WILLEMSTAD – De Centrale Bankpresident dr. Emsley Tromp gaf eergisteren een persconferentie naar aanleiding van de diverse publicaties van de afgelopen week in Het Financieele Dagblad (FD) in Nederland. De CBSC bankpresident sprak aan de hand van een notitie, die hier door de Knipselkrant Curacao is overgenomen.

1) Aantijgingen. Sinds 10-10-‘10 is mijn persoon meermalen onderwerp van aantijgingen, in de lokale (voornamelijk Curaçaose) en Nederlandse media, bij het Openbaar Ministerie (OM) Nederland (in verband met FCIB) en zelfs in Staten Curaçao.

2) Staten Curaçao. Reeds sinds enige tijd terug heb ik meermalen de Staten van Curaçao gevraagd om gelegenheid tot weerlegging van diverse aantijgingen tegen mijn persoon; mijns inziens het juiste forum voor weerlegging van aantijgingen. Het is er helaas nog niet van gekomen.

3) Waarom nu. Gelet op de negatieve publicaties van de afgelopen dagen, ben ik genoodzaakt om publiekelijk de berichten te weerspreken. Nu en hier, met alle respect voor de Staten van de Landen Curaçao en Sint Maarten. Met name vanwege de ernst van de beschuldigingen en de reikwijdte van het betreffende medium (FD). Zulks om te voorkomen dat verdere schade wordt aangedaan; niet alleen aan mijn persoon, maar ook aan de CBCS en ‘last but not least’ de financiële instellingen op Curaçao en Sint Maarten en beide landen.

4) Track record BNA/CBCS. De ervaringen elders, waaronder Nederland, leren dat onfeilbaar toezicht een utopie is. De bankencrisis kon in de Verenigde Staten ontstaan en sloeg een jaar later (in 2008) over naar andere landen, waaronder Nederland. Daarnaast zijn in het verleden ook gevallen geweest van deconfiture van individuele banken. Voorbeelden in de VS zijn: Lehman Bros, Washington Mutual, Countrywide Financial en Bear Stearns. En in Nederland: Texeira de Mattos, Tilburgse Hypotheekbank en DSB Bank. In beide landen is ook staatsteun nodig geweest voor meerdere banken (in de VS: Bank of America, Citi, AIG, Fannie Mae, Freddie Mac, etc. en in Nederland: WestlandUtrecht, Friesch Groningse en meer recentelijk Aegon, SNS en ING). Waar was het FD toen?

Tegen die achtergrond kan ik vaststellen dat in tegenstelling tot bovengenoemde gebeurtenissen in andere jurisdicties, waaronder dus ook Nederland, prudent toezichtsbeleid van de BNA/CBCS ertoe heeft bijgedragen dat de afgelopen 30 jaar in de Antillen geen sectorbrede financiële crisis of deconfiture van individuele instellingen is voorgevallen.

Ik stel ook vast dat ondanks bovengenoemde gevallen van falend toezicht in Nederland, met alle systeemrisico’s voor het gehele Koninkrijk, de CBCS daarin geen aanleiding heeft gevonden de integriteit en effectiviteit van de Nederlandse toezichthouder publiekelijk ter discussie te stellen. In tegendeel, wij hebben daarmee iets constructiefs gedaan.

5) College Koninkrijkstoezichthouders. Ik heb het initiatief genomen tot instelling van het College van Koninkrijkstoezichthouders. Waarom: langs de weg van onderlinge samenwerking en bijstand borgen van financiële stabiliteit binnen het Koninkrijk. De samenwerking beoogt ook onderlinge transparantie en communicatie in geval onderling kritische opmerkingen zijn te maken. De CBCS betreurt het daarom dat een passage in het jaarverslag DNB-2015 aanleiding geeft tot twijfel over de integriteit en effectiviteit van het toezicht van de CBCS. Het verspreiden van twijfel over de toezichthouder is, vanwege mogelijke paniekreacties van het publiek, niet zonder risico’s voor de financiële stabiliteit in de desbetreffende jurisdictie.

