26 C
Willemstad
• vrijdag 29 maart 2024

Extra | Journaal 26 maart 2024

Elke werkdag het laatste nieuws van Extra, nu ook in het Nederlands. Bron: Extra

Democracy now! | Monday, March 25, 2024

Democracy Now! is a national, daily, independent, award-winning news program hosted by journalists Amy Goodman and Juan Gonzalez. Democracy Now!’s War and Peace Report provides our audience...

Extra | Journaal 25 maart 2024

Elke werkdag het laatste nieuws van Extra, nu ook in het Nederlands. Bron: Extra

Democracy now! | Friday, March 22, 2024

Democracy Now! is a national, daily, independent, award-winning news program hosted by journalists Amy Goodman and Juan Gonzalez. Democracy Now!’s War and Peace Report provides our audience...

Extra | Journaal 22 maart 2024

Elke werkdag het laatste nieuws van Extra, nu ook in het Nederlands. Bron: Extra

Democracy now! | Thursday, March 21, 2024

Democracy Now! is a national, daily, independent, award-winning news program hosted by journalists Amy Goodman and Juan Gonzalez. Democracy Now!’s War and Peace Report provides our audience...
- Advertisement -spot_img

OM | R. de G. veroordeeld voor witwassen in Campo Allegre

HomeMediaOM | R. de G. veroordeeld voor witwassen in Campo Allegre
Robert de Groof veroordeeld voor witwassen in Campo Allegre
Robert de Groof veroordeeld voor witwassen in Campo Allegre in Tartaros

De man R. de G. (1946) is vandaag door het Gerecht in Willemstad veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden. Hij werd door het Openbaar Ministerie (OM) Curaçao verdacht van 3 feiten, namelijk deelneming aan een criminele organisatie en medeplegen witwassen(meerdere malen gepleegd) van geld en goederen.

Het betreft de zaak bekend als “Tartaros” (Campo Allegre). Het Gerecht heeft alle drie feiten van het OM bewezen geacht, namelijk dat hij gedurende een lange periode in samenwerkingsverband met anderen geld heeft witgewassen in de zaak Campo Allegre.

Gelet op de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, op de omstandigheden waaronder de verdachte zich daaraan schuldig heeft gemaakt en op de persoon van de verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, acht het Gerecht na te noemen beslissing passend. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen: De verdachte heeft gedurende vele jaren op grote schaal geldbedragen en (onroerende) goederen witgewassen.

Witwassen is een ernstig strafbaar feit. Door zijn handelen heeft de verdachte eraan meegewerkt dat opbrengsten van misdrijven aan het zicht van justitie werden onttrokken en daaraan een schijnbaar legale herkomst werd verschaft. Het witwassen van criminele gelden vormt een bedreiging van de legale economie en een aantasting van de integriteit en de transparantie van het financiële en economische verkeer.

De verdachte heeft zijn activiteiten in georganiseerd verband gepleegd en hij had daarbij een bepalende, sturende rol. Dergelijke criminele verenigingen/organisaties zijn een gevaar voor de rechtsorde omdat het crimineel niveau daarvan hoger is dan de som van dat niveau van de leden van de vereniging/organisatie individueel. De geschetste aspecten van de onderhavige zaak maken dat niet anders dan met gevangenisstraf kan worden gereageerd. Bij de bepaling van de duur en de vorm van die vrijheidsstraf heeft het Gerecht in het bijzonder het volgende Iaten meewegen” aldus het vonnis.

Het beroep van de verdediging op strafvermindering wegens schending van de beginselen van een goede procesorde, slaagt deels. Er zijn meer dan zeven jaren verstreken na de start op 19 februari 2009 van de redelijke termijn als bedoeld in art. 6, eerste lid, EVRM. Deze termijn is dus fors overschreden en daarbij past een buitengewoon forse strafvermindering in de vorm van de door het Openbaar Ministerie voorgestelde halvering van de duur van de in beginsel passende gevangenisstraf. In wat de verdediging overigens heeft aangevoerd, ziet het Gerecht geen reden om de gevangenisstraf verder te verlagen en/of te komen tot een geheel of gedeeltelijke voorwaardelijke oplegging. Het is juist dat de zaak tegen een medeverdachte buitengerechtelijk is afgedaan. Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de rol van de verdachte bij de bewezen ver­ klaarde feiten anders is geweest dan die van de bedoelde medeverdachte. Dit aspect wordt door de verdediging onvoldoende onderkend.

Van schending van het gelijkheidsbeginsel is dan ook niet gebleken. Het is voorts juist dat ook tussen de verdachte en het openbaar ministerie feitelijk is gesproken over een buitengerechtelijke afdoening van de zaak. Het is uiteindelijk niet gelukt om tot een schikking te komen. Voor zover de verdediging tot uiting heeft willen brengen dat het openbaar ministerie dan weliswaar onderhandeld heeft, maar dat het zich daarbij (in verregaande mate) onvoldoende heeft ingespannen om tot een – ook voor de verdachte – in alle opzichten aanvaardbaar resultaat te komen, geldt dat het Openbaar Ministerie dit stellig heeft ontkend en dat dit ook niet blijkt uit de door de verdediging in het geding gebrachte stukken. Van belang is verder nog dat deze zaak weliswaar oude feiten betreft, maar dat de verdachte de late vervolging mede aan zichzelf te danken heeft, door zijn betrokkenheid bij de bewezen verklaarde feiten al die jaren zo goed te verhullen.

Op grond van het voorgaande en mede gelet op het feit dat gesteld noch gebleken is dat de verdachte detentieongeschikt is, acht het Gerecht de door de officier van justitie gevorderde straf passend en geboden. Zeker in vergelijking met de (langdurige) gevangenisstraffen die door de rechter zijn opgelegd aan diverse verdachten in de voorgaande opsporingsonderzoeken “Campo Alegre” en “Bon Bini” betreft dit in de optiek van het Gerecht overigens een relatief milde straf.

De op te leggen straf is mede gegrond op de artikelen 1:62, 1:136 en 1:224 van het Wetboek van Strafrecht”, aldus de rechter in haar vonnis.

Bron: Openbaar Ministerie

Geef een reactie

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in

Zoeken

Recente reacties