DEN HAAG — De Nederlandse regering is bereid om St. Maarten te helpen bij de aanpak van corruptie, maar alleen op voorwaarde dat de autoriteiten autonome bevoegdheden tijdelijk uit handen geven. Minister Ronald Plasterk van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zei dit vandaag in reactie op het recente integriteitsonderzoek door PricewaterhouseCoopers.

“Het beeld van het rapport is ontluisterend. Het bederf is doorgedrongen tot alle lagen van het bestuur”,

zei Plasterk.

“Ik denk dat de aanpak hiervan los moet staan van welke regering dan ook. Daarom wil ik een gezamenlijke aanpak. Je kunt bovendien niet een dik rapport aan de regering overhandigen en dan verwachten dat ze er zelf wel uitkomen.”

De Nederlandse regering pleit voor een drietal maatregelen, namelijk de benoeming van een geheel onafhankelijke toezichthouder voor integriteit, de oprichting van een aparte afdeling binnen het Openbaar Ministerie die zich met name richt op fraude, corruptie en andere vormen van witte-boorden-criminaliteit en het tijdelijk onder Rijkstoezicht plaatsen van douane, politie en kustwacht, waarmee justitie niet langer een lokale bevoegdheid is.

De Nederlandse regering is bereid om mankracht te leveren, als aan die voorwaarden wordt voldaan. Plasterk wilde niet vooruitlopen op het aantal mensen dat hij beschikbaar wil stellen.

De minister benadrukte de noodzaak om met de demissionaire regering van St. Maarten of een eventuele nieuwe regering overeenstemming te bereiken over deze maatregelen.

De voorstellen zullen aan de orde komen tijdens de Rijksministerraad, al liet Plasterk doorschemeren dat dit niet al meteen aanstaande vrijdag is. Een officiële reactie van de demissionaire regering had hij vanmiddag nog niet ontvangen.

Heyliger

Met het voorstel komt de Nederlandse regering een heel stuk tegemoet aan de Tweede Kamer. Met name de VVD, SP en PvdA waren stellig over de rol die Nederland moet spelen. André Bosman van de VVD zei dat Nederlandse hulp altijd verbonden is aan strenge voorwaarden.

“Het lost niets op om gewoon mensen te sturen, als ze op St. Maarten deel uitmaken van een systeem dat corrupt is. We moeten wel de mogelijkheid hebben om in te grijpen”,

zei Bosman. Hij reageerde daarmee op Wassila Hachchi van D66, die opmerkte dat St. Maarten al lange tijd tevergeefs om ondersteuning vraagt. Zij benadrukte dat ingrijpen een laatste redmiddel is als alle andere pogingen geen resultaat hebben opgeleverd. De PvdA-minister heeft volgens Hachchi onvoldoende samen met St. Maarten naar een oplossing gezocht.

“Hij lijkt wel een VVD-minister”, aldus Hachchi.

Ronald van Raak van de SP reageerde hierop met de opmerking dat hij in ieder geval blij was dat Plasterk geen D66-minister is, die almaar wil praten en samenwerken.

“Verwacht u nu werkelijk dat Theo Heyliger de corruptie gaat aanpakken als hij deel uitmaakt van de nieuwe regering?,”

vroeg hij aan Hachchi. De SP’er benadrukte de noodzaak om ook de meest recente verkiezingen tegen het licht te houden. Roelof van Laar van de PvdA bleek ook voorstander van Nederlandse hulp en gaf de autoriteiten van St. Maarten het advies om een zakenkabinet te benoemen.

Van de grote partijen gaf ook het CDA aan voorstander te zijn van een Nederlandse rol bij de aanpak van de criminaliteit.

De Tweede Kamerleden stelden hun vragen overigens tijdens de eerste termijn van het debat over de begroting van Koninkrijksrelaties voor 2015. Plasterk zal de Nederlandse inzet vanavond uitgebreid toelichten.

Bron: Amigoe

door onze correspondent

Otti Thomas