor de gevolgen.
,,De Raad van State heeft een doorstuurplicht en ik heb een ontvangstbewijs om aan te tonen dat de stukken op tijd zijn ingeleverd.”
Het kabinet had daarvoor 30 dagen de tijd. Vanavond om 23.59 uur Nederlandse tijd loopt de indieningstermijn af.
Over de inhoud van het beroepschrift wil de Gevolmachtigde minister geen mededelingen doen, daarvoor verwijst hij naar premier Schotte.
Wel bevestigt Osepa dat gelijktijdig met het indienen van het beroep de Raad van State is verzocht om een voorlopige voorziening.