Willemstad – Een Curaçaose vrouw in Nederland is onlangs in hoger beroep veroordeeld tot het terugbetalen van haar bijstandsuitkering voor een bedrag van ruim 28 duizend euro.

In een strafrechtelijk onderzoek naar haar ex-partner, komt ook zij naar voren.
Na onderzoek door zowel de Sociale Recherche Groningen als de Financial Intelligence Unit-Nederland blijkt dat de vrouw een woning bezit op Curaçao.
Zij slaagt er niet in om in eerste aanleg, noch hoger beroep aannemelijk te maken dat de woning geen bestanddeel vormt van het vermogen waar zij daadwerkelijk over beschikt. In het vonnis wordt samengevat:

,,Zij stond als enig eigenaar geregistreerd.
De waarde van de woning is niet bestreden.
De woning heeft een waarde boven de grens van het vrij te laten vermogen.
Ze heeft haar stelling niet kunnen onderbouwen dat zij slechts een geringe vergoeding kreeg voor het overmaken van geld op een rekening op Curaçao en ook heeft zij geen consistente verklaringen afgelegd.
Zij schendt de inlichtingenverplichting.
En de gemeente was bevoegd om de bijstand in te trekken.”

De vrouw ontving over de periode vanaf 16 augustus 2005 tot en met 27 september 2009 bijstand naar de norm voor een alleenstaande ouder.
De vrouw heeft aangevoerd dat de woning aan haar vader toebehoorde.
Hij heeft de woning op haar naam laten zetten om te voorkomen dat zijn nieuwe partner daarop aanspraak kon maken.
Haar vader is samen met deze partner in de woning blijven wonen.
Het gaat volgens haar om gebonden vermogen en als er al geld uit zou komen, dan moest zij de opbrengst delen met haar drie broers en haar zuster.
Maar, zo stelt het gerecht:

,,Vaststaat dat in de periode in dit geding in het kadaster van Curaçao de woning op naam van de vrouw stond.
In een dergelijke situatie is het aan de betrokkene om aannemelijk te maken dat het tegendeel het geval is.
De vrouw is daarin niet geslaagd, nu zij haar stelling dat de betreffende woning aan haar vader toebehoorde niet met objectieve en verifieerbare gegevens heeft onderbouwd.”