Willemstad – Ook voor de eerste helft van 2014 houdt de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten (CBCS) de officiële of wettelijke rente op 3 procent.
Advertentie
Dat is nu voor het vijfde achtereenvolgende jaar het geval, zo blijkt uit bestudering door het Antilliaans Dagblad van de tabel met de officiële rente sinds 1987.
Tweemaal per jaar publiceert de Centrale Bank de officiële rentevoet.
Dat is onlangs weer gebeurd.
Sinds 1 juli 2009 is de ‘official (legal) interest rate’ vastgesteld op 3 procent.
Een half jaar eerder, per 1 januari 2009, bedroeg deze wettelijke rente nog 3,75 procent.
In de jaren daarvoor was sprake van een (fors) hogere rente – van zelfs 11 procent in 1987 – en vanaf 2003 veel meer schommelingen.
Maar in de periode 1988 tot en met medio 2002 stond de officiële rente jarenlang constant hoog op 9 procent.
Dat is nu dus al een paar jaar, sinds 2009/2010, een derde daarvan.
De wettelijke rente wordt berekend op basis van de zogeheten ‘pledging rate’ (beleningsrente).
De beleningsrente is het rentetarief waartegen commerciële banken bij de Centrale Bank tegen onderpand kredieten kunnen verkrijgen.
Omdat de commerciële banken dit doen met een onderpand noemen ze dit belenen; lenen dus met een onderpand (overheidsobligaties, deposito’s bij de Centrale Bank et cetera).
Om de ‘official (legal) interest’ ofwel wettelijke rente vast te stellen, worden bij de beleningsrente vervolgens 2 procentpunten opgeteld.
De wettelijke rente is tevens de rente die door het gerecht wordt gehanteerd bij het beslechten van juridische geschillen.
De officiële rente van 3 procent op Curaçao (en daarvoor de Nederlandse Antillen) is lang niet altijd zo relatief laag geweest.
Vooral vanaf 2002 waren er aanzienlijke dalingen zichtbaar, zo valt af te leiden uit het overzicht.
Bedroeg deze begin 2002 nog 9 procent (drie keer zoveel als nu het geval is), vanaf medio 2002 daalde de wettelijke rente naar 7,75 procent.
Daarna ging het snel verder omlaag.
Tot 5,5 procent in januari 2003 en 4,5 procent vanaf juli datzelfde jaar.
Gevolgd door 4,25 procent begin 2004.
Toch volgde er ook een korte periode van een stijgende officiële rentevoet.
In 2005 werd deze namelijk met een half procentpunt opgetrokken naar 4,75 procent en naar 5,25 procent in de tweede helft van dat jaar.
Het jaar 2006 kende opnieuw tweemaal een verhoging; naar 6,25 en 7,25 procent.
En in 2007 werd zelfs het niveau van 7,5 procent gehaald.
Het jaar erop, 2008, volgde een forse daling tot 4,5 procent.
De wettelijke rente is vóór 2002 zeer lange tijd 9 procent geweest; vanaf 1988 bedroeg de rentevoet constant 9 procent.
Toch was dat niet het hoogste niveau.
Van januari tot en met juni 1987 stond de officiële rente op niet minder dan 11 procent. Zo blijkt uit een analyse van de tabel van de Centrale Bank, die niet verder teruggaat dan tot 1987.
Bron: Antiliaans Dagblad
Advertentie
