Laurens Berentsen • Financieel Dagblad
De Belastingdienst heeft vorig jaar ongeveer €230 mln aan naheffingen opgelegd wegens belastingontduiking via buitenlandse constructies. In 2016 was dat circa €265 mln.
Dat heeft staatssecretaris Menno Snel van Financiën geantwoord op Kamervragen over de in december gepubliceerde doorlichting van de Belastingdienst. Die doorlichting richtte zich op toezicht, opsporing en massale processen bij de fiscus.
Procedures vertragen
De staatssecretaris schrijft in zijn brief aan de Tweede Kamer dat opsporing van offshoreconstructies niet eenvoudig is, omdat zulke constructies bij uitstek zijn ingericht om fiscale verplichtingen te verhullen. Als zo’n constructie eenmaal is blootgelegd, vergt het vervolgens nog veel tijd om de verschuldigde belasting te innen, aldus Snel. ‘De ervaring leert dat belastingplichtigen en hun adviseurs maximaal gebruikmaken van de mogelijkheden om met de inzet van het beschikbare instrumentarium voor rechtsbescherming procedures te vertragen’, schrijft hij.
Grensoverschrijdende structuren waarmee belasting wordt ontdoken, kwamen onder meer aan het licht in de zogeheten Panama Papers — de gelekte interne administratie van het Panamese advieskantoor Mossack Fonseca. Het kantoor adviseerde vermogende particulieren en bedrijven over constructies voor belastingontwijking en -ontduiking.
Straf- of bestuursrecht
De Belastingdienst kan fraude, het bewust niet naleven van fiscale verplichtingen, op twee manier aanpakken: via het bestuursrecht en via het strafrecht. De keus wordt volgens de staatssecretaris bepaald aan de hand van de vraag welk instrument het meest efficiënt en effectief is.
Het strafrecht wordt ingezet bij gevallen waarin sprake is van flagrante schendingen van de rechtsorde, waardoor grote schade aan de belangen van burger en staat kunnen ontstaan, aldus Snel. Als voor het bestuursrecht wordt gekozen, kan de Belastingdienst naast naheffingen zelfstandig bestuurlijke boetes opleggen.
Bron: Financieel Dagblad