WILLEMSTAD — Op Curaçao is nog geen officiële melding gedaan van patiënten die besmet zijn met het chikungunya-virus, dat lijkt op dengue. Maar dat wil niet zeggen dat het virus hier nog geen ‘voet aan wal’ heeft gezet.

Dat zegt epidemioloog Izzy Gerstenbluth desgevraagd tegenover deze krant. Sinds vorig jaar is er sprake van een epidemie van het chikungunya-virus in het Caribisch gebied. Op Aruba werd deze week gemeld dat er nu sprake is van één bevestigd geval. Deze persoon is door een lokale transmissie besmet geraakt, dus gestoken door een mug die het virus draagt en rondvliegt op het eiland. Op Bonaire was vorige maand ook sprake van één officieel geval, maar afgelopen week bleek uit specialistische testen door het Rijksinstituut Volksgezondheid en Milieu (RIVM) dat het toch géén chikungunya was.

Op St. Maarten werd in februari van dit jaar melding gedaan van 601 officieel bevestigde gevallen, terwijl het aantal chikungunya-gevallen in de Dominicaanse Republiek al in de duizenden loopt.

Personenverkeer

“Het is een epidemie, dus een kwestie van tijd”, zegt Gerstenbluth. “

Het personenverkeer tussen St. Maarten en Curaçao is hoog.” Hij heeft wel de indruk dat het verloop van chikungunya op St. Maarten niet zo ernstig is. Gerstenbluth krijgt regelmatig telefoontjes van mensen die net terug zijn van de Dominicaanse Republiek of St. Maarten en symptomen hebben van wat lijkt op chikungunya of dengue.

“Ik adviseer ze om hun bloed te laten testen op deze ziekte, maar als ik ze dan een paar dagen later terugbel, dan blijken ze al aan de beterende hand te zijn en zijn ze niet eens meer naar het laboratorium geweest.”

Er is dus nog geen officieel geval van chikungunya op het eiland. Aan het virus zelf kun je niet veel meer doen dan uitzieken. Ondersteunende maatregelen zijn veel drinken, zodat de nieren – die als filter dienen – goed doorgespoeld worden. Verder kun je alleen maar aan pijnbestrijding doen en dan gaat het hopelijk vanzelf weer over.

Broedplekken

Minister Ben Whiteman van Gezondheid, Milieu en Natuur (GMN) uitte begin dit jaar kritiek op de bestrijding van de Aedes Aegypti-mug, die chikungunya of dengue over kan brengen. Hij wil dat de mug effectiever bestreden wordt door informatie te verstrekken aan de bevolking door middel van horizontale programma’s. De minister pleitte voor meer capaciteit binnen zijn ministerie om horizontale programma’s op te zetten. Volgens Whiteman is er binnen het ministerie jarenlang met verticale programma’s gewerkt.

Behalve dat deze manier geldverslindend is, levert die ook geen blijvend resultaat op. Een verticaal programma bij het bestrijden van de dengue en chikungunya verspreidende Aedes Aegypti-mug is bijvoorbeeld meer controleurs inzetten die in de wijken broedplaatsen verwijderen.

Bewustwording

“Die bewustwording over het belang van het schoonhouden van je tuin moet je blijven creëren”, zegt Gerstenbluth. Want het heeft natuurlijk weinig zin als maar één iemand in de straat zijn tuin schoonhoudt en de buren niet. Of als de rooi voor het huis niet schoongemaakt wordt door de overheid. “Het moet structureel gebeuren, we kunnen niet wachten tot de regentijd aanbreekt”, aldus Gerstenbluth.

Voor het geven van informatie over de bestrijding van de muggen via televisie en radio en op scholen, het maken van folders en van boeken die uitleg geven over het virus en de bestrijdingsmogelijkheden (horizontale programma’s), is echter wel menskracht nodig.

En ook op het ministerie van GMN kampen ze nog steeds met onderbezetting, mede vanwege de afgekondigde personeelsstop.

Bron: Amigoe