PG bevestigt tegenover Akshon Sivíl
WILLEMSTAD — Het Meldpunt Ongebruikelijke Transacties (MOT) heeft nooit een klacht omtrent het vermoeden van witwassen van geld door Gerrit Schotte bij het Openbaar Ministerie (OM) ingediend. Dat bevestigt OM-woordvoerder Norman Serphos. Dit is ook naar pressiegroep Fundashon Akshon Sivíl gecommuniceerd. De groep wilde weten of het OM inderdaad alle MOT-meldingen rond Schotte heeft onderzocht. Het OM, dat in 2010 ook in het bezit was van belastende documenten, zag toen geen reden om een strafrechtelijk onderzoek naar de premier in te stellen.
Hetgeen Akshon Sivíl uit diverse bronnen heeft vernomen, blijkt dus te kloppen.
Deze bevestiging staat volgens de pressiegroep haaks op de eerdere verklaring die de regering via een persbericht de wereld in heeft gestuurd.
In het persbericht zou de schijn zijn gewekt dat het OM de MOT-meldingen wel heeft onderzocht.
Volgens de pressiegroep heeft de premier geprobeerd om met behulp van leugens de bevolking van Curaçao een verkeerd beeld voor te houden.
Akshon Sivíl meent dat procureur-generaal Dick Piar er mede debet aan is dat deze kennelijke leugen verspreid is, zodat de bevolking van Curaçao opgescheept zit met een persoon die volstrekt niet gekwalificeerd is voor de functie van minister-president.
In een brief gedateerd 1 augustus aan Akshon Sivíl legt Piar echter uit dat pas wanneer het MOT bepaalde transacties als verdacht aanmerkt, dit wordt gemeld aan het OM.
“Het OM krijgt dus niet alle ongebruikelijke transacties te zien, maar slechts een selectie die volgens het MOT moet worden aangemerkt als verdachte transactie. Het MOT staat los van het OM en valt onder het ministerie van Financiën”, aldus Piar.
Pas als het OM al een strafrechtelijk onderzoek heeft gestart kan het OM zelf het MOT benaderen en ongebruikelijke transacties met betrekking tot dat strafrechtelijk onderzoek opvragen.
“Op grond van gegevens uit dat strafrechtelijk onderzoek kunnen die ongebruikelijke transacties immers wellicht verdachte transacties zijn”, legt Piar uit.
Het OM heeft geen bevoegdheid om zonder strafvorderlijke noodzaak het MOT te bevragen over ongebruikelijke transacties.
43 MOT-meldingen
Vorig jaar oktober verklaarde Schotte zich in de Staten al brandschoon.
In het rapport Rosenmöller werd melding gemaakt van de 43 zogenoemde MOTmeldingen die zijn gedaan inzake betalingen in de periode van 2005 tot 2010.
Er waren volgens het document de vijf voorafgaande jaren geen MOT-meldingen op naam van Schotte doorgegeven aan het OM.
Maar om zeker te stellen dat de meldingen correct waren afgerond, is de ministerpresident met de gouverneur overeengekomen dat de gouverneur de zaak met de procureur-generaal zou opnemen.
Dit ter voorkoming van de schijn dat de minister-president in eigen zaak zou moeten oordelen.
Uit de raadpleging van de PG is de conclusie getrokken dat er in de MOT-meldingen geen aanleiding is gevonden om verder strafrechtelijk onderzoek in te stellen.
De meldingen zijn immers om administratieve redenen gedaan aan het MOT, omdat zij voldeden aan de wettelijke criteria als ‘ongebruikelijk’.
Zij werden niet beschouwd als ‘verdacht’ en dit is ook nogmaals door het OM bevestigd.
Het OM zou alsnog, op basis van het vuistdikke bewijsmateriaal dat Akshon Sivíl onlangs bij het OM heeft ingediend, een strafrechtelijk onderzoek kunnen instellen.
Volgens de stichting zou Schotte zo’n vijftig verdachte transacties hebben gedaan van in totaal acht ton, waarvan de hoogste een bedrag van 50.000 gulden betrof.
http://kkc.curacao.nl/viewtopic.php?f=128&t=2066&p=2440&hilit=MOT#p2440
LIK op stuk:
http://kkc.curacao.nl/viewtopic.php?f=95&t=2016&p=2388&hilit=MOT#p2388