De Meervoudige Militaire Kamer heeft de lid van de Curaçaose Militie (CurMil) vrijdagmorgen veroordeeld tot een gevangenisstraf van 3 jaar waarvan 1 jaar voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar en als bijzondere maatregel begeleiding door de Reclassering. De straf is conform de eis van het Openbaar Ministerie (OM) Curaçao.
Op 9 juli vond er een schietpartij plaats op de marinekazerne Suffisant. S.G.M. loste een schot waarbij Ishtar Nicasia in de bovenrug werd geraakt. Hij overleed op 30 juli aan hersenletsel ten gevolge van de schot.
De Officier van Justitie (OvJ) van het OM noemde het een drama, een samenloop van omstandigheden, een zinloze daad met enorme consequenties. Op de bewuste dag hebben de dienstdoende groep militairen naar de wereldkampioenschappen voetbal (Nederland tegen Argentinië) op tv gekeken. Er is alcohol genuttigd en op een playstation gespeeld. Dit alles tegen de voorschriften in.
Ook zou de verdachte tot driemaal toe die dag zijn vuurwapen, een Glock 17, hebben getrokken, het magazijn erin gestopt, het wapen hebben doorgeladen en weer hebben ontladen. Ook dit tegen de alle militaire voorschriften in.
De rechter van de Meervoudige Militaire Kamer sprak vanmorgen het vonnis uit:
“Gelet op de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, op de omstandigheden waaronder de verdachte zich daaraan schuldig heeft gemaakt en op de persoon van de verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, acht het Gerecht na te noemen beslissing passend. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. Tijdens de uitoefening van de dienst heeft de verdachte, door handelingen te verrichten met zijn dienstwapen, een collega door de rug en nek(regio) geschoten, ten gevolge waarvan die collega is komen te overlijden. Het Gerecht is van oordeel dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan zeer ernstige feiten. Niet alleen heeft de verdachte in gezelschap van een ander levensgevaarlijke handelingen verricht met zijn dienstwapen, maar ook heeft hij, v66rdat hij die handelingen ging uitvoeren, ervoor gekozen niet eerst de veiligheidsregels toe te passen. Veiligheidsregels die hem als milicien tweede klasse bij de Curaçaose Militie bekend zijn en juist in acht genomen moeten worden om fatale gebeurtenissen als deze te voorkomen. De verdachte heeft daarmee Nicasia zijn grootste goed, te weten zijn leven, ontnomen.
De ernst van de feiten wordt mede bepaald door de onomkeerbaarheid van het gevolg voor de nabestaanden van het slachtoffer. Zij zullen het verlies van hem een plaats moeten geven in hun verdere leven, hetgeen, naar de ervaring leert, soms nooit lukt en hoe dan ook, altijd gepaard gaat met langdurig verdriet en gevoelens van machteloosheid en woede. Oplegging van een vrijheidsontnemende straf is derhalve geïndiceerd.
Het Gerecht merkt hierbij op dat het Gerecht beide feiten aanmerkt als te zijn gepleegd in eendaadse samenloop en dat er derhalve geen dubbele bestraffing opgelegd zal worden.
Ook zal een voor doodslag lagere dan gebruikelijke straf worden opgelegd, aangezien het Gerecht er niet van uitgaat dat de verdachte met boos opzet de dood van Nicasia veroorzaakt heeft. Uit de woorden van de verdachte is gebleken dat hij doordrongen is van de ernst van de feiten. Hij heeft zijn spijt betuigd en heeft hierbij oog gehad voor het verdriet van de familie van het slachtoffer. De Gerecht zal dit meewegen in de bepaling van de strafmaat.
Het Gerecht houdt ook rekening met het blanco strafblad van de verdachte, zijn jeugdige leeftijd en het feit dat de verdachte moet leven met het besef van zijn verantwoordelijkheid voor het doodschieten van een vriend en collega.
Het Gerecht heeft voorts acht geslagen op het rapport van de reclassering van 4 september 2014. Alles afwegende is het Gerecht van oordeel dat een vrijheidsbenemende straf van na te noemen duur moet worden opgelegd.
De Gerecht zal bepalen dat een deel daarvan vooralsnog niet ten uitvoer zal worden gelegd en zal daaraan een proeftijd verbinden van twee jaren, om begeleiding en behandeling van de verdachte mogelijk te maken.
Het Gerecht veroordeelt de verdachte wegens deze feiten tot een gevangenisstraf voor de duur van drie (3) jaren; bepaalt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering word! gebracht; beveelt dat van deze straf een gedeelte, groot een (1) jaar, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij later anders mocht worden gelast op grond dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd, welke hierbij wordt bepaald op twee (2) jaren, aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt; stelt als bijzondere voorwaarde dat de veroordeelde zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen, te geven door of namens de Uitvoeringsorganisatie Reclassering Curaçao, zulks zolang deze instelling dat gedurende de proeftijd nodig acht, ook als dat inhoudt dat de veroordeelde zich gedurende proeftijd onder ambulante psychologische behandeling zal laten stellen.”
Bron: Openbaar Ministerie
Bron: Openbaar Ministerie