RvC RdK daagt regering mogelijk voor de rechter

WILLEMSTAD — Herbert Mensche is terug op zijn oude werkplek. De Raad van Ministers heeft hem gisteren tijdens een algemene vergadering van aandeelhouders (AVA) benoemd als interim-directeur van Refineria di Kòrsou (RdK). Zijn benoeming is voor de duur van drie maanden. Hij moet ervoor zorgen dat de continuïteit van RdK niet in gevaar komt. De Raad van Commissarissen (RvC) van het overheidsbedrijf is echter niet blij met de benoeming.

Volgens de RvC zou de benoeming niet correct zijn verlopen.
Mogelijk daagt de RvC de regering hierom voor de rechter.
Ook staat de Raad erop de taak van de interimdirecteur te specificeren.
Volgens de RvC is dit een recht dat aan hen is toe behouden. Het tijdelijk contract van Mensche is daarom nog niet getekend.
Het initiatief voor de tijdelijke benoeming komt van José Jardim, interimminister van Financiën.

Op basis van het onderzoek dat door overheidsaccountantsbureau Soab is gedaan bij RdK zag hij reden hiervoor.
Volgens Jardim is de continuïteit binnen RdK gewaarborgd als de zuivere scheiding tussen de Raad van Bestuur en de RvC wordt hersteld.
Momenteel maken gedelegeerde commissarissen Sidney ‘Bicho’ Justiana en Henk Deira de dienst uit binnen het overheidsbedrijf, dat eigenaar is van de installaties van de olieraffinaderij.
De RvC heeft ambitieuze toekomstplannen.

Binnen vijf jaar moet de olieraffinaderij gemoderniseerd zijn.
Uiterlijk eind 2018 zou deze operationeel moeten zijn.
De gemoderniseerde olieraffinaderij zou het milieu minder belasten en draagt bij aan vaste inkomsten voor de overheidskas.
Begin volgend jaar worden de eerste stappen ondernomen om een of meer petroleumbedrijven aan te trekken als partner.
Deze partner zou dan een alliantie moeten gaan vormen met de Venezolaanse PdVSA, de huurder van de olieraffinaderij.

Een modernisering zal 3 miljard dollar kosten.
Dit bedrag kunnen RdK en PdVSA met zijn tweeën niet opbrengen.
De bedoeling is dat er een nieuw bedrijf wordt opgericht zodra een derde partij zich heeft aangediend.

Het kapitaal dat de Curaçaose overheids-nv hierin zal steken is gebaseerd op de maximale waarde van de raffinaderij.
Bovendien wordt het terrein in erfpacht gegeven.
Tot nu toe zouden al drie buitenlandse partijen hun interesse hebben getoond.
Het toekomstplan van RdK is een voortvloeisel van het Ecorys-rapport dat eerder dit jaar tot stand kwam.
De overheid meende dat uit het rapport duidelijk zou zijn gebleken dat de overige opties, om een nieuwe raffinaderij bij Bullenbaai te bouwen of de raffinaderij te sluiten om het terrein voor andere doeleinden te gebruiken, ‘simpelweg niet dezelfde voordelen zouden bieden’.

BOO
Ook met de BOO-energiecentrale heeft de RdK grootse plannen.
Zodra alle boilers operationeel zijn, kan de energiecentrale zo’n 20 MW extra leveren aan nutsbedrijf Aqualectra.
Dat betekent lagere tarieven voor water en elektriciteit.
Daarnaast blijkt uit een voorlopige studie dat het mogelijk is om een terminal van natuurlijk gas op het eiland te installeren.
Deze terminal levert dan gas aan Aqualectra, BOO en de olieraffinaderij.
Ook de toekomstige gemoderniseerde olieraffinaderij zou gebruik kunnen maken van natuurlijk gas.

Uit de doorberekening van Ecorys blijkt dat een overstap naar ‘Compressed Natural Gas’ (CNG) een besparing in productie en onderhoudskosten van 450 miljoen gulden voor de raffinaderij kan opleveren.