ANKARA – Grondtroepen zijn niet noodzakelijk om te voorkomen dat de Syrische grensstad Kobani in handen valt van de terreurgroep Islamitische Staat (ISIS). Antitankwapens zijn voldoende om de aanvallen van de extremisten op Kobani af te slaan.
Dat heeft de Syrisch-Koerdische leider Salih Muslim gezegd in een maandag gepubliceerd interview met de Turkse krant Hürriyet. Muslim staat aan het hoofd van de de PYD, de belangrijkste Koerdische groep die Kobani verdedigt. „Een grondoffensief zou de situatie alleen maar erger maken”, stelt Muslim.
Veel Koerden zijn woedend op de Turkse regering, omdat die niet helpt bij het verdedigen van Kobani tegen strijders van ISIS. In Koerdische kringen wordt Ankara zelfs beschuldigd van het steunen van de extremistische groep. In het interview met Hürriyet zegt Muslim dat ISIS in Istanbul zetelt en daarom eerst in de Turkse miljoenenstad moet worden aangepakt.
Milities van Syrische Koerden hebben maandag stellingen van de terreurgroep Islamitische Staat (ISIS) in de Syrische grensplaats Kobani heroverd. Daarbij zijn volgens de waarnemers van het Syrische Observatorium voor Mensenrechten (SOHR) zeker 13 ISIS-strijders gedood en zijn zware wapens buitgemaakt. Een woordvoerder van de Koerdische verdedigers van de plaats, Idriss Nassan, zei dat ISIS na hevige gevechten uit wijken in het noordoosten en het zuidwesten van Kobani zijn verdreven.
IS schoot maandag twee raketten af op de grensovergang met Turkije. De terroristen willen dat de Koerdische verdedigers daar worden afgesneden van Turkije en dan omsingeld zijn. ISIS belaagt de stad al sinds half september. Bijna alle bewoners zijn naar Turkije gevlucht.
De Koerdische Volksbeschermingseenheden (YPG) worden in Kobani gesteund door luchtaanvallen van vooral de VS. Gevechtsvliegtuigen bestookten maandag vier posities van ISIS in Kobani en op een heuvel bij de plaats. Kobani werd voor de Syrische burgeroorlog Ayn al-Arab genoemd. De plaats aan de Turkse grens is sinds 2012 een Koerdisch bolwerk met een Koerdische naam.
Bron: Telegraaf