WILLEMSTAD – Om de overlast in de binnenstad door dakloze drugsverslaafden te beperken, is de nachtopvang weer geopend. Drie jaar nadat deze door personeelsgebrek werd gesloten.
De Caprilles-kliniek en Fundashon pa Maneho di Adikshon (FMA) hebben een samenwerkingsovereenkomst hiertoe gesloten die 1 juni is ingegaan.
In 2015 moest FMA de nachtopvang van ‘Dios Yudami’ in de wijk Scharloo sluiten. De overheid stelde geen personeel uit een leerwerktraject meer beschikbaar om de nachtdiensten te draaien. Daarmee veranderde de opvang in een inloopcentrum overdag.
Op een steenworp afstand runde de Caprilles Kliniek, het centrum ‘Un mihó mañan’ voor drugsverslaafden met psychiatrische problemen. Daar mochten zij nog wel slapen. Maar door geldgebrek dreigde dit centrum zijn deuren te moeten sluiten. Met de vrees voor meer overlast in de binnenstad.
20 bedden
Beide instanties hebben de handen dus nu ineen geslagen: Caprilles sloot haar centrum en bespaarde daarmee flink. En trok personeel aan. FMA bespaart nu kosten doordat maaltijden voor haar klanten uit de keuken van de Caprilles-kliniek komen. Door deze veranderingen werd de nachtopvang mogelijk met nu 20 bedden.
FMA blijft de dagopvang verzorgen: dat betekent maaltijden, baden, schone kleren voor de verslaafden. In 2017 maakten dagelijks gemiddeld 38 personen daarvan gebruik. Die groep is nu dus groter met verslaafden die vroeger naar de Caprilles-kliniek gingen.
Bron: NTR/CaribischNetwerk
Anders dan de meeste mensen kom ik regelmatig onder de mensen en ik spreek af en toe een verslaafde. Wat mij altijd opvalt is dat het voor de meeste verslaafden lijkt alsof de tijd is stil blijven staan.
Zo had ik laatst een gesprek met Chodo, Chodo is zeker langer dan 20 jaar aan drugs verslaafd. Elke keer als ik een gesprek met Chodo voert begint hij over dat als hij straks afgekickt is en weer werk heeft dat hij zich weer met zijn vrouw kan herenigen en weer met zijn kinderen kan spelen.
Zelf vind ik het hartverscheurend want ik weet dat de kinderen van Chodo intussen volwassen zijn en dat zijn ex vrouw allang een ander heeft.
Het gesprek eindigt altijd met hetzelfde; “Bo por judami ku algoe?”. Elke keer weer haal ik mijn portemenee tevoorschijn, wetende dat het geld straks in de zak van de dealer verdwijnt.