6) Berichtgeving FD. De berichten ten aanzien van CBCS en mijn persoon van 10 en 11 juni zijn het rechtstreekse gevolg van

(a) het ingrijpen door CBCS bij de Girobank en (b) de aanhoudende controverses, diffuusheid en onmacht in besluitvorming binnen de RvC.

Bij a) Girobank Op het moment dat CBCS signalen kreeg van de verslechterende situatie van Girobank, was CBCS, na enkele (tevergeefse) aanwijzingen te hebben opgelegd, genoodzaakt om door tussenkomst van het gerecht een beroep te doen op de noodregeling. Gebruikmakende van de bevoegdheden die CBCS onder de noodregeling kan toepassen, heeft de CBCS bij de Girobank talrijke onregelmatigheden geconstateerd. Bijvoorbeeld het verstrekken van leningen aan een selecte groep, zonder dat op die leningen dient te worden afgelost.

Inmiddels is CBCS overgegaan tot het doen van aangifte van de constateringen aan het OM. Het doen van aangifte bij het OM heeft uitgemond in bedreigingen door een aandeelhouder/voormalige bestuurder van Girobank aan het adres van CBCS, inhoudende dat met een lastercampagne in de media jegens de president van CBCS zal worden gestart.

Ook zijn er sterke aanwijzingen dat het doen van aangifte op basis van de constateringen bij de Girobank heeft geleid tot het samenspannen van bedoelde aandeelhouder/bestuurder van Girobank met een lid van de RvC van CBCS, met als einduitkomst de artikelen die in het FD zijn – en vermoedelijk nog zullen worden – gepubliceerd.

Bij b) Controverses RvC Ten aanzien van bedoeld RvClid kan ik u als volgt berichten. Bedoelde persoon heeft in Nederland bezoeken gebracht aan BZK (ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), MinFin (Ministerie van Financiën) en DNB (De Nederlandsche Bank) met een serie van aantijgingen jegens mijn persoon. Ondanks het gegeven dat de aantijgingen als laster moeten worden aangemerkt, heeft DNB bewust ervoor gekozen om haar twijfel uit te spreken in de Rijksministerraad (RMR) over de effectiviteit en integriteit van de CBCS.

Dienaangaande dient wel het volgende te worden benadrukt. Desgevraagd door CBCS om uitleg over de uitgesproken twijfel verduidelijkte DNB dat haar twijfel zich niet specifiek richt op het bestuur van de CBCS, maar op de totale ‘governance’ van de CBCS als geheel, met name vanwege de voortdurende onvoltalligheid van de RvC en de voortdurende controverses binnen en tussen organen van de CBCS. Het bezoek van bedoeld RvC-lid was voor DNB de bekende druppel in de volle emmer.

Bedoelde RvC-lid heeft zonder mandaat van een RvCbesluit een extern bureau (Triforensic) opdracht gegeven tot het doen van een integriteitsonderzoek bij de (alle, leden; FD noemt alleen Tromp en Jerry Hasselmeyer, Alberto Romero blijft onvermeld bij FD) leden van de Raad van Bestuur (RvB). De RvB heeft al eerder aangegeven geen principieel bezwaar te hebben tegen een deugdelijk integriteitsonderzoek, maar weigerde medewerking aan dat onderzoek vanwege ontbreken van besluitvorming binnen de RvC.

Eenmaal geconfronteerd met de weigering van de RvB om mee te werken aan dat onderzoek, is bedoeld RvC-lid een kort geding begonnen om alsnog medewerking af te dwingen. Met deze ongemandateerde handelingen heeft het RvClid onnodige kosten gemaakt (advocaten en Triforensic), die hij nu op de CBCS probeert te verhalen.

Verder zijn er sterke aanwijzingen dat bedoeld RvC-lid de externe accountant van CBCS heeft benaderd met het expliciete verzoek om, na onderzoek, de dossiers aangaande Aqualectra en Sint Maarten Harbour als twijfelachtig te kwalificeren. Daarbij zou hij meerdere opdrachten aan het kantoor van de externe accountant in het vooruitzicht hebben gesteld, indien deze zou ingaan op het verzoek.

