Enorme schuldenlast Kurá Hulanda

Willemstad – De eind vorig jaar failliet verklaarde exploitatiemaatschappijen van Kurá Hulanda Otrobanda en Lodge laten miljoenen aan onbetaalde schulden achter.

Advertentie

Zo blijkt uit de faillissementsverslagen van de curator.
Beide resorts gingen onder directie van Sandton Hotelmanagement International (Nederland) in oktober 2013, na een korte periode van surseance van betaling, failliet.
De Lodge was al heropend onder nieuwe vlag en management en het hotel in Otrobanda ging afgelopen week weer open; allebei onder directie van GHL Hoteles (Colombia).
Hotel Kurá Hulanda Management nv (Otrobanda) heeft volgens de door de failliet zelf opgestelde crediteurenlijst een totale schuldenlast van ruim 1,9 miljoen gulden. De crediteurenlijst van Lodge Kurá Hulanda Management nv (Westpunt) loopt op tot bijna 2,6 miljoen gulden.
Daar staat volgens de eerste rapportage van curator Remco van Arkel slechts respectievelijk 247.000 gulden (Otrobanda) en 204.000 gulden (Lodge) op de faillissementsrekeningen tegenover.
Bedrijfsmiddelen in eigendom zijn er niet.
En in de kas van Otrobanda zat slechts 55 gulden, terwijl de Lodge 2.732 gulden en 1.664 dollar in kas had op de dag van sluiting.
Er zijn ook nog debiteuren – dus vorderingen die beide bedrijven nog hebben op derden – maar de administratie hiervan is vervuild.
Zo zou het in het geval van Kurá Hulanda Otrobanda gaan om ongeveer 94 debiteuren voor een bedrag van 700.000 gulden, maar hetzelfde overzicht vermeldt ook dat er bij 20 debiteuren sowieso een correctie ofwel afschrijving behoort plaats te vinden van 80 tot 100 procent ‘vanwege incorrecte tarieven, dubbele boekingen in het computersysteem, faillissementen enz.’.
In het geval van Lodge Kurá Hulanda gaat het om 96 debiteuren voor een totaalbedrag van 642.000 gulden, waarvan er echter 40 foutief zijn er waarvan 70 tot 100 procent moet worden gecorrigeerd of afgeschreven.
De curator merkt in het geval van deze nv op dat er een bedrag van ongeveer 250.000 aan debiteuren openstaat, die niet ouder zijn dan 60 dagen.
De rest is dus wel ouder dan twee maanden en daardoor moeilijker inbaar. Beide resorts hadden ten tijde van het faillissement zo’n 77 personeelsleden in dienst.
Het loon van de werknemers is vanaf de datum van de voorlopig verleende surseance van betaling boedelschulden.
De curator berekent voor deze boedelschulden voor ieder van de hotels 350.000 tot 400.000 gulden nodig te hebben.
In dit bedrag is rekening gehouden met (loon)belastingen en premies. In het geval van de Lodge werd al tijdens de surseance door het particuliere bedrijf Securitas Antias de bewaking van het hotel en de omgeving gestopt met op dat moment een schuld aan het beveiligingsbedrijf van niet minder dan 302.000 gulden.
Maar er zijn nog méér schulden.
Nog niet bekend was ten tijde van het opstellen van het eerste faillissementsverslag hoeveel de achterstand is aan Belastingdienst en Sociale Verzekeringsbank (SVB), maar belastingen en premies werden sinds september 2013 niet meer afgedragen. Verder heeft de SVB een aanzienlijke vordering uit hoofde van de door haar uit te betalen cessantia aan de werknemers.

