Door Dick Drayer
WILLEMSTAD – Nog acht weken en dan valt het doek voor Parada, een doorstroomhuis voor vrouwen die slachtoffer zijn van huiselijk geweld. De stichting Maatschappelijke Zorg en Herstel, die zowel Parada als het enige blijf–van–mijn–lijfhuis op Curaçao exploiteert, hoopt dat het ministerie van Sociale Zaken snel een besluit neemt, want de subsidie vanuit Nederland vervalt op 1 juli.
Marilu Leverock (21) heeft hele andere zorgen.
Zij is in augustus via de Politie en Bureau Slachtofferhulp in Parada terechtgekomen.
Haar leven is dan naar eigen zeggen een chaos.
Dick Drayer zocht de vrouwen van Parada op en maakte de volgende reportage
Familie op Curaçao heeft ze niet, die hebben haar verstoten.
Met haar pleegfamilie is het ook misgegaan.
Ze is slachtoffer van huiselijk geweld en kon vanwege haar zwangerschap nergens meer terecht, behalve op Parada.
Een onderzoek van de Vrije Universiteit in Amsterdam heeft vastgesteld dat de helft van alle vrouwen (51 procent) op Curaçao op een of andere manier te maken heeft gehad met huiselijk geweld.
De belangrijkste risicofactoren voor huiselijk geweld in Curaçao zijn
- de vrouwelijk sekse,
- een jonge leeftijd,
een laag opleidingsniveau
- en slachtofferschap van huiselijk geweld in de kindertijd.
Marilu past op alle aspecten in dit profiel.
‘Normaal’
Alida Samsong coördineert het werk in het Blijf-van-mijn-lijfhuis en Parada. Zij kan niet genoeg benadrukken hoe groot het probleem van seksueel- en huiselijk geweld tegen vrouwen is op Curaçao.
“Vroeger ging ik naar school, naar de Havo.
Dan dacht je: dit is het leven, dit is Curaçao, dit is normaal.
Maar dat is het niet.
Huiselijk geweld is helaas de standaard op ons eiland.”