28 C
Willemstad
• vrijdag 26 april 2024

Extra | Journaal 24 april 2024

Elke werkdag het laatste nieuws van Extra, nu ook in het Nederlands. Bron: Extra

Democracy now! | Tuesday, April 23, 2024

Democracy Now! is a national, daily, independent, award-winning news program hosted by journalists Amy Goodman and Juan Gonzalez. Democracy Now!’s War and Peace Report provides our audience...

Extra | Journaal 23 april 2024

Elke werkdag het laatste nieuws van Extra, nu ook in het Nederlands. Bron: Extra

Democracy now! | Monday, April 22, 2024

Democracy Now! is a national, daily, independent, award-winning news program hosted by journalists Amy Goodman and Juan Gonzalez. Democracy Now!’s War and Peace Report provides our audience...

Extra | Journaal 22 april 2024

Elke werkdag het laatste nieuws van Extra, nu ook in het Nederlands. Bron: Extra

Democracy now! | Friday, April 19, 2024

Democracy Now! is a national, daily, independent, award-winning news program hosted by journalists Amy Goodman and Juan Gonzalez. Democracy Now!’s War and Peace Report provides our audience...
- Advertisement -spot_img

Opinie | Waartoe in Het Koninkrijk?

HomeAuteursOpiniesOpinie | Waartoe in Het Koninkrijk?

Opinie Etienne Ys

Opinie ex premier Etienne Ys
Opinie ex premier Etienne Ys

Waarvoor? Waarvoor zijn we samen? Waarom hebben hebben de landen tot tweemaal toe (1954 en 2010) er zo uitdrukkelijk voor gekozen om bij elkaar te blijven?
Deze vraag dient centraal te staan bij elk samenwerkingsverband. Dit geldt bijvoorbeeld voor zowel de Europese Unie (economische samenwerking en veiligheid) als bij een voetbalvereniging (voetbalsport bedrijven, wedstrijden winnen).

Zo’n kardinale vraag dient meteen beantwoord te kunnen worden. De vraag is of de landen die het Koninkrijk der Nederlanden vormen in koor meteen een antwoord hierop kunnen geven.

Bij elk willekeurig samenwerkingsverband die in een rechtsvorm is gegoten, bijvoorbeeld bij een voetbalvereniging, staat het doel van het samenwerkingsverband beschreven in de statuten.

Het doel wordt vaak alleen in een (1) artikel beschreven. Indien de statuten bijvoorbeeld 50 artikelen kent dan beslaat de doelomschrijving louter 2% van de totale tekst. De rest van de artikelen (98%) gaan over de omgangsregels binnen een vereniging, ze gaan over de governance.

Bij de vervolmaking van het doel wordt er in de praktijk van samenwerkingsverbanden juist meer tijd besteed aan het doel dan aan governance.

Het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden kan worden gezien als de statuten van de vereniging van landen binnen het Koninkrijk. Waar staat het doel van dit samenwerkingsverband beschreven?

Houden de landen zich voornamelijk bezig met het doel of besteden ze de meeste tijd aan het elkaar wijzen op de gedragsregels van het Statuut? Komen ze bij elkaar om de gemeenschappelijke kansen te bespreken of om steeds geschillen te beslechten?

Stelling: als de landen geen gemeenschappelijk gedragen beeld hebben van hetgene dat ze met elkaar willen bereiken leidt dit alleen maar tot conflicten, ongenoegens en een gespannen relatie. Men bereikt niets met elkaar.

Wat zegt het Statuut?
Het Statuut was het gevolg van een wereldwijde trend naar zelfstandigheid c.q. meer autonomie voor de tot dan toe gekoloniseerde landen. De verbondendheid was sterk genoeg om te voorkomen dat de banden definitief doorgesneden werden. Het Statuut was nodig om dit samenwerkingsverband te regelen (autonome taken vs koninkrijkstaken).

De landen hebben echter met het Statuut veel meer gewild dat alleen maar de omgangsregels (governance) vast te stellen. Het Statuut vertegenwoordigt ook de zingeving van dit samenwerkingsverband.

