Eerlijk zeggen, zou je Xander Bogaerts herkennen als hij langsliep? De korte stop van de Amerikaanse honkbalclub Boston Red Sox is dankzij een nieuw contract naar verluidt de bestverdienende Nederlandse sporter van dit moment, maar zijn roem blijft daar ver bij achter.

Niet overal, overigens. In de honkbalgekke Verenigde Staten moet Bogaerts, die tot en met 2025 gemiddeld bijna zeventien miljoen euro per jaar gaat verdienen, met een pruik en zonnebril de deur uit als hij niet herkend wil worden.

“Hij kan gemakkelijker in Amsterdam over straat dan in Boston of Washington”, weet Tjerk Smeets, technisch directeur van de Nederlandse honkbalbond (KNBSB).

Smeets: “We doen het in het internationale honkbal in elke leeftijdscategorie hartstikke goed, maar het komt nog niet echt aan bij het Nederlandse publiek.”

En dat terwijl Bogaerts toch al wereldkampioen werd (in 2011) en met zijn club al twee keer de World Series won: vorig seizoen en in 2013.

Bogaerts zou naar verluidt nu de best verdienende Nederlandse sporter zijn. Ter vergelijking: voetballer Virgil van Dijk zou bij Liverpool zo’n 10 miljoen euro per jaar opstrijken.

Maar het is bijvoorbeeld niet bekend wat Max Verstappen verdient; schattingen over het jaarsalaris van de Red Bull-coureur lopen uiteen.

Gelukkig voor Bogaerts baseren de Red Sox hun keuzes niet op naam en faam onder Nederlandse sportfans. En dus hing het megacontract van de 26-jarige Arubaan al in de lucht.

“Hij zat in het laatste jaar van zijn huidige verbintenis, wat ook geen lullig contract is trouwens. Na dit jaar zou hij dus free agent, transfervrij, geweest zijn”, verklaart Smeets.

De technisch directeur van de honkbalbond denkt ook dat Bogaerts de enorme investering waard is. “Als je kijkt naar zijn resultaten over de afgelopen jaren is het een van de beste, zo niet de beste korte stop die er te vinden is.”

En hij is in het bezit van een Nederlands paspoort en kwam al uit voor Oranje. Gaan ‘wij’ daar dan nog de vruchten van plukken op de Olympische Spelen van volgend jaar? Niet helemaal, verklaart Smeets.

“Het meedoen van Bogaerts in Tokio is heel onrealistisch. Simpelweg omdat de Major League Baseball zijn spelers niet zal vrijgeven voor de Spelen. Helaas, maar dat is een gegeven.”

“De volgende keer dat hij zeker weer een oranje shirt aanheeft is op de World Baseball Classic van 2021/2022. Dan zullen jongens als Kenley Jansen, Bogaerts en Didi Gregorius wel voor ons team uitkomen.”

Olympisch kampioen zal Xander Bogaerts volgend jaar dus niet worden, maar de Arubaan mag zich al wel wereldkampioen noemen. In 2011 greep hij de mondiale titel met Team Kingdom of the Netherlands.

“Toen was het nog een jong pikkie, dat net bij de selectie kwam”, herinnert Tjerk Smeets zich. “Voor het WK werd hij als bankspeler toegevoegd, maar hij kon toen wel de titel ‘wereldkampioen’ achter zijn naam zetten en werd benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau.”

Bron: NOS