DEN HAAG — De samenwerking tussen Nederland, Curaçao, Aruba en St. Maarten in de kustwacht is niet vrijblijvend. Defensie-minister Jeanine Hennis-Plasschaert zei dit deze week bij het debat met de Tweede Kamercommissie voor Defensie over het jaarverslag van de organisatie, in een aanvulling op het verslag van de minister over haar werkbezoek en een antwoord op schriftelijke vragen in maart.
Tijdens de vergadering, waar de Defensie-woordvoerders van slechts drie partijen bij aanwezig waren, werden nogmaals zorgen geuit over de samenwerking met St. Maarten en het personeelstekort.
“De rol van de kustwacht op St. Maarten is juist heel erg belangrijk vanwege de omvangrijke drugs-, wapen- en mensenhandel. Wil St. Maarten inderdaad de kustwacht opheffen?”
, vroeg Ronald Vuijk van de VVD, verwijzend naar een uitlating van Ronald Duncan, tot voor kort Justitie-minister van St. Maarten.
Ook PvdA-politica Sultan Günal-Gezer refereerde aan negatieve uitlatingen van Duncan over de kustwacht.
“Het aanbod van geschikte kandidaten is meer een probleem op St. Maarten dan op Aruba en Curaçao. De negatieve uitlatingen van minister Duncan zullen daar van invloed op zijn. Dat is een zorgelijke situatie. Hoe kan een kustwacht goed functioneren als een lokale politicus zich zo negatief uitlaat?”
, zei ze. Zowel Günal-Gezer als Wassila Hachchi van D66 vroeg specifiek naar de ontevredenheid onder het personeel op Curaçao, dat tijdens het werkbezoek van de minister staakte, en het tekort aan personeel.
Hennis-Plasschaert zei dat ze zich ook zorgen maakt over de onderbezetting.
“De taken van de kustwacht lijden er niet onder, maar het trekt wel een zware wissel op het personeel. Ik zal blijven werken aan het actief werven van personeel, ook bij speciale doelgroepen, en de verdere verbetering van de individuele loopbanen. Het kustwachtpersoneel is een heel loyaal en hardwerkend, maar we mogen daar niet op in blijven teren”
, zei ze.
Ze voegde hieraan toe dat de protesten op Curaçao vooral een lokale aangelegenheid zijn en voor zover bekend ook geen direct verband houden met de onderbezetting.
Hennis-Plasschaert zal wel bij Curaçao en St. Maarten blijven aandringen op het aannemen van de juiste wetgeving.
Tot slot noemde de minister de uitspraken van minister Duncan onwenselijk.
“Ze dragen niet bij aan het functioneren van de kustwacht”
, aldus de minister.
Ze benadrukte dat de kustwacht geregeld is bij Rijkswet en dat beslissingen uiteindelijk door de Rijksministerraad zullen worden genomen.
“De samenwerking is vrijwillig maar niet vrijblijvend en dat weten de landen maar al te goed.”