De memorie van toelichting zegt het volgende: Het tweede deel betreft de onderlinge verhouding der landen als autonome eenheden. De landen hebben rekening met elkander te houden, elkander te helpen en te steunen, zo ideëel als materieel. Ook waar de rechtsband van het Koninkrijk geen werking heeft, is er plaats voor onderlinge samenwerking. De verdere uitbouw van deze samenwerking is van groot gewicht en zal voor een belangrijk deel het karakter van de gemeenschap der landen bepalen.

Een zeer sterke formulering. De landen spreken op een ondubbelzinnige wijze en uit vrije wil uit dat ze elkaar zullen ondersteunen om elkaar beter en sterker maken. Deze samenwerking is bepalend voor het karakter van de gemeenschap.

Daarnaast zien we in de Preambule van het Statuut: …. dat Nederland, Suriname en de Nederlandse Antillen in 1954 uit vrije wil hebben verklaard in het Koninkrijk der Nederlanden een nieuwe rechtsorde te aanvaarden, waarin zij de eigen belangen zelfstandig behartigen en op voet van gelijkwaardigheid de gemeenschappelijke belangen verzorgen en wederkerig bijstand verlenen, ….;

De wil tot samenwerking is neergelegd in de artikelen 36 en 37 van het Statuut:

§ 3. Onderlinge bijstand, overleg en samenwerking

Artikel 36
Nederland, Aruba, Curaçao en Sint Maarten verlenen elkander hulp en bijstand.

Artikel 37
1. Nederland, Aruba, Curaçao en Sint Maarten zullen zoveel mogelijk overleg plegen omtrent alle aangelegenheden, waarbij belangen van twee of meer van de landen zijn betrokken. ….
2. Als aangelegenheden, bedoeld in dit artikel, worden onder meer beschouwd:
a. de bevordering van de culturele en sociale betrekkingen tussen de landen;
b. de bevordering van doelmatige economische, financiële en monetaire betrekkingen tussen de landen;
c. vraagstukken inzake munt- en geldwezen, bank- en deviezenpolitiek;
d. de bevordering van de economische weerbaarheid door onderlinge hulp en bijstand van de landen;
e. de beroeps- en bedrijfsuitoefening van Nederlanders in de landen;
f. aangelegenheden, de luchtvaart betreffende, waaronder begrepen het beleid inzake het ongeregelde luchtvervoer;
g. aangelegenheden, de scheepvaart betreffende;
h. de samenwerking op het gebied van telegrafie, telefonie en radioverkeer.

De memorie van toelichting in samenhang met de artikelen in het Statuut geven weer dat de wens van samenwerking en elkaar sterker maken misschien wel de belangrijkste reden is voor het handhaven van een staatsverband.

Een terugblik op de samenwerking vanaf vóór het Statuut
In de 15de eeuw kwamen de Spanjaarden. Ze noemden de eilanden “islas inutiles” omdat ze geen grondstoffen konden vinden. In 1634 kwam de WIC. De WIC was met name geinteresseerd in de strategische ligging van de eilanden. Curacao en St. Eustatius behoorden onder de WIC al in de 18de eeuw tot de meest welvarende eilanden in de regio.

Adam Smith zegt in zijn Wealth of Nations (1776) het volgende: Curaçoa and Eustatia, the two principal islands belonging to the Dutch, are free ports open to the ships of all nations; and this freedom, in the midst of better colonies whose ports are open to those of one nation only, has been the great cause of the prosperity of those two barren islands;

Na afschaffing van de slavernij (1863) en het mindere succes van de WIC, begon het accent te verschuiven van handel naar hulp (from trade to aid) tot zeker 2010.

In 2010 heeft Nederland de staatsschuld van het voormalig Nederlandse Antillen voor 70% gesaneerd en de ontwikkelingssamenwerkingsrelatie (USONA, AMFO) afgebouwd. Het accent is na 10-10-10 meer komen te liggen op rechtshandhaving, integriteit en financieel toezicht. Er zijn nauwelijks samenwerkingsafspraken op b.v. het gebied van economische ontwikkeling, wetenschap, onderwijs, gezondheidszorg. Frapant is dat er nauwelijks wordt gesproken over de onderwerpen die het Statuut voor ogen had.

