DEN HAAG -Nederland is als leider van het onderzoek naar de aanslag op vlucht MH17 in verlegenheid gebracht. Sinds de afkondiging van het bestand in Oost-Oekraïne gaat niet Nederland voorop in pogingen om weer toegang te krijgen tot het rampgebied, maar Maleisië en Australië.
Terwijl Nederland gisteren aankondigde de leider van de repatriëringmissie Pieter-Jaap Aalbersberg weer naar Kiev te sturen, zat de Maleisische minister van Defensie Hishammuddin Hussein daar al lang en breed te overleggen met de Oekraïense regering.
Hussein vroeg vicepremier Groysman het onderzoek naar de oorzaak van de vliegramp ter plaatse te kunnen voortzetten.
De dag ervoor had Maleisië al een onderzoeksteam naar Oekraïne gestuurd. „Maleisië probeert de druk op te voeren”, laat een Oekraïense regeringswoordvoerder weten.
Afgelopen weekend hadden Australië en Maleisië al op eigen houtje aangekondigd weer naar het rampgebied te willen. Nederland kwam in hun verhaal amper voor.
„Maleisië heeft bewijs nodig om de daders voor de rechter te kunnen brengen, en dat moet gebeuren voor de winter invalt”, verduidelijkte premier Razak.
Nederland werd verrast door het initiatief van de twee landen, zo viel dit weekend in kabinetskringen te horen.
Aanvankelijk werd dan ook gezegd dat het verhaal niet klopte. Maar toen het wél bleek te kloppen, was de verklaring ineens dat Australië en Maleisië in overeenstemming met Nederland hadden gehandeld. Dat was ook de lijn die het ministerie van Buitenlandse Zaken gisteren aanhield. Een woordvoerder stelt dat er juist heel nauw overleg is tussen de betrokken landen.
„Ook met betrekking tot de contacten met Oekraïense autoriteiten en de OVSE.”
Door: Jorn Jonker en Niels Rigter
Wrakstukken MH-17 verkocht
Video:
Bron: Telegraaf
Koudwatervrees.