Geen goed jaar voor hotelwezen
Op 18 oktober werd de twee hotels van Kurá Hulanda voorlopige surseance van betaling verleend.
Het kwam voor Curaçao en in het bijzonder de toeristische sector als een schok.
Even was er hoop dat de tijd en adem die de exploitatieondernemingen kregen voldoende zouden zijn om het hoofd boven water te houden.
Maar in het geval van Otrobanda werd al een week later, op 25 oktober, op verzoek van de bewindvoerder – nu curator – het voorlopig verleende uitstel van betaling ingetrokken en werd het faillissement uitgesproken.
Toen waren de ogen gericht op redding van de Lodge, maar daarbij gebeurde hetzelfde op 30 oktober.
Beide managementcompanies van Kurá Hulanda werden in staat van faillissement verklaard.
Sandton Hotelmanagement International heeft niet lang de exploitatie gedaan.
De exploitatieovereenkomst was namelijk pas op 1 januari 2012 aangevangen.
Volgens de directie – gevormd door Sandton en Peter Heinen, die tevens directeur is van nv Hotel Kurá Hulanda (de enige aandeelhoudster) – ligt de grondslag voor het faillissement in het feit dat in 2013 geen goed jaar was voor het hotelwezen op Curaçao en in het bijzonder niet voor de failliet, een tegenvallende bezettingsgraad, gedaalde gemiddelde kamerprijzen en het faillissement van de op één na grootste leverancier van het hotel, het Nederlandse OAD-Reizen.
Aldus het faillissementsverslag van curator Van Arkel.
De verliezen waren groot.
In het geval van Hotel Kurá Hulanda Management (Otrobanda) werd over het gehele jaar 2013 een verlies verwacht van ruim 857.000 gulden, terwijl er over het jaar 2012 een verlies werd geleden van bijna 340.000 gulden.
Volgens de begroting werd gerekend op een omzet van 3,3 miljoen per jaar.
Het balanstotaal van deze nv bedraagt 2,7 miljoen. Lodge Kurá Hulanda Management (Westpunt) verwachtte over heel 2013 een verlies van 650.000, terwijl over het jaar 2012 een verlies werd geleden van 425.00 gulden.
De Lodge rekende, conform de begroting, op een jaaromzet van 3,7 miljoen.
Het balanstotaal van deze vennootschap bedraagt bijna 3,5 miljoen.
Er heeft een gesprek plaatsgevonden tussen de curator en de accountant (Deloitte Dutch Caribbean). Daaruit is gebleken dat er één geconsolideerde jaarrekening van nv Hotel Kurá Hulanda met al haar dochtermaatschappijen zou worden opgemaakt.
Deze geconsolideerde jaarrekening over het jaar 2012 is in concept gereed, maar de accountant heeft met betrekking tot de afronding nog enkele vragen.
De boekhouding van de failliete ondernemingen ‘is niet geheel op orde’, vervolgt het faillissementsverslag van curator Van Arkel, ,,althans bij.”
Met toestemming van de rechter-commissaris heeft de curator een computer aangekocht en is een ICT-deskundige aan de slag gegaan om de gehele administratie van de nv’s op deze computer te zetten inclusief de salarisadministratie.
In het verslag schrijft de curator tot slot dat naar de vraag of er eventueel sprake is geweest van onbehoorlijk bestuur nog ‘onderzoek’ wordt gedaan.

,,De administratie van de failliet is, zoals eerder aangegeven, niet op orde. Er is dus nog geen enkel zicht op een mogelijke termijn van afronding.”

In de komende verslagperiode zal de administratie van beide exploitatiemaatschappijen nader worden onderzocht en geprobeerd wordt om een lijst van debiteuren (vorderingen) en concurrente crediteuren op te stellen.
De debiteuren zullen worden aangeschreven en er zal een begin worden gemaakt met het beoordelen van de ter verificatie ingediende schuldvorderingen.
Tot voor kort had de curator nog geen enkel vooruitzicht dat er op enig moment een uitkering aan concurrerende crediteuren kan plaatsvinden.
Het is vooralsnog dan ook weinig zinvol om een verificatievergadering te agenderen.

Bron: Antiliaans Dagblad

Advertentie

back home