De Tweede Kamer gaat naar aanleiding van de Panama Papers een beperkte parlementaire enquête houden naar belastingontwijking via onder andere trustmaatschappijen.
Een voorstel van Groenlinks-Kamerlid Rik Grashoff en zijn PvdA-collega Ed Groot werd dinsdagmiddag aangenomen.
Regeringspartij VVD, CDA en de PVV stemden niet voor het voorstel. En een poging van SP-Kamerlid Arnold Merkies om de zogenoemde ‘parlementaire ondervraging’ te verbreden naar de belastingpraktijken van multinationals in Nederland, werd tegengehouden doordat D66 haar stem daaraan onthield.
Brievenbusfirma’s
Het is voor het eerst dat een parlementaire ondervraging wordt ingezet voor waarheidsvinding. De hoofdvraag die daarin beantwoord moet worden is waarom er zoveel ‘doelvennootschappen’ in Nederland worden opgericht. Dat zijn bijvoorbeeld houdstersmaatschappijen en financieringsvennootschappen, waaronder ook ‘brievenbusfirma’s’ die geen noemenswaardige economische activiteiten in Nederland ontplooien.
Ook wil de Kamer uitzoeken welke toegevoegde waarde ze hebben en welke rol de omvangrijke trustsector, belastingadviseurs en vermogensbeheerders spelen in het ‘faciliteren van structuren die doelbewust worden ingezet om particuliere vermogens aan het zicht van de autoriteiten te onttrekken’.
Direct betrokkenen ontboden
De Kamer vindt in meerderheid dat het lastig is om op basis van ‘meer conventionele onderzoeksmethoden’ de benodigde informatie te verkrijgen. Veel betrokkenen weigeren om op te komen dagen bij de normale rondetafelgesprekken van de vaste Kamercommissie.
De Kamer gaat nu ‘direct betrokken eindverantwoordelijken’ van doelvennootschappen zelf, van trustkantoren en van belastingadviesbureau ontbieden. Ook vertegenwoordigers van toezichthouders en opsporingsinstanties mogen hun licht laten schijnen over de praktijken die ze aantreffen.
Verschijningsplicht
Er geldt deze keer echter een verschijningsplicht voor de zittingen van de hiervoor in te stellen ‘ondervragingscommissie’, waarin leden van de vaste Kamercommissie van Financiën zitting nemen. De openbare hoorzitting moet in december plaatsvinden en beslaat ‘in beginsel’ twee dagdelen. Nog voor de Kerst moet dan ook een verslag worden afgerond.
Het is de bedoeling dat het parlementaire onderzoek informatie oplevert over de maatregelen die kunnen worden genomen om ‘eventueel ongewenste praktijken’ aan te pakken. Maar er wordt geen eindverslag gemaakt met conclusies en aanbevelingen, zoals bij de ‘grote’ parlementaire enquête.
Bron: Financieel Dagblad