Nederland telt 15.000 brievenbusmaatschappijen, waaronder begrepen een coöperatie met beperkte aansprakelijkheid die gelieerd is aan het Amerikaanse Walmart, de Zuidas-postbus van de BUK-fabrikant en de smeergeld-hide-out van de plastic presidentsdochter van Oezbekistan. Gezamenlijk heeft de brievenbusbranche een balansomvang van €3,6 biljoen en is daarmee in dit opzicht de grootste tak binnen de financiële sector.

Banken moeten het doen met een balansomvang van €2,3 biljoen en pensioenfondsen met een lousy €1,6 biljoen. Het ‘geheim’ achter het succes van de Nederlandse brievenbusmaatschappij is uiteraard het combinatievoetbal met afwisselend de Antillen, Luxemburg, etc., Ierland en Bermuda in de rol van aangever of afmaker.

In cijfers: in de periode 2013 tot en met 2016 stroomde jaarlijks €180 miljard per aan ‘fiscaal relevante inkomens’ (dividenden, rentes en royalty’s) via deze bedrijven door Nederland, waarvan vervolgens €60 miljard verdween naar landen zonder noemenswaardige winstbelasting. Zo’n €90 miljard naar landen met ietsjes aan vennootschapsbelasting. Schematisch ziet dat er als volgt uit, maar dat mag u verder vergeten:

Ondanks die bedragen met veel nullen, zegt DNB vandaag van wie we ook de bovengenoemde cijfers hebben, ligt de economische bijdrage van deze bijzondere financiële instellingen (afgekort bfi, de officiële naam voor brievenbusmaatschappijen) achter de komma. Qua werkgelegenheid bijvoorbeeld 0,1%. In 2017 had 94% van de bekende bfi’s in het geheel geen werknemers in dienst. Bij de resterende bfi’s werken 8.100 mensen die gezamenlijk 800 mio aan lonen opstrijken.

Indirect leveren de geldstromen werk op voor 3.800 mensen elders in de financiële dienstverlening zoals notarissen en bankiers. Aan belastingen en premies toucheerde de overheid €1,5 miljard en voor het overige zorgden de bfi’s voor 400 mio omzet bij andere bedrijven. Of DNB hiermee vandaag een steuntje aan het kabinet geeft dat verschrikkelijk zijn best doet om van het stempel belastingparadijs af te komen, weten we niet. In ieder geval heeft onze minstas Snel laten weten dat er alleen nog maar ruimte zou moeten zijn voor bedrijvige brievenbussen. Daar kunnen we ook cijfers op plakken: zo’n 3.000 bfi’s maken deel uit van bedrijven die in Nederland substantiële activiteiten verrichten. Die bfi’s verzorgen de afhandeling van internationale geldstromen binnen die bedrijven (beetje financieren, beetje overtollig kasgeld beleggen, octrooien beheren, koffie branden bij Starbucks) en zitten niet alleen maar geld fiscaal rond te pompen.

Want, aldus en nog steeds DNB, slechts een kwart van de gelden die door deze groep stroomt komt terecht in een belastingparadijs. En dat is toch een stuk minder dan de 50% die we zien bij de rest van de brievenbusmaatschappijen.

Bron: DasKapital