WILLEMSTAD — Zolang sleepbedrijf KTK, een dochtermaatschappij van havenbedrijf CPA, het dispuut met Maritime & Logistics Group (M&L) van Eduardo Lugo niet afhandelt blijven de kosten voor het Curaçaose bedrijf stijgen. Binnenkort vertrekt er dan ook een delegatie, bestaande uit advocaat Mirto Murray, CPA-directeur Humberto De Castro en RvC-lid Jerry Semper, naar Panama om deze zaak hopelijk af te handelen.
Lugo, de ex-werknemer van de Panamese vestiging van Kompania di Tou Kòrsou (KTK), die in juli 2011 in Panama bij het gerecht een claim tegen KTK had ingediend voor vier maanden loon oftewel een bedrag van 69.000 dollar, heeft dit bedrag in mei van dit jaar toegekend gekregen. KTK zal Lugo tevens de proces- en advocaatkosten moeten vergoeden.
Ondanks deze mondelinge uitspraak van de rechter, waarbij Lugo in het gelijk gesteld werd, stelde de huisadvocaat van Curaçao Ports Authority (CPA) Bertie Braam blij te zijn met het vonnis, omdat Lugo naast de vier maanden loon ook een schadeclaim had neergelegd voor een extra bedrag van 60.000 dollar.
Het jaarcontract met Lugo werd in juli 2010 door de voormalige CPA-directie ondertekend.
Nadat het kabinet-Schotte op 10 oktober 2010 aantrad werden er onder leiding van de toenmalige Raad van Commissarissen – voorgezeten door Amparo dos Santos en juridisch en financieel onder anderen bijgestaan door Braam en Terry Hernandez – diepgaande veranderingen doorgevoerd binnen het havenbedrijf.
Onder andere werd de Panamese vestiging van KTK gesloten en de betalingen van het maandelijkse loon aan Lugo werden door de directie stopgezet, nadat Lugo vier maanden voor het verlopen van zijn contract te kennen had gegeven door de ‘wisseling van de wacht’ binnen het bedrijf zijn contract niet te willen verlengen.
De CPA-directie gaf als argument voor de stopzetting van de betalingen dat het maandelijkse loon van Lugo ‘buitenproportioneel hoog was en niet in verhouding zou hebben gestaan tot zijn dagelijkse werkzaamheden’.
Intussen is de schuld van KTK aan M&L opgelopen tot meer dan 148.000 dollar, want KTK moet ook nog de proceskosten van meer dan 43.000 dollar, de advocaatkosten van M&L van meer dan 20.000 dollar, belasting van bijna 5000 dollar en rente van boven de 10.000 dollar betalen.
Het vonnis, dat in maart mondeling is uitgesproken, staat – inmiddels acht maanden later – op papier en als M&L het gerecht verzoekt om het vonnis te executeren dan kunnen de kosten met nog eens 25 procent toenemen.
KTK heeft via Dutari Vlieg, neef van de secretaris van de RvC en door De Castro als woordvoerder naar voren geschoven, meerdere malen aangegeven bereid te zijn om M&L 110.000 dollar te betalen.
Ook was M&L bereid een gedeelte van de kosten zelf te dragen.
Maar betaling heeft nimmer plaatsgevonden, terwijl de huidige RvC heeft gesteld dat M&L betaald moet worden.
De totale wettelijke kosten die aan M&L moeten worden betaald zijn inmiddels toegenomen tot een totaal van meer dan 148.000 dollar, terwijl M&L niet meer bereid is een gedeelte van de kosten voor eigen rekening te nemen, hetgeen eerst wel het geval was.