WILLEMSTAD — De 80/20-regeling zal pas worden geïntroduceerd als dit op een succesvolle manier kan plaatsvinden. Dit verklaarde premier Ivar Asjes (PS) eerder deze week tijdens de wekelijkse persconferentie van de Raad van Ministers (RvM). Als de regeling nu zou worden ingevoerd, zou dit met zich meebrengen dat de minister belast met Sociale Ontwikkeling, Arbeid en Welzijn constant bezig zou zijn om ontheffingen voor de wet te ondertekenen, aldus Asjes.

De 80/20-regeling, een initiatief van de PS-fractie, gaat ervan uit dat 80 procent van de werknemers bij een bedrijf op het eiland van lokale komaf moet zijn. De wet is enkele jaren terug door de Staten aangenomen, maar nog steeds niet gepubliceerd en dus nog niet van kracht geworden.

Asjes benadrukte van de week nogmaals voorstander te zijn van de wet, die ook in het regeerakkoord van het huidige kabinet terug te vinden is, maar dat er nog aan een aantal voorwaarden moet worden voldaan voordat de wet geïmplementeerd kan worden. Hij noemde onder meer het registreren van lokale werknemers, die op zoek zijn naar een baan, bij de al opgerichte vacaturebank, trainingen voor lokale werknemers en optimalisering van de controles door de arbeidsinspectie op het eiland.

Maar de premier stelde dat hij met Reda Sosial al afspraken heeft gemaakt over naleving van principes die overeenkomen met de 80/20-regeling. Het gaat hierbij om het kopen van lokaal materiaal en het zoveel mogelijk inzetten van lokale arbeidskrachten bij projecten die door de stichting worden gefinancierd.

De premier maakte ook melding van een negatief advies van de Raad van Advies (RvA) en stelde dat juristen bezig zijn om de argumenten, aangehaald door het adviesorgaan, van tafel te halen. Uit een artikel in het Amigoe-archief blijkt dat de RvA een aantal kanttekeningen had geplaatst bij de 80/20-regeling. Het voornaamste hierbij was dat volgens de RvA de wet in strijd is met het gelijkheidsbeginsel, zoals onder meer verwoord in de Staatsregeling van het land Curaçao.

Maar al in 2011 werd deze stelling door de PS-fractie in de aangepaste Memorie van Toelichting weersproken. De indieners verwezen indertijd naar artikel 22, lid 3 van de Staatsregeling, dat stelt: ‘Het recht van iedere Nederlander op vrije keuze van arbeid wordt erkend, behoudens de beperkingen bij of krachtens landsverordening gesteld’. Personen, die van rechtswege tot het eiland zijn toegelaten en voor wie geen tewerkstellingsvergunningen zijn vereist, zijn volgens de indieners vrij om deel te nemen aan de lokale arbeidsmarkt, mits de regels die hiervoor van toepassing zijn worden gerespecteerd. “In dit geval zullen deze personen deel kunnen nemen aan de lokale arbeidsmarkt voor zover de daarmee toelaatbare verhouding (dus maximaal 20 procent) niet wordt overschreden. Zoals nadrukkelijk in de Staatsregeling van Curaçao is opgenomen, wordt het recht van iedere Nederlander op vrije keuze van arbeid erkend, behoudens bij of krachtens landsverordening mogelijk te stellen beperkingen. In deze zin is er dus geen sprake van in strijd zijn met de Staatsregeling”, aldus de PS in de Memorie van Toelichting van 2011.

Bron: Amigoe