28 C
Willemstad
• woensdag 24 april 2024 21:34

Ingezonden | Open brief aan Staten

Ingezonden-brief
Ingezonden brief

Uw ingezonden brief in de Knipselkrant Curacao? Stuur uw brief voor 17:00 uur naar emailadres: INGEZONDEN. Wij publiceren uw brief zonder deze in te korten. De redactie van de Knipselkrant Curacao is niet verantwoordelijk voor de inhoud. Ingezonden stukken die beledigende of discriminerende taal bevatten worden door ons niet gepubliceerd.

Vandaag laten we Andrés Casimiri aan het woord

Curaçao gaat binnenkort de meest gewichtige afspraak tegemoet over haar toekomst. Volgende maand, na het reces, staat er een debat over de raffinaderij gepland. Eenentwintig (21) volksvertegenwoordigers, ingezworen om het beste met Curaçao voor te hebben, zullen gaan beslissen of we door gaan met olie raffineren of dat weer binnenkort mee stoppen.

Is dat wel de juiste discussie? Natuurlijk willen personen die er voordeel van trekken de plant behouden. Zelf zeggen de PWFC en APRI vakbonden hierover dat er meer dan 1000 personen werken. Dat er tussen de 1000 en 2000 aannemers hun brood verdienen en dat er tussen de 2000 en 3000 indirecte arbeidsplaatsen meegemoeid zijn. Verder stellen ze dat de raffinaderij tussen de 9 en 11% aan ons Nationaal GDP bijdraagt. Nogmaals wijzen ze erop dat ze de grootste werkgever van vakmensen zijn, en dat ze bijdragen aan de diversificatie van onze economie. Ze stellen dat hun aanwezigheid bijdraagt aan de bekendheid van het eiland. (De foto die een toerist genomen heeft bij het naderen van Curaçao zinspeelt hierop) Volgens hen zijn ze één van de voornaamste contribuanten van de olieindustrie in het Caribische gebied.

Ik laat even in het midden of wat ze claimen allemaal waar is. De Isla raffinaderij heeft er een handje van om zichzelf rijk te rekenen aan personeelsbestand en eigenbelang, en arm te rekenen aan de ellende en overlast die ze veroorzaken. Feit is dat sinds de tijd van de Shell het aantal werknemers elke jaar weer is gedaald. De 12000 werknemers zijn volgens eigen zeggen gedaald naar 1000. Laten we daarom van dit kleine groepje werknemers geen issue maken. Bij de 9 tot 11% bijdrage aan ons nationaal GDP zet ik grote vraagtekens. Zij zelf geven toe dat daarin ook de BOO of CRU (de elektrische centrale) verwerkt is.

Wat Isla ons moeten laten zien is hoeveel de raffinaderij precies bijdraagt in dollars en centen en welke onkosten en verliezen daar tegenover staan. Ze moeten naast hun financiële bijdrage een lijstje maken wat het de gemeenschap kost aan extra gezondheidszorg, straatmeubilair, hotelketens die niet naar Curaçao willen komen of toeristen die geen tweede keer terugkomen. Tel de megajachten die niet terug komen naar Curaçao, vanwege een met olie bevuilde scheepsromp en verstopte waterfilters.

Tel elke keer weer het schoonmaken van huizen die ondergeregend zijn met zwaveldioxide, witpoeder en recentelijk zwavelpoeder en de extra wasjes die gedraaid worden omdat het weer eens roet heeft geregend.

Isla werknemers geven een sterk vertekend beeld. Wanneer Isla de schade, ellende en narigheid van de 3 of 5miljoen gulden van hun bijdragen aftrekt dan kosten ze onze maatschappij rond de 120 miljoen gulden. Daarnaast houden ze ons gegijzeld om meer en duurzame werkplaatsen te creëren en forceren ze ons groengebieden te raseren, dus van begroeiing ontdoen (rosa mondi) om huizen te bouwen. Daar moet we even bij stilstaan.

De vraag echter die elke volksvertegenwoordiger zich zou moeten stellen is niet of de raffinaderij moetworden aangehouden of dat we er mee moeten ophouden. De discussie moet niet gaan over het behoud van de raffinaderij maar over de toekomst van ons land. Wat is beter voor Curaçao? Niet wat beter is voor de raffinaderij, de PDVSA of Venezuela.