Het is overduidelijk dat het RvC-lid daarmee in flagrante strijd met onder andere het bankgeheim handelt. CBCS heeft dan ook geen ander alternatief dan te laten onderzoeken of zijn handelen aangiftewaardig is. De boven de markt hangende dreiging van aangifte jegens het RvC-lid bij het OM resulteerde in de recentelijk gepubliceerde artikelen. De controverses binnen en tussen de organen van de CBCS die aan de bron liggen van de FD-artikelen ten aanzien van de integriteit van CBCS, betreffen primair een aangelegenheid van de vermogensgerechtigden (de landen Curaçao en Sint Maarten).

7) Overige aantijgingen aan mijn persoon

Privé financiën. Op de privé financiën is in een tweetal onderzoeken door zowel de Algemene Rekenkamer Curaçao (ARC) als PwC ingegaan. Daarin zijn geen zaken geconstateerd die als onrechtmatig of onbehoorlijk zijn te classificeren. De koop van appartementen in Miami. Over deze appartementen doen de wildste verhalen de ronde, alle niet overeenkomstig met de waarheid. Het eerste appartement is gefinancierd door een Amerikaanse bank, welke lening reeds geruime tijd is afgelost. Het tweede appartement is na een overbrugginslening volledig gekocht door mijn pensioenfonds, als belegging. Mijn pensioenopbouw doe ik in eigen beheer, geheel in lijn met de wet en geheel conform afstemming met de destijdse RvC.

Mijn frequente afreizen naar Miami. Bezoeken aan Miami vinden plaats voor privédoeleinden en in het verleden ook om medische redenen. Reizen voor privédoeleinden worden door mij zelf bekostigd, terwijl reizen voor medische doeleinden ten laste komen van de verzekeraar.

De leningen aan het Sint Maartense havenbedrijf en Aqualectra. Na de financiële crisis van 2008 waren de banken genoodzaakt om over te gaan tot het toepassen van een ‘unconventional monetary policy’. Overigens was dit ook in Nederland de praktijk. Verwezen dient tevens te worden naar het oordeel van de ARC en PwC hieromtrent in de respectievelijke rapporten.

Uithollen van Ennia. De stelling dat Ennia wordt uitgehold zoals de FD-berichtgeving beweert, is reeds door Ennia in de media weersproken. Vanwege de op mij rustende wettelijke geheimhoudingsplicht kan ik daar niets over naar buiten brengen. Ik kan wel van zeggen dat indien CBCS risico’s voor de financiële soliditeit van een instelling constateert, CBCS wettelijk verplicht is om in te grijpen en zo nodig de vergunning van de instelling in te trekken; zo heeft CBCS ook in het geval van Girobank opgetreden.

Dienstverbanden zo(o)n(en). Ik ben vader van twee volwassen zonen van respectievelijk 29 en 27 jaar. Beide zonen hebben mba-opleiding (finance) afgerond en zijn woonachtig en werkzaam in Miami. Op basis van de door hen voltooide opleidingen hebben mijn zonen bij diverse werkgevers stage gelopen en werkzaamheden verricht. Beiden hebben recht op privacy en eerbiediging van hun persoonlijke levenssfeer.

Ansary groep. De bewering dat ik groen licht heb gegeven voor een handvol belangrijke overnames door Ansary, waarmee Ansary een spin in het web van de financiële sector in de regio is geworden, snijdt geen hout. CBCS oefent toezichtwerkzaamheden uit op sec Curaçao en Sint Maarten. Wat Ansary buiten Curaçao en Sint Maarten om heeft gedaan, valt niet onder de reikwijdte van het toezicht door CBCS. Overigens, voor zover onze kennis reikt, zijn er geen feiten bekend die zouden duiden op onbehoorlijk of onrechtmatig handelen van Ansary.

Rapport ARC. Het ‘ongebruikelijk omvangrijk’ zijn van de leningen aan het Sint Maartense havenbedrijf en Aqualectra en het ‘onrechtmatig’ zijn van de leningen door de RvC omdat CBCS alleen geld aan banken mag lenen. Dit is feitelijk incorrect. ARC heeft juist geconstateerd dat er niets verkeerds was met de lening aan Aqualectra.

