Willemstad – Als de minister van Justitie, Elmer ‘Kadè’ Wilsoe (PS), inderdaad het mandaat voor rechtshulpverzoeken aan de Verenigde Staten (VS) bij het Openbaar Ministerie (OM) en de procureur-generaal (PG) heeft ingetrokken, dan betekent dit dat rechtshulpverzoeken voortaan weer via de minister lopen.
Dit is de uitleg die staatsrechtdeskundige, maar ook oud-Hofpresident, Jaime Saleh geeft over de acties van Wilsoe in de ‘Bientu’- zaak.
,,Er is een verdrag tussen de VS en het Koninkrijk waarin staat dat de minister van Justitie rechtshulpverzoeken kan indienen. Indertijd is door Curaçao, dus niet per definitie de andere entiteiten binnen het Koninkrijk, besloten om het OM en de PG te mandateren om deze verzoeken te doen. De rechterlijke macht heeft immers meer kennis van individuele zaken. Bovendien is het soms niet verstandig als een politiek betrokken minister zich met individuele zaken bezighoudt”, zo legt Saleh uit.
Hiermee onderstreept hij wat gisteren ook ex-minister van Justitie Suzy Camelia-Römer heeft aangegeven, namelijk dat het ‘not done’ is als een minister zich mengt in individuele rechtszaken. Voor wat betreft de aanwijzingsbevoegdheid van de minister naar de PG toe, legt de expert uit dat dit kan zolang het om algemene beleidskwesties gaat. Saleh legt uit:
,,Zo kan een minister een algemene aanwijzing geven dat er meer aandacht moet zijn voor overvallen, omdat het regeringsbeleid hierop gericht is. Maar als het gaat om individuele zaken, kan een PG, bij twijfel over een aanwijzing, deze voorleggen aan het Hof van Justitie die hier dan een uitspraak over doet. Dit is zo wettelijk vastgelegd om de PG te behoeden voor politieke intimidatie.”
In de hele discussie is echter niet duidelijk geworden of de minister de PG een aanwijzing heeft gegeven en ook niet of deze aanwijzing aan het Hof is voorgelegd.
OM niet vrij in ‘Bientu’
Ex-minister van Justitie en nu Statenlid Magali Jacoba (PAR) vindt het schandelijk dat de minister het mandaat voor rechtshulpverzoeken heeft ingetrokken zonder de Staten hiervan op de hoogte te stellen.
,,De intrekking houdt in dat het OM nu niet meer zonder de uitdrukkelijke medewerking van de minister de zaak Bientu kan vervolgen”, zo voert zij aan.
Zij wijst erop dat de minister zijn actie eerst had kunnen voorleggen aan het Hof van Justitie, zoals dat ook in de Rijkwet Openbaar Ministerie is opgenomen. Verder vindt het Statenlid het schandelijk dat de minister gelogen heeft over het bestaan van de brief naar de VS. Ook in de Statenvergadering van 5 mei heeft de minister hier niets over gezegd, ondanks dat hem hier specifiek vragen over gesteld zijn.
,,De minister moet zich nu dan maar komen verantwoorden in de Staten”, aldus Jacoba in een brief naar Wilsoe.
In die brief stelt ze hem een reeks van vragen.
– Zo wil ze weten of ze het deel in het beleidsprogramma van de regering kan ontvangen waarin opgenomen staat dat het mandaat ingetrokken moet worden.
– Ook wil zij de brief waarin het mandaat wordt opgezegd die Wilsoe naar de PG stuurde ontvangen. Ze vindt ook dat de minister moet bewijzen dat het om algemeen beleid gaat en niet om het begunstigen van de broer (Robbie dos Santos) van de minister van Financiën, George Jamaloodin (MFK).
– Tot slot wil Jacoba dat de minister het vonnis van 4 april naar de Staten stuurt om zelf te kunnen opmaken of het Gerecht in Eerste Aanleg het opheffen van het eerste beslag of van beide beslagen op de rekeningen van Dos Santos’ bedrijven heeft bedoeld.
Bron: Antiliaans Dagblad