Het Hof heeft vandaag het verzoek tot herziening van twee veroordeelden in de zogenaamde “Gasora-zaak” afgewezen.
Op 14 februari 1999 werd de bewaker A. van der Dijs bij een gewapende overval op pompstation Gasora gedood. Op 17 februari 1999 is een drietal politieagenten beschoten. Daarbij is niemand gewond geraakt.
Voor de overval en bet schietincident is de destijds 21-jarige R.G.A. D. veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf. Voor zijn aandeel in de overval is de destijds 20-jarige W.B. S. veroordeeld tot 18 jaar gevangenisstraf.
Op 21 november 2014 is namens beide veroordeelden een verzoek tot herziening ingediend bij bet Hof. Herziening is een buitengewoon rechtsmiddel. Het strekt ertoe mogelijk te maken dat een onherroepelijk vonnis wordt teruggedraaid en een veroordeelde, alsnog, wordt vrijgesproken. Er moet dan wei sprake zijn van nieuwe omstandigheden.
Die omstandigheden moeten bovendien van dien aard zijn dat zij bet ernstige vermoeden wekken dat de rechter zou hebben vrijgesproken als hij die nieuwe omstandigheden destijds had gekend.
Als nieuwe omstandigheden zijn twee getuigenverklaringen overgelegd.
De eerste getuige heeft destijds een belastende verklaring bij de politie afgelegd. Daarop is de getuige later, tijdens het proces, ten overstaan van de rechter teruggekomen. In zoverre is de verklaring dus niet nieuw.
Nieuw was wei de mededeling van de getuige dat deze destijds onder te zware druk van de politie tot haar belastende verklaring is gekomen. Dat daarvan sprake was is volgens bet Hof onvoldoende aannemelijk gemaakt. Nieuw was ook de mededeling dat een ander dan een van de twee veroordeelden de bewaker heeft doodgeschoten.
Ook die mededeling is echter onvoldoende aannemelijk gemaakt volgens het Hof. De tweede getuige heeft destijds eveneens een belastende verklaring bij de politie afgelegd. Daarop is hij nu teruggekomen.
Tijdens het proces is deze getuige, destijds, niet gehoord door de rechter. Er is dus wei sprake van een nieuwe omstandigheid. De getuige verklaart destijds tot zijn belastende verklaring te zijn gekomen onder te zware druk van de politie.
Dat daarvan sprake was is volgens bet Hof echter onvoldoende aannemelijk gemaakt. Zijn thans afgelegde verklaring vindt volgens bet Hof bovendien onvoldoende steun in ander bewijsmateriaal.
Beide veroordeelden hebben voorts nader onderzoek Iaten doen naar hun alibi en naar eventuele andere daders. De resultaten van dat nadere onderzoek zijn door bet Hof onderzocht. Geoordeeld is dat een alibi en een ander scenario onvoldoende aannemelijk zijn geworden. Het herzieningsverzoek is daarom afgewezen.
Bron: Openbaar Ministerie