WILLEMSTAD — PS-Statenlid Jaime Córdoba wil dat de Staten met een duidelijk antwoord komen op het initiatiefvoorstel van het Nederlandse Tweede Kamerlid André Bosman (VVD).
De Staten van Curaçao kregen vorige week het voorstel van Bosman ‘Initiatiefvoorstel voor de regulering van de vestiging van Nederlanders van Aruba, Curaçao en St. Maarten in Nederland (Wet regulering vestiging van Nederlanders van Aruba, Curaçao en Sint Maarten in Nederland)‘ toegestuurd en hen is verzocht om een antwoord op het voorstel op te stellen.

Tijdens de partijbijeenkomst van afgelopen zaterdag stond Córdoba uitgebreid stil bij het voorstel van Bosman en de houding van Nederland, dat hij omschreef als ‘diegene die ons koloniseert’.
Het PS-lid liet zich zeer kritisch uit over de opstelling van Nederland.
Hij constateerde dat Nederland zaken wil doen en winst wil maken ‘over de ruggen van het Curaçaose volk heen’.
Maar volgens Córdoba heeft Nederland ‘twee gezichten’.
Aan de ene kant wil de Nederlandse regering samenwerken om geld te verdienen, maar aan de andere kant ‘willen zij ons het land uitschoppen’.

Córdoba gaf aan dat hij de coalitiefracties in de Staten zal benaderen om een vuist richting Nederland te maken.
Ook de oppositiefracties kunnen zich bij dit initiatief aansluiten, aldus het PS-lid.
Hij herinnerde zijn toehoorders eraan dat het parlement in het verleden al verschillende keren een motie heeft aangenomen, waarin het zich uitspreekt tegen vestigings- en terugstuurregelingen voor Curaçaoënaars in Nederland.

“Dit is niet de eerste keer dat Nederland dit probeert.
Zij zullen het blijven proberen.
Wij moeten een krachtig antwoord sturen, zodat zij dit nooit meer doen.
En als zij het nog een keer proberen, geloof me mensen, dan moeten we zo snel mogelijk weggaan.
Geef mij mijn onafhankelijkheid.
Onafhankelijkheid nu en donder op.
Ik kan niet toestaan dat iemand doet alsof ik geen land heb om in te wonen.
Ik heb een land.
Curaçao is van mij en hier woon ik.
En iedere keer probeer je mij te schoppen en onzin met me uit te halen.
Ik zeg nu nee.”