28 C
Willemstad
• vrijdag 19 april 2024

Democracy now! | Wednesday, April 17, 2024

Democracy Now! is a national, daily, independent, award-winning news program hosted by journalists Amy Goodman and Juan Gonzalez. Democracy Now!’s War and Peace Report provides our audience...

Extra | Journaal 17 april 2024

Elke werkdag het laatste nieuws van Extra, nu ook in het Nederlands. Bron: Extra

Democracy now! | Tuesday, April 16, 2024

Democracy Now! is a national, daily, independent, award-winning news program hosted by journalists Amy Goodman and Juan Gonzalez. Democracy Now!’s War and Peace Report provides our audience...

Extra | Journaal 16 april 2024

Elke werkdag het laatste nieuws van Extra, nu ook in het Nederlands. Bron: Extra

Democracy now! | Monday, April 15, 2024

Democracy Now! is a national, daily, independent, award-winning news program hosted by journalists Amy Goodman and Juan Gonzalez. Democracy Now!’s War and Peace Report provides our audience...

Extra | Journaal 15 april 2024

Elke werkdag het laatste nieuws van Extra, nu ook in het Nederlands. Bron: Extra
- Advertisement -spot_img

EVD | Olie en gaswinning Curacao (deel 3)

HomeMediaEVD | Olie en gaswinning Curacao (deel 3)

Achtergrond en Historie deel 3. Door: Dirk Ormel

Olie en gaswinning Curaçao - deel 3
Olie en gaswinning Curaçao – deel 3

Heeft Curaçao olie en gas in haar zeebodems? Deze vragen zijn de afgelopen jaren meerdere malen aanleiding geweest voor heftige politieke debatten. Een en ander is ook de reden geweest dat thans wetgeving over dit onderwerp in de maak is, te weten de Petroleumlandsverordening. Dit artikel is het derde in een reeks van artikelen waarin wordt ingegaan op een aantal onderwerpen die verband houden met de Petroleumlandsverordening, die thans in de concept fase verkeert.

Allereerst wordt in twee delen (klik hier voor deel 1 en hier voor deel 2) de achtergrond geschetst van de historische ontwikkeling van de internationale olie- en gasindustrie en de relatie tussen overheden en oliemaatschappijen. Dit derde artikel bespreekt de concept Petroleumlandsverordening zoals die er nu ligt en maakt een vergelijking met de Petroleumverordening van Aruba. Verder wordt een uitleg gegeven over de zeegrens tussen Curaçao en Venezuela en de betekenis daarvan voor olie- en gaswinning. Afsluitend zal aandacht worden besteed aan de gevolgen die het vinden van olie of gas voor Curaçao en haar bevolking zou kunnen hebben; worden we daadwerkelijk “Curabieren”?

Geen petroleumlandsverordening  van kracht voor Curaçao
Op dit moment is er geen verordening van kracht die onderzoek naar en de winning van olie en gas voor Curaçao regelt. De ontwerp verordening dient als vervanging voor de inmiddels ingetrokken verordening van de Benedenwindse eilanden, die nooit in werking is getreden. Het ontwerp bevindt zich thans in de adviesfase.

Eigendom van olie en gas
Het doel van de ontwerp verordening zal zijn om regels te geven voor het onderzoek naar- en de winning van olie en gas in de Curaçaose zeebodems. Uitgangspunt van het ontwerp is dat alle olie en gas aanwezig in het zeegebied van Curaçao het eigendom is van het Land Curaçao. Waaruit het zeegebied van Curaçao bestaat – en hoe de zeegrens met Venezuela, Aruba en Bonaire is bepaald – wordt besproken in het volgende artikel van deze reeks.
Wordt er olie of gas gewonnen dan gaat de eigendom daarvan over op een speciaal daartoe aangewezen overheidsvennootschap. Deze overheidsvennootschap verkrijgt bovendien in beginsel het exclusieve recht op onderzoek (exploratie) naar en de winning (exploitatie) van olie en gas.

