WILLEMSTAD — De Arubaanse D.B. die zijn stiefdochter jarenlang heeft misbruikt is gisterochtend veroordeeld tot 24 maanden celstraf, waarvan zes maanden voorwaardelijk en drie jaar proeftijd.
De eis was 31 oktober hoger: 36 maanden cel, waarvan twaalf maanden voorwaardelijk, en een proeftijd van twee jaar met begeleiding van de Reclassering.
De rechter vindt het verhaal van het meisje plausibel en heeft rekening gehouden met de deskundigenrapporten in deze zaak.
Er werd echter ook rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, en daarom werd hem een gedeeltelijk voorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd.
Het gaat hier om een universitair opgeleide man met een goed inkomen.
Hij scoort hoog op de ladder van indirecte agressie, maar is nooit eerder in aanraking geweest met de politie voor soortgelijke feiten.
De zaak kwam aan het rollen toen het meisje enkele klasgenootjes had verteld wat haar stiefvader met haar deed.
B. heeft haar niet gepenetreerd, maar zou wel met ontuchtige handelingen zijn begonnen toen het meisje zes jaar oud was en vanuit Aruba naar Curaçao kwam met haar familie.
Het slachtoffertje zei later ook dat ze gelogen had, zodat ze weer naar Aruba terug kon, omdat ze gepest werd op school.
Een klasgenootje zou haar hebben verteld dat als ze zou vertellen dat haar vader haar misbruikte, zij weer naar Aruba kon.
Hetgeen ook is gebeurd.
B. verklaarde tijdens de behandeling van de zaak dat hij het meisje nooit onzedelijk had betast. Volgens de officier zijn er echter genoeg bewijzen dat B. zich schuldig heeft gemaakt aan ontuchtige handelingen met het tot hem toevertrouwde minderjarig kind.
De officier van Justitie wees op zijn eigen verklaring dat het gedrag van het meisje al sinds december heel erg was veranderd.
Het meisje werd steeds agressiever en wilde onder andere haar huiswerk niet maken.
Volgens de verdachte had het meisje al problemen en werd alles onterecht op hem afgeschoven. Volgens de officier van Justitie is het gedrag van het meisje echter veranderd door de seksuele voorlichting – georganiseerd door Hóben Goberná – die het meisje op school had gekregen.
Voor officier van justitie Ludmila Vicento is het een duidelijke indicatie dat het slachtoffertje toen pas in de gaten had dat wat haar vader met haar deed niet normaal was.
Het meisje dacht waarschijnlijk eerst dat de ontuchtige handelingen iets heel normaals waren wat vaders met hun dochters doen.
Misbruikte kinderen gaan zich inderdaad anders gedragen – worden onder andere agressief – als ze te weten komen wat hen is overkomen.
Uit het rapport van de kinderpsycholoog blijkt dat dit ook duidelijk werd gezegd door het meisje tijdens een studioverhoor, aldus de officier.
Ze zei toen tegen de deskundige dat ze meer wist over het ongepaste gedrag van haar vader, nadat ‘de mensen met de shirts van Bisa nò, kore bai op school langs waren geweest’.
Dat zijn dus de seksuele voorlichters van Hóben Goberná.
Niet in beroep
De verdachte hield altijd vol onschuldig te zijn maar gaat niet in beroep tegen het vonnis.
Dit om het meisje en haar familie te beschermen voor eventuele onaangename onderzoeken die wederom moeten plaatsvinden voor de behandeling in het hoger beroep, aldus zijn advocaat Quincy Girigorie.