Gaat het de volksvertegenwoordigers om de 1000 huidige werknemers of gaat het om tienduizend permanente duurzame nieuwe arbeidsplaatsen die in korte tijd gecreëerd kunnen worden? Gaat het erom de toekomst in eigen hand te houden of willen we onze toekomst leggen in handen van onze Venezolaanse buren? Gaan we een keer duurzaam op eigen kracht en steunend op onze eigen duurzame natuurbronnen verder of laten we ons weer overhalen op de steun van een ander?

Dat is de hamvraag. Dat is de essentie van de zaak.

Duurzaam als in bestendig houdbaar onvergankelijk is niet zomaar een modeterm. Het is de meest essentiële overweging naar onze toekomst. Als bij voorbaat de vraag draait om de raffinaderi,j dan zou de discussie snel afgelopen moeten zijn. Isla, de raffinaderij, kan niet wedijveren met een duurzaam project zoals GreenTown. Het is mispels met shimarukus vergelijken. Een duurzame schone industrie met duizenden kansen tegen een wegkwijnende industrie die het eiland vanwege haar aanwezigheid alleen maar meer werklozen oplevert is geen vergelijk. Het is geen optie meer.

Beter 10 GreenTown visies in de lucht, dan de lucht van één Isla. GreenTown kan er komen. Heeft bestaansrecht. Alles staat klaar om te starten. Ook geld is er. Politieke wil ontbreekt. De meeste Isla-werknemers, die hun baan gaan verliezen, kunnen in de metallurgische industrie overstappen. Waar wachten we op?

Door, Andrés Casimiri
Voorzitter Stichting GreenTown
te, Curaçao

Naschrift KKC

Deze brief dateert van augustus 2013 en is per ongeluk herhaald. Niettemin is de relevantie nog steeds actueel en daarom is besloten deze te laten staan.

3 reacties

  1. Elke verandering stuit van nature op weerstand….
    Is niets msi mee, want zonder weerstand brandt er geen licht;
    bij te veel weerstand echter brandt de zekering door en zitten we in het donker….!!
    Dat Freetown Greentown mag worden….of andersom 🙂

  2. Op een eiland als Curacao zijn de inwoners niet gewend aan veranderingen. Alles gaat jaren lang hetzelfde gangetje en als niemand er last van heeft kan dat nog jaren doorgaan. Iedereen kent zo’n beetje iedereen en iedereen heeft zijn eigen voorkeuren en principes. Niets mis mee, behalve dat vernieuwing en verandering bij voorbaat worden gewantrouwd. Hiervan maken de Isla adepten gebruik bij het ventileren van hun zwakke pro-Isla argumenten. De bevolking gelooft dat, want dan hoeft er gelukkig niets te veranderen.
    De fabriek is versleten en moet vernieuwd, kosten drie duizend miljoen dollar. Die zijn er niet. Olieprijs is waarschijnlijk blijvend verlaagd, andere energiebronnen nemen het over. Olie uit Venezuela is niet te verkopen op de wereldmarkt wegens het hoge zwavelgehalte. Moet daarom worden bijgemengd met lichtere soorten. Import vanuit Afrika kost veel geld, schepen liggen doelloos te wachten omdat er geen geld is en de lading dus niet wordt betaald.
    Langzaam zie je het olieschip van de Isla zinken, terwijl de hossel brandstoffen wereldwijd aan de exit bezig zijn. Dit mooie eiland verdient beter. Shell gaf de raffinaderij weg aan Curacao, maar met een stevige vervuiling. Curacao kon dat toen gewoon niet weigeren. Eigenlijk was dat erg onfatsoendelijk van Shell. Daarom moet die deal worden herzien en moet Shell worden betrokken bij de financiering van het nieuwe plan Freetown. Of althans bij het opruimen van Isla.
    Greentown is een prachtig plan met formidabele vooruitzichten. Curacao is een prachtig eiland met talloze mogelijkheden. Door Greentown kan de bevolking van Curacao zelf de vruchten plukken van de nieuwe tijd, in plaats van de projectontwikkelaars en andere Grote Graaiers. Dat is het mooie van Freetown. De bevolking profiteert van een nieuwe frisse wind. Huizen, werk, banen, nieuwe havenindustriēen en wat er verder op af komt. Op de mooiste lokatie van het eiland moet je geen asfaltmeer, energiecentrale en vieze raffinaderij willen.
    Kijk naar de toekomst en zie een Curacao, waar heel de wereld wel wil wonen en werken. Weg met die ouwe rommel. Waar zijn die Statenleden met lef en een meerderheid? Casimiri heeft zelfs in de EU al een partner gevonden.
    Kom op Staten, niet eigenwijs zijn .

Geef een reactie

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in

Lees ook

Meer recente reacties