Verkenningsonderzoek
Op grond van de verordening mag de overheidsvennootschap met een derde partij een overeenkomst sluiten voor het uitvoeren van een verkenningsonderzoek naar olie en gas. De goedkeuring van de Minister-president is hiervoor een vereiste. Een dergelijk verkenningsonderzoek hoeft niet exclusief te zijn, zo kan toestemming worden gegeven aan verschillende partijen om in aparte gedeeltes van het Curaçaose zeegebied onderzoek te verrichten.
Daarnaast is het mogelijk dat er een vergunning wordt verleend aan een derde partij voor zuiver wetenschappelijk onderzoek in het zeegebied van Curaçao. Hier besluit de Minister-president na overleg met de overheidsvennootschap en na instemming van de Minister van Onderwijs over.

Productieovereenkomst
Naast een verkenningsonderzoek kan door de overheidsvennootschap ook een exclusieve overeenkomst worden gesloten met een derde partij (waarschijnlijk een internationale oliemaatschappij). Op grond daarvan verkrijgt de oliemaatschappij een concessie voor de olie- en gaswinning. Een dergelijke productieovereenkomst (production sharing contract) zal voorzien in de exclusieve exploratie en exploitatie in een afgebakend gedeelte van het zeegebied van Curaçao. Wederom is goedkeuring van de Minister-president nodig (ter vergelijking: in de verordening voor de Sababank is eveneens goedkeuring van de Minister-president nodig, terwijl voor Aruba instemming van de voltallige Ministerraad is vereist).

De verordening stelt wel een aantal voorwaarden aan een dergelijke productieovereenkomst: zo mag de duur van het onderzoek naar ‘winbare’ olie en gas niet langer zijn dan 12 jaar. Ook dient er binnen dit tijdsbestek tenminste één boring plaats te vinden. Bovendien mag de totale duur van de productieovereenkomst, inclusief onderzoek, niet langer zijn dan 40 jaar.

Verder regelt de verordening hoe de afdracht van een gedeelte van de winst uit de olie- en gaswinning aan de overheidsvennootschap wordt berekend. Onder andere is ten aanzien van de winst van de oliemaatschappij bepaald dat het aandeel daarin van de overheidsvennootschap stijgt naarmate het volume van de olie- en gaswinning toeneemt. De vaststelling van het winstaandeel van de overheidsvennootschap zal een belangrijk agendapunt worden bij onderhandelingen over een productieovereenkomst.

Kader voor nadere regelgeving
De verordening is een raamwet van waaruit nadere regelgeving en beleid kan worden opgesteld of aangepast op tal van gebieden gerelateerd aan olie- en gaswinning. Zo is bepaald dat middels een landsbesluit en na de Energieraad (een nog op te richten adviesorgaan) te hebben gehoord, er regelgeving gemaakt kan worden op tal van gebieden. Dit betreft veelal de bescherming van internationaalrechtelijk erkende belangen. Zo omvat dit onder meer milieubescherming, arbeidsomstandigheden, bescherming cultureel erfgoed, de bewaring van onderzoeksgegevens en de aanleg en toegang tot pijpleidingen die bestemd zijn voor het transport van olie en gas.

Is er sprake van een dreigende ‘ernstige aantasting’ van de hiervoor opgenoemde zaken dan kan de Minister-president maatregelen voorschrijven ten aanzien van het onderzoek naar en de winning van olie en gas. Ook is hij bevoegd om zolang de nadere regelgeving niet wordt nagekomen de werkzaamheden te doen staken (mocht dat nodig zijn).

