Mensche geschorst bij RdK
WILLEMSTAD — De Islavakbond PWFC geeft de overheid tot vanavond twaalf uur om de schorsing van interim-directeur Refineria di Kòrsou (RdK) Herbert Mensche terug te draaien. Mensche is gisteren door de Raad van Commissarissen (RvC) met onmiddellijke ingang geschorst. Als de PWFC actie voert kunnen werknemers van de CRU, de beheerder van de BOO-energiecentrale die op het Isla-terrein staat, het terrein niet op, aldus PWFC-voorzitter Angelo Meyer vanmiddag tegenover radio Z-86.
De RvC heeft het vertrouwen in Mensche opgezegd.
Hij mag voor de periode van twee maanden de lokaliteiten van RdK niet betreden.
Ook moet hij alle informatie van RdK die hij in zijn bezit heeft bij de RvC inleveren.
Het besluit is getekend door de voorzitter van de RvC, Oswald van der Dijs, in wie de aandeelhouder zelf geen vertrouwen meer in heeft en die men van plan is te schorsen ofwel te ontslaan.
De regering zou er alles aan doen om vandaag nog de beslissing van de RvC terug te draaien.
Demissionair minister-president Stanley Betrian noemt de beslissing om Mensche te schorsen ‘ongelooflijk’.
“Hun doel is om de vergadering van 14 december, wanneer we de leden van de RvC ontslag zou worden aangezegd, niet te laten doorgaan. Dit is des te meer reden om de commissarissen niet te vertrouwen”
, aldus Betrian tegenover radio Z-86.
Volgens de RvC is duidelijk geworden dat Mensche de wettelijke en statutaire toezichthoudende rol van de RvC niet respecteert en eigenmachtig handelt.
De interim- directeur heeft op geen enkel moment vooraf of achteraf overleg gevoerd met de RvC over enkele ingrijpende maatregelen, waaronder het inzetten van Alvin Koolman voor een operationele audit bij RdK en dochtermaatschappij CRU.
De RvC heeft van het begin af aan bezwaren gehad tegen de benoeming van een tijdelijk bestuurder bij RdK.
Mensche is door de regering aangesteld voor een periode van drie maanden.
Ondanks haar bedenkingen heeft de Raad meteen uitvoering gegeven aan het besluit van de regering door aan Mensche een concept overeenkomst van opdracht aan te bieden.
Tot op heden heeft hij deze niet getekend.
Dat komt doordat Mensche bezwaar heeft gemaakt tegen het naleven van eerdere besluiten van de RvC, zoals de turn-around van de BOO-energiecentrale door de CRU en de volmacht aan het managementteam van de CRU.
Deze bezwaren waren volgens de RvC niet overtuigend.
Desondanks is Mensche aan de slag gegaan bij de RdK, de verhuurder van de olieraffinaderij, terwijl er nog een aantal zaken rond zijn werkrelatie ongeregeld zijn.
Volgens Van der Dijs stelt dit RdK bloot aan juridische risico’s, wat onaanvaardbaar is.
Mensche handelt op basis van de specifieke aanwijzingen die hij van minister Jardim heeft gekregen.
Zo moet hij ondermeer de doorlopende volmacht van het managementteam van RdK en CRU intrekken en een onderzoek laten instellen of er sprake is geweest van belangenverstrengeling van de RvC.
Volgens Van der Dijs heeft de minister van Financiën geen bevoegdheid om specifieke aanwijzingen te geven aan een bestuurder van een overheids- nv.
Wettechnisch gezien is de aandeelhouder slechts bevoegd tot het geven van algemene aanwijzingen rond het te volgen financieel, sociaal en economisch beleid.
Verder hekelt de Raad de rol die Mensche heeft gespeeld bij het oproepen van een buitengewone vergadering van aandeelhouders (AvA) met als agendapunt de voorgenomen schorsing of het ontslag van een of meer commissarissen van RdK, dan wel ratificatie van een besluit daartoe.
Volgens Van der Dijs is er geen machtiging aan Mensche verleend om een dergelijke vergadering op te roepen.
Hierdoor handelt Mensche eigenmachtig en in strijd met de wet, aldus de Raad.
Volgens Meyer is de RvC opzettelijk aan het tegenwerken.
“PWFC kan dit niet aanvaarden.”
Volgens de vakbondsleider is het een ‘Cosa Nostra’ bij RdK geworden.
Hij verwijt leden van de RvC belangenverstrengeling.
De RvC verwijt trouwens Mensche ook betrokken te zijn geweest bij belangenverstrengeling toen hij RdK-directeur was.