Column Sheila Sitalsing | De Antillen wegdoen? Dat gaat zomaar niet
Je hebt van die Nederlandse politici die vooral over de grenzen grote roem genieten. Harry van Bommel: tijdens zijn bezoeken aan Suriname steevast opening krant.
Bert Koenders: in tal van ‘s werelds brandhaarden met wuivende palmbladeren begroet. Ronald van Raak: al vele jaren een vaste waarde in de media die het deel bedienen van het Koninkrijk dat in de Caraïbische Zee ligt.
Toen ik gisteren de Amigoe opensloeg, dat sinds 1883 de bevolking van Curaçao van informatie voorziet, zag ik dat André Bosman definitief kan worden bijgeschreven bij de politici die voorbij Schiphol grotere bekendheid genieten dan vóór de poortjes van de douane. Bosman is een Kamerlid voor de VVD dat door de fractieleiding was belast met zaken als visserij, waterveiligheid en Antiliaanse zaken – geen thema’s die doen vermoeden dat de VVD-top een grootse politieke carrière voor de oud-F-16-piloot voorziet. Later kreeg hij er, naast het Caraïbische deel van het Koninkrijk, een tweede achtergesteld en gediscrimineerd gebied bij: het Groningen van de gaswinning, nadat de Groningencollega struikelde over een stommiteit.
Er is geen rechtsgrond voor het maken van onderscheid
Bosman is de man die er jarenlang voor gepleit heeft om ‘kansarme bewoners’ van Curaçao, Aruba en Sint Maarten de toegang tot Nederland te ontzeggen. Nadat de van hun stoel gegleden juristen waren opgekrabbeld, legden ze Bosman uit dat er geen rechtsgrond is voor het maken van onderscheid tussen Caraïbische paspoort-Nederlanders en blanke Nederlanders die toevallig aan de Bosmanzijde van de Atlantische Oceaan zijn geboren. Zijn initiatiefwetsvoorstel sneuvelde onlangs roemloos in de Tweede Kamer.
En nu staat Bosman andermaal in de Amigoe omdat hij wil dat de Nederlandse regering ‘de verdere dekolonisatie’ ter hand neemt. Bosman is in het handvest van de Verenigde Naties op een passage gestuit waaruit hij opmaakt dat het de plicht is van de voormalige kolonisator om de ex-kolonie naar onafhankelijkheid te begeleiden. Het stukje waarin staat dat de voormalige kolonie dat wel moet willen – voor de tweede maal in de geschiedenis zo’n land een status door de strot duwen mag begrijpelijkerwijs niet – heeft hij voor het gemak overgeslagen.
Het plannetje haalde de Nederlandse pers nauwelijks. Op de eilanden ontstond begrijpelijkerwijs wat meer commotie over deze variant op ‘flikker de eilanden op Marktplaats’, waarmee ene Hero Brinkman in een grijs verleden kortstondige roem heeft vergaard.
‘Donder op’, schreef een krant terug. Een zuiver-Ruttiaans antwoord dat Bosman gek genoeg niet kan waarderen. Hij vindt de reacties ’emotioneel’ – hét argument van de populist die zijn eigen diarree graag stralend als ‘het realistische geluid’ opdient.
Bosmans voorvaderen moesten zo nodig de piraat uithangen
Terwijl dit de realiteit is: Bosmans voorvaderen moesten zo nodig de piraat uithangen, zich ongevraagd verre buitenlanden toeëigenen, de lokale bevolking uitmoorden, grootschalige mensenhandel bedrijven om die gebieden te exploiteren met gratis werkkrachten, daar eeuwenlang de dikke baas uithangen. ‘Onze manier van leven’, waar je tegenwoordig zoveel over hoort. Maar nu het financieel niet meer uit kan, wil Bosman de boel wegdoen.
Dat gaat zomaar niet. Betalen zullen hij en zijn nazaten, zorg dragen voor een fatsoenlijke levensstandaard en voor innige samenwerking met de rijksgenoten overzee. Die realiteit zal voortduren tot ver na de politieke carrière van André Bosman.
Bron: Volkskrant