Opbrengsten
De oliemaatschappij met wie een productieovereenkomst is aangegaan dient aan de overheidsvennootschap – naast een aandeel in de winst – ook een aparte vergoeding te betalen, vergelijkbaar met royalties. Deze wordt berekend aan de hand van het oppervlakte aan zeegebied dat zij gebruikt. De oppervlakteheffing beoogt kosten te bestrijden die door de overheid gemaakt worden nog voordat er sprake is van eventuele commerciële winning van olie of gas.
Uiteindelijk dient de overheidsvennootschap de behaalde winst te storten in een nader te bepalen (en nog op te richten) fonds. Dit fonds zal als doestelling hebben de sociaal-economische ontwikkeling van Curaçao. De ontwerp verordening geeft aldus niet de ruimte voor afdracht van (een deel van de) winst aan bijvoorbeeld Nederland.

Vergelijking met de Aruba en Sababank Petroleumverordening
De ontwerp Petroleumlandsverordening voor Curaçao (en ook die van Aruba) is grotendeels gebaseerd op de verordening voor de Sababank.

Toch zijn er enkele verschillen, die vooral ingegeven zouden zijn door veranderde omstandigheden op het gebied van olie- en gaswinning. Misschien wel het grootste verschil met de verordening Sababank is dat voor Curaçao gekozen is voor een eenvoudig stelsel van rechten en vergoedingen. Zowel de overheidsmaatschappij als de oliemaatschappij waarmee een productieovereenkomst wordt gesloten zijn vrijgesteld van belasting voor winsten behaald uit de winning en verkoop van olie en gas. Verder is bepaald dat de overheidsvennootschap haar winsten stort in een sociaal-economisch fonds. Het storten van de winsten in een dergelijk fonds is een belangrijke verandering ten opzichte van de situatie onder de Sababank en Arubaanse verordeningen, waarin niets geregeld is omtrent de aanwending van de opbrengsten uit olie- en gaswinning. Bij de Sababank en Aruba konden/kunnen winsten in beginsel dan ook worden uitgekeerd als dividend aan de aandeelhouder (Overheid)

Onderhandelingen met oliemaatschappijen
Het ontwerp lijkt in grote lijnen overeen te komen met de petroleumverordening van de Sababank en Aruba. Die verordeningen hebben het mogelijk gemaakt dat oliemaatschappijen onderzoek zijn gaan doen naar olie- en gaswinning en ook daadwerkelijk boringen hebben verricht.

Wordt het ontwerp voor Curaçao aangenomen, al dan niet met eventuele amendementen, en treedt het vervolgens in werking dan is in ieder geval de mogelijkheid geschapen om met geïnteresseerde partijen in onderhandeling te treden over het onderzoek naar en de eventuele winning van olie- en gas. Het framework ligt immers gereed. Nu is het aan de Staten om het verder af te handelen én toe te zien op de invoering daarvan.
Deze artikelenreeks is in juli en augstus 2013 gepubliceerd in het Antilliaans Dagblad. Dirk Ormel is advocaat bij VanEps Kunneman VanDoorne en lid van de sectorgroep Energie & Natuurlijke Hulpbronnen.

Zie ook: Dossier: Kompania di Petroli i Gas (KPG) – olie & gas op Curaçao?

Bron: ekvandoorne.com

Dit artikel is geplaatst in

1 reactie

  1. zo mag de duur van het onderzoek naar ‘winbare’ olie en gas niet langer zijn dan 12 jaar. Ook dient er binnen dit tijdsbestek tenminste één boring plaats te vinden. Bovendien mag de totale duur van de productieovereenkomst, inclusief onderzoek, niet langer zijn dan 40 jaar[…]

    Wat is het nu? 12 of 40 jaar?
    Een productieovereenkomst van veertig jaar is twee generaties lang. Dit betekent, mocht er iets binnen die termijn veranderen qua verontreiniging van de milieu elementen, de bevolking 40 jaar in de vervuiling blijft zitten.
    Een productieovereenkomst van veertig jaar past niet meer in deze tijd en wordt niet meer toegepast in geciviliseerde landen, er moet ruimte blijven voor revisie van de productieovereenkomst tussendoor. Dit staat ook in de milieuwetgeving.

Geef een reactie

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in

Zoeken

Recente reacties