Ondanks een eerste plaats op de Europese kampioenschappen is het Nederlands honkbalteam niet veel in het nieuws. Robert Eenhoorn vertrok afgelopen zomer na het winnen van het EK honkbal als technisch directeur bij de Koninklijke Honk- en Softbal Bond (KNBSB).
Eenhoorn werd geroemd om het feit dat hij zich actief heeft ingezet om spelers vanuit het Caribische gebied bij het Nederlands honkbal team te betrekken.
Dit was dan ook een van de redenen dat Nederland het zo goed heeft gedaan op de afgelopen bij de Wereldkampioenschappen in 2011 en de World Baseball Classics in 2013. Honkbal is een van de grootste sporten in het Caribische gebied, en wordt dan ook veelvuldig beoefend op de eilanden die bij het Koninkrijk der Nederlanden horen. Voor Eenhoorn een belangrijke reden om het zoeken naar honkbaltalent niet alleen tot ons kleine landje te beperken, maar ook overzees te zoeken. Als je het mij vraagt een goede zet. Maar waarom zijn deze jongens nou beter dan de mannen die opgeleid zijn in de Nederlandse competitie en is dit wel zo?
Waar er in Nederland veel voetbalveldjes zijn en nauwelijks een honkbalveldje te vinden is, zijn er op de Caribische eilanden naast voetbalveldjes ook veel honkbalveldjes te vinden. In Nederland is honkbal een sport die door weinig mensen beoefend wordt, maar op bijvoorbeeld Aruba en Curaçao (beide hoofdleveranciers voor tophonkballers voor zowel het Nederlands team als de Major League Baseball, MLB) heel anders. Volgens Jurickson Profar, die weleens opvolger voor Derek Jeter, de beste korte stop ooit, zou kunnen zijn, heeft het onder andere te maken met de velden waarop gespeeld wordt. Bijna geen gras, en het gravel vol met stenen. Waarvoor het traject van de bal minder voorspelbaar wordt en er dus meer geanticipeerd moet worden om een bal goed te verwerken.
Met een ratio van één Major League speler per 21.000 inwoners in 2014, is Curaçao ook nog eens het land met het in verhouding het meeste aantal Major League spelers. Even ter vergelijking, voor de Verenigde Staten is deze ratio één MLB’er per 503.000 inwoners, en voor de Dominicaanse Republiek, ook een grootmacht in het honkbal, één speler per 125,000 inwoners.
Als je deze cijfers op een rijtje zet is het niet meer dan logisch dat Robert Eenhoorn de zoektocht naar spelers voor de Nederlandse honkbalselectie ook deels verplaatst heeft naar de Nederlandse Antillen. Buiten het selecteren van spelers, wordt er daar ook geïnvesteerd in de honkballende jeugd van Curaçao. De KNBSB is mede-organisator van de Curaçao Baseball Week, waarbij onder andere; Major League spelers clinics verzorgen voor de jeugd, er coachseminars gegeven worden en Major League clubs hun scouts naar het eiland gestuurd op zoek naar talent. Een mooie kans voor de jonge honkballers van Curaçao om zich in de kijker te spelen bij de grote clubs.
Ik ben in ieder geval benieuwd hoe deze samenwerking tussen de KNBSB en Curaçao zich in de toekomst gaat ontwikkelen. Voor nu lijkt Curaçao in ieder geval een goede bron voor succesvolle honkballers. En is het natuurlijk heel fijn dat wij als Koninkrijk der Nederlanden hier samen een team mee vormen om hopelijk nog veel titels mee binnen te slepen.
Bron: Goudenkansen.eu