WILLEMSTAD — De advocate van de gebroeders Martis, Alicia Blonk, verduidelijkt vandaag middels een persbericht dat de mannen zich niet bij de politie hadden aangegeven.
Ze zijn echter naar de politie gestapt om ‘opheldering te verstrekken’ over de zogenoemde Patriota-video.
Zij voegt daaraan toe dat de broers dan ook openlijk hun excuses aanbieden aan diegenen, die het filmpje als een bedreiging hebben geïnterpreteerd.
De broers hebben bekend dat zij het filmpje op YouTube hebben geplaatst, maar ontkennen hun betrokkenheid bij de moord op Statenlid Helmin Wiels. Volgens Blonk was het overigens absoluut niet de bedoeling van de mannen om de Curaçaose maatschappij in welke zin dan ook te shockeren, angst aan te jagen of te bedreigen.
De raadsvrouw benadrukt verder dat haar cliënten dan ook ten stelligste ontkennen dat zij ook maar iets met de moord op Wiels van doen hebben, noch dat het omstreden filmpje op YouTube ook maar iets met deze moord te maken zou hebben, of dat het filmpje enige bedreiging als doel had.
Blonk legt verder uit dat de broers in de middaguren van 7 mei uit eigen beweging naar het politiebureau Brievengat zijn gegaan om uitleg te geven, nadat commotie was ontstaan naar aanleiding van het filmpje.
Het heeft bovendien ook te maken met het feit dat de politie sinds de dag van de moord, personen oproepen die direct of indirect ook maar iets zouden weten over de moord op Wiels.
Volgens de advocaat werd hun filmpje verkeerd geïnterpreteerd en werd het ten onrechte in verband gebracht met de moord.
“Daarom zijn zij naar het politiebureau in Brievengat gegaan.
Dit was dus niet om zichzelf aan te geven, maar om opheldering te verstrekken over het filmpje”
, voegt zij eraan toe.
De raadsvrouw kan begrijpen dat het Openbaar Ministerie onder druk staat om de daders zo snel mogelijk achter slot en grendel te krijgen, maar benadrukt dat iedereen onschuldig is tot het tegendeel bewezen is.
Dat het OM onder druk staat, mag dus niet betekenen dat het een tunnelvisie krijgt en bewijzen gaat vergaren om de broers als zondebok te kunnen aanwijzen, aldus Blonk.
Ten slotte vertrouwt Blonk erop dat de politie haar acties zal blijven richten op het vinden van de dader(s) van de moord en dat zij dit zo mogelijk met succes zal kunnen afronden.