Premier Mark Rutte ziet het strategisch belang van de Caribische landen voor het Koninkrijk en heeft in zijn bezoek van 2013 aan deze landen verteld dat hij kansen ziet om samen geld te verdienen: Curaçao is, kortom, samen met de andere landen en eilanden de Caribische hub naar Latijns-Amerika, zoals Nederland dat naar het Europese continent is.

Dat is het unique selling point van ons Koninkrijk. Het linkt twee continenten aan elkaar. En daar kunnen wij allen – Nederland én de eilanden – van profiteren. Helaas is het tot nu toe tot deze uitspraak gebleven.

Ook tussen de Caribische landen zelf is er weinig animo voor samenwerking. De samenwerkingsafspraken die er bestaan zoals het Gemeenschappelijke Hof, OM, politie, Kustwacht, financieel toezicht, gemeenschappelijke centrale bank tussen Curacao en St. Maarten, zijn allemaal onder (zachte) drang van Nederland tot stand gekomen.

Hoe wordt samenwerking in de praktijk ervaren door de verschillende landen?
De Caribische landen zoeken elkaar in de regel alleen op als het gaat om het maken van een vuist tegen Nederland. Als voorbeeld geldt het standpunt van de Caribische landen ten aanzien van de geschillenregeling en de recente aanwijzingen aan de gouverneur.

Voor de rest zijn er vanuit de Caribische landen 0 (nul) samenwerkingsinitiatieven ontplooid. Samenwerking tussen de Caribische landen wordt vaak gezien als een stukje inleveren op de autonomie of het afbraak doen aan een volwaardig land. Daarnaast zien ze elkaar vaak als concurrenten hetgeen samenwerking bemoeilijkt.

De samenwerking met Nederland, en dit is zeker na de aanname van de consensusrijkswetten op 10-10-10 het geval, wordt door de Caribische landen nog meer gezien als een uiting van inleveren op de autonomie. Men wil zo snel mogelijk af van deze rijkswetten.

De houding van Den Haag na 10-10-10 is nu meer: De staatsschuld is gesaneerd, er is financieel toezicht geregeld. Jullie moeten nu je eigen boontjes doppen. Ik bemoei me er alleen mee als het financieel weer uit de hand dreigt te lopen of als er tekenen zijn van wanbeleid en onbehoorlijk bestuur.

Acties vanuit Den Haag hebben zich voornamelijk geconcentreerd op het geven van (onrechtmatige) aanwijzingen aan de gouverneurs om beweerdelijke wanbeleid op het gebied van financien, rechtshandhaving en integriteit tegen te gaan.

Helaas wordt weinig aandacht besteed aan de samenwerkingsgebieden die het Statuut voor ogen had of andere gebieden zoals wetenschap, onderwijs en gezondheidszorg.

Stelling: De wil om echt met elkaar samen te werken lijkt na 10-10-10 aan beide zijden van de oceaan minder te zijn geworden.

Wat te doen?
Er kan een lange lijst worden gemaakt van onderwerpen waarover kan worden samengewerkt en die voordelen biedt voor alle landen van het Koninkrijk. We kunnen, zoals premier Rutte heeft gezegd samen geld verdienen. Maar de landen moeten beginnen om fatsoenlijk met elkaar te praten en naar elkaar te luisteren.

Den Haag moet samenwerking meer zien als een instrument om kansen te creeren en niet om daarmee een belerende houding aan te nemen. De West moet samenwerking zien als een ontplooiingsinstrument en niet als een bedreiging van de autonomie.

Ook Den Haag is onderworpen aan allerlei regels uit Brussel, meer zelfs dan de Caribische landen onderworpen zijn aan Koninkrijksregels. In die zin zijn de Caribische landen autonomer dan Nederland.
Dus laten we beginnen om met elkaar te praten.

Bron: Facebook Etienne Ys

Dit artikel is geplaatst in

1 reactie

  1. Een nuchtere kijk op een ogenschijnlijk onoplosbare problemiek. Motto: zoek wat elkaar verbind en niet wat elkaar gescheiden houd.
    Nu lijkt het meer op een kruiwagen kikkers, die niet alleen alle kanten op willen springen, maar elkaar in die kruiwagen ook nog bestrijden.

Geef een reactie

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in

Zoeken

Recente reacties