Het aanschaffen van appartementen voor 100 dollar per stuk Ook dit is in strijd met de waarheid. Jaarlijks moet ik aangifte doen bij de Amerikaanse belastingdienst IRS van alle transacties. Indien er sprake was van onregelmatigheden, zou dit al aan het licht zijn gekomen. In tegenstelling tot de indruk die het FD omtrent mijn persoon tracht te creëren, blijkt dat er van enige ‘korte lijntjes’ geen sprake was/is. Of denkt het FD dat mijn korte lijntjes ook tot de IRS reiken?

Het onbeantwoord laten van vragen. Wanneer de vragen mijn persoon aangaan, worden deze zeker beantwoord. Wanneer de vragen onderwerpen betreffen waarop mij wettelijk is voorgeschreven deze geheim te houden, zal ik zondermeer een beroep doen op de geheimhoudingsplicht.

FCIB. Over First Curaçao International Bank heeft Tromp een aparte notitie opgesteld, die later door deze krant onder de aandacht wordt gebracht.

8) Afrondend. Mij werd ooit gezegd: ,,In de krant van vandaag wordt morgen de vis verpakt”. Over de geloofwaardigheid van het FD in de berichtgeving in kwestie wil ik kort zijn. Zoals al eerder gezegd zijn de in de FD-berichten vervatte aantijgingen gebaseerd op een reeks aan feitelijke onjuistheden. Deze worden alle ingeluid met ‘naar verluidt’ of ‘bronnen melden’. Ik zal volstaan met één eruit te lichten. In het hoofdredactioneel commentaar van maandag meldt FD dat ‘onder het toeziend oog van Tromp is HDI-Gerling door haar eigen directie beroofd van haar Antilliaanse verzekeringsdochters’. 

Welnu, ik kan u melden dat de bedoelde transactie in 2008 speelde en wel met een verzekeringsdochter van HDI-Gerling gevestigd op Aruba en niet op Curaçao of Sint Maarten. En dit soort zaken worden mij dus zomaar in de schoenen geschoven! Het zal niet de eerste keer zijn dat het FD wordt verweten zich te laten gebruiken voor de vereffening van een rekening tussen derden. Ik spreek dan ook de hoop uit dat binnen niet al te lange tijd talrijke vissen in Het Financiële Dagblad van vrijdag 10 juni en van zaterdag 11 juni zullen worden verpakt en dat er voor eens en voor altijd, en niet in de laatste plaats in het belang van de Landen Curaçao en Sint Maarten, een eind komt aan deze mediacampagne jegens mijn persoon en de CBCS.

9) If you break it, you own it. Sinds november 2015, toen de samenwerking tussen CBCS en DNB onderwerp van gesprek was binnen de RMR, heb ik uitdrukkelijk aan BZK voorgesteld om additionele opheldering aan hen te verschaffen. Ik ben het eens met de leden van de Tweede Kamer dat een eventuele financiële crisis niet ten laste mag komen van de belastingbetaler. Zoals eerder gesteld en bevestigd, is recentelijk door de IMF-missie vastgesteld dat de Antilliaanse munteenheid stabiel is en dat er sprake is van financiële stabiliteit. 

De laatste dagen is CBCS echter onderwerp geweest van ongefundeerde aantijgingen met als doel het vertrouwen in CBCS te ondermijnen en paniek te zaaien ten aanzien van de onder toezicht staande instellingen. Het is duidelijk dat het vorenstaande de financiële stabiliteit niet ten goede komt. Indien op grond van de pogingen vanuit Nederland een financiële crisis teweeg wordt gebracht, zijn die consequenties wel voor rekening van de Nederlandse belastingbetaler. Anders dan in Nederland het geval is geweest, hebben de Antillen geen sectorbrede financiële crisis meegemaakt. Maar: ‘If Holland breaks it, it owns it’.

Bron: Notities Centrale Bank Curacao en Sint Maarten (CBCS)