Mijnssen niet gewraakt maar wel van zaak
Willemstad – Hoewel het verzoek om rechter Mijnssen te wraken eerder door de wrakingskamer werd afgewezen, zal de rechter vandaag toch niet beslissen in de zaak rond de uitlevering van twee verdachten aan de Verenigde Staten.
Advertentie
Dit heeft te maken met het feit dat er voor vandaag drie rechters waren ingeroosterd – rechters Verheijen, Carmelia en Doelder – en dus niet Mijnssen, zo bevestigt persrechter Mauritsz de Kort desgevraagd.
Advocaat Peppie Sulvaran van de twee verdachten wilde de rechter wraken omdat een cliënt van hem in 1999 door Mijnssen benadeeld zou zijn.
,,Het is aan de rechter zelf of hij verzoekt zich te mogen verschonen”, zo stond in de beschikking.
Dit is echter niet gebeurd, het is om roostertechnische redenen dat Mijnssen vandaag niet zal beslissen over de uitlevering van Ramphis Rietwijk en Gilbertico Felesia.
De twee worden verdacht van drugssmokkel.
Sulvaran beschuldigde Mijnssen van liegen en valsheid in geschrifte.
Op 13 december werd bekendgemaakt dat de zaak van de uitleveringsverzoeken behandeld zou worden door onder anderen rechter Mijnssen.
Meteen na aanvang van de behandeling verzochten Rietwijk en Felesia mondeling tot wraking omdat Mijnssen valsheid in geschrifte zou hebben gepleegd.
In de uitspraak van de wrakingskamer wordt gemotiveerd: ,,De ernstige beschuldigingen door Rietveld en Felesia staan of vallen met de beweerde opzettelijkheid van het gebeurde in 1999. Alleen in geval van opzet zou immers sprake kunnen zijn van vervalsen en liegen. Voor de conclusie dat in november 1999 met opzet of welbewust onjuistheden zijn vermeld is echter geen enkel aanknopingspunt te vinden.”
,,Wat overblijft zijn fouten, zowel in de beschikking, als bij een poging die te herstellen.
Fouten waarvan de toenmalige cliënt van Sulvaran bovendien geen schade of ander nadeel heeft ondervonden.
Die fouten hoeven niet te worden gebagatelliseerd, maar leveren geen aanwijzing op dat Mijnssen, als een van de rechters die ze maakte, ten opzichte van verzoekers enige vooringenomenheid koestert, noch dat de bij verzoekers bestaande vrees dat Mijnssen ten opzichte van hen een vooringenomenheid koestert, objectief gerechtvaardigd is.
De verzoeken zijn dan ook ongegrond.”
Bron: Antilliaans Dagblad
Advertentie