Willemstad – Het lijkt er volgens onafhankelijk Statenlid Omayra Leeflang steeds meer op dat de regering geld wegsluist via privaatrechtelijke stichtingen waarna er totaal geen grip meer is op wat er met het geld gebeurt.
Advertentie
Dat stelde Leeflang gisteren in de Statenvergadering over de behandeling van de tweede suppletoire begroting 2013.
,,Er gaat 6 miljoen voor scholen naar Reda Sosial, en er gaat 14 miljoen gulden voor sport naar deze stichting.
,,Hetzelfde gebeurt nu met de Fundashon Fondo pa Deporte i Responsabilidat Sosial (FDRS)”, aldus Leeflang.
Ze legt uit dat er bij overheidsstichtingen van overheidswege nog een controlemechanisme speelt, maar bij private stichtingen is het hek van de dam.
Zo verwijst zij ook naar een protocol dat getekend is tussen het Land in de persoon van waarnemend minister van Sport, Ivar Asjes (PS) en de Stichting Exploitatie Sportterreinen (SES).
Leeflang in de Staten: ,,In het protocol van afspraken zien we naast de twee grootschalige investeringen in Brievengat, ook een project voor de bouw van een hotel- en appartementencomplex met 100 kamers, een baseballcomplex voor Little League, een joggingtrack en gymfaciliteiten en een professionele ‘track and field’ voor atletiek.
Het protocol betreft afspraken met betrekking tot de upgrading van sportfaciliteiten op Curaçao.Punt is: dit protocol is getekend namens het Land. Maar, het upgraden van sportfaciliteiten is de facto een verantwoordelijkheid van de overheidsstichting Fundashon Fasilidatnan Deportivo Kòrsou (FFDK). De vraag is waarom er een akkoord is getekend met een particuliere stichting die bovendien niet tot taak heeft om te investeren en sportfaciliteiten op te knappen.”
Bij de Kamer van Koophandel is alleen bekend de Stichting Exploitatie Atletiek en Sportterreinen Curaçao die tot doel heeft het verkrijgen, bezitten, beheren, verhuren, huren en exploiteren van sportterreinen en sportcomplexen met de eventuele daarbij behorende horecafaciliteiten in het algemeen en in het bijzonder ten behoeve van de atletieksport.
bron: Antilliaans Dagblad
Advertentie