Curaçao heeft vandaag, dinsdag 22 november 2016, de vrouw A.d.R-J (22 december 1972, Dominicaanse Republiek) uitgeleverd aan de Verenigde Staten van Amerika.
De vrouw door leden van de Divisie Georganiseerde Criminaliteit van het Korps Politie Curacao overgedragen aan US Marshals. Onder begeleiding van de Amerikaanse functionarissen is zij met een speciaal daarvoor ingevlogen toestel naar Boston, Massachusetts vertrokken.
Het uitleveringsverzoek werd ingediend op 4 februari 2016 door de US Department of State. Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie heeft de uitlevering van A. D. R-J op 15 maart 2016 toelaatbaar geacht. De opgeëiste persoon is vervolgens in cassatie gegaan bij de Hoge Raad der Nederlanden in Den Haag. Op 20 september 2016 werd zij echter door de Hoge Raad niet-ontvankelijk verklaard in haar beroep. Daarmee werd het advies van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van 16 maart 2016 aan de Gouverneur onherroepelijk.
De Gouverneur van Curacao besloot op 25 oktober 2016 tot uitleveren van de vrouw aan het land dat het verzoek heeft gedaan, te weten de Verenigde Staten van Amerika.
Bij huiszoeking is begin december 2015 in een woning op Curaçao ongeveer 12 kilogram cocaïne door de politie in beslaggenomen evenals diverse materialen en machines om ‘bolletjes’ te vervaardigen en wapens.
De vrouw A.d.R-J wordt door de Amerikaanse Officier van Justitie verdacht van samenspanning om grote hoeveelheden cocaïne vanaf Curaçao illegaal in de Verenigde staten in te voeren en te distribueren. Zij werd in december 2015 samen met haar medeverdachte R.A., op grond van een arrestatiebevel – afgegeven door de US District Court for the District of Massachusetts– op Curaçao voorlopig aangehouden met het oog op uitlevering aan de Verenigde Staten van Amerika.
Bron: Openbaar Ministerie