Caldera nieuwe directeur CDM Holding
WILLEMSTAD — Het bloeden van de Curaçaose Dokmaatschappij nv moet worden gestopt. Dat ziet de nieuwe directeur van moederbedrijf CDM Holding, Getmar Caldera, als zijn belangrijkste taak. “Daarna gaan we op zoek naar een strategische partner voor de Dokmaatschappij.”
Advertentie
De Raad van Ministers heeft gisteren de voordracht van Caldera als de nieuwe directeur van CDM Holding goedgekeurd. Hij wacht nog op het landsbesluit inzake zijn officiële benoeming.
Caldera is nu nog werkzaam als facility manager bij dochtermaatschappij Curaçaosche Dok Maatschappij nv.
Naast de Dokmaatschappij zijn CIS, CSS en het in Nederland gevestigde Curdin dochtermaatschappijen van de holding.
Maar er is vooral rond de Dokmaatschappij veel te doen.
Het bedrijf heeft een enorm potentieel, maar heeft een slecht jaar achter de rug.
Dit komt voornamelijk door een verandering in visie vanuit de politiek.
Onder kabinet- Schotte was de visie dat de Dokmaatschappij op eigen kracht zou moeten kunnen draaien.
Toen werd het idee geboren om een Curaçao Maritime Center op te richten.
Vorig jaar kwam hier verandering in en was de visie vanuit de politiek dat er gezocht moest worden naar een strategische partner.
Dit leidde tot een stilstand en een verslechterd bedrijfsresultaat over 2013.
“Het was inderdaad geen goed jaar”, bevestigt Caldera.
“De efficiëntie moet omhoog. De Dokmaatschappij moet weer gezond worden en op eigen benen staan. Daarna kan de zoektocht naar een strategische partner worden opgestart. Als het bedrijf zwak is wordt de zoektocht naar een strategische partner een overname.”
Volgens Caldera betekent de zoektocht naar een strategische partner niet dat de plannen voor een maritiem center van tafel zijn.
“Deze partner kan samen met de Dokmaatschappij dit Maritime Center ontwikkelen.”
Binnen dit Center wordt aan sloop, bouw en reparatie van boten en schepen gedaan. Tevens moet er een trainingscenter komen.
De Dokmaatschappij is verder negatief in het nieuws in verband met een miljoenenclaim (oorspronkelijk 80 miljoen dollar en inclusief wettelijke rente inmiddels 120 miljoen dollar) van een aantal in de Verenigde Staten wonende Cubaanse ex-werknemers.
Deze claim maakt het onmogelijk voor de Dokmaatschappij om werk van Amerikaanse maatschappijen aan te nemen.
Berichten dat gewerkt wordt aan een sterfhuisconstructie, waarbij alle activiteiten van de Dokmaatschappij worden ondergebracht in een nieuwe onderneming om op die manier onder de claim van de Cubanen uit te komen, heeft Caldera ook opgevangen.
“Ik weet wat hierover in de media werd geschreven. Meer niet. Ik moet eerst op mijn officiële benoeming wachten. Dan zal de werkoverdracht plaatsvinden en zal ik in overleg treden met de Raad van Commissarissen. Pas dan heb ik alle informatie. Nu kan ik hierover niet meer zeggen, want ik heb de de informatie simpelweg niet.”
Loopbaan Caldera
Caldera studeerde civiele techniek aan de faculteit bouwkunde van de Universiteit van de Nederlandse Antillen.
Daarna maakte hij zijn studie civiele techniek aan de TU Delft af.
Hij specialiseerde zich in waterbouwkunde. Eenmaal terug op Curaçao werkte hij voor de Isla-raffinaderij en bezette verschillende functies.
In 2005 werd hij voor de politieke partij FOL gedeputeerde van overheids-nv’s.
Van 2007 tot en met 2010 was hij Statenlid voor dezelfde partij.
Daarna ging Caldera terug naar de Isla-raffinaderij als human resource manager.
Na vijf maanden maakte hij de overstap naar de Curaçao Ports Authority, eerst als management representative for quality and environment (mrq) en daarna als adjunct-directeur.
In april 2012 maakte hij de overstap naar de Dokmaatschappij waar hij in dienst trad als facility manager.
bron: Amigoe
Advertentie
