De Fiod heeft dinsdag met hulp van de Luxemburgse autoriteiten twee bedrijfspanden in Nederland en Luxemburg doorzocht. Dat gebeurde volgens het Openbaar Ministerie (OM) ‘in een onderzoek naar belastingfraude met een vermoedelijk speciaal voor dit doel opgezette schijnconstructie met een bijbehorend doolhof van meerdere ondernemingen in diverse landen’.
Het OM spreekt van een ‘fiscaal spiegelpaleis’.
Neplening
De verdachten hadden €45 mln aan een (buitenlandse) belastingdienst moeten afdragen. Dat zouden ze hebben proberen te vermijden met behulp van een neplening van €2 mrd. De doorzochte panden zijn een kantoor van een Nederlandse vermogensbeheerder en een Luxemburgs trustkantoor. Er is administratie in beslag genomen.
De Nederlandse vermogensbeheerder, de drie directeuren en een manager worden verdacht van deelname aan een criminele organisatie die onder meer tot doel had het doen van onjuiste aangiften dividendbelasting. Het vermoeden van het OM en de Fiod is dat de Nederlandse vermogensbeheerder betrokken was bij het bedenken en opzetten van de ingewikkelde constructie. De constructie doet volgens het OM ‘vermoedelijk dienst als een internationaal fiscaal spiegelpaleis, waarin je iets anders ziet dan dat het is’.
Dividendbelasting
De constructie zou alleen zijn opgezet om internationaal dividendbelastingfraude te plegen. Dividendbelasting is een vorm van belasting die afgedragen moet worden over ‘winstuitkeringen’. In de spiegelpaleisconstructie verstrekte een in Luxemburg opgerichte vennootschap fictief een lening van €2 mrd aan haar Luxemburgse moedermaatschappij. In ruil voor de ‘renteloze lening’ betaalde de moedermaatschappij een vergoeding van honderden miljoenen euro’s aan de dochtervennootschap. Die deed vervolgens een winstuitkering van honderden miljoenen euro’s aan de Nederlandse onderneming die aandelen bezat. Die keerde dit op haar beurt weer uit aan een Brits bedrijf.
Groot-Brittannië
Over de winstuitkering was €45 mln dividendbelasting verschuldigd. Dat is aan de Luxemburgse belastingdienst afgedragen. De Nederlandse vermogensbeheerder zou vervolgens bij het doorstorten van de winstuitkering naar Groot-Brittannië, een zogenoemde ‘nihil-aangifte’ voor dividendbelasting hebben gedaan. Dit omdat in Luxemburg al de dividendbelasting was betaald over de uitgekeerde winstdelingen. Dat leidde tot een afdrachtvermindering door verrekening van de in Luxemburg afgedragen dividendbelasting.
Uit gegevens van de Luxemburgse fiscus blijkt echter dat de dividendbelasting in Luxemburg weer was teruggehaald door de onderneming. Per saldo is er in Luxemburg dus geen dividendbelasting afgedragen. De vermogensbeheerder had in Nederland volgens het OM vermoedelijk geen ‘nihil-aangifte’ mogen doen. Het strafonderzoek moet uitwijzen welke belastingdienst uiteindelijk daadwerkelijk is benadeeld.
Bron: Financieel Dagblad