29 C
Willemstad
• vrijdag 26 april 2024

Extra | Journaal 24 april 2024

Elke werkdag het laatste nieuws van Extra, nu ook in het Nederlands. Bron: Extra

Democracy now! | Tuesday, April 23, 2024

Democracy Now! is a national, daily, independent, award-winning news program hosted by journalists Amy Goodman and Juan Gonzalez. Democracy Now!’s War and Peace Report provides our audience...

Extra | Journaal 23 april 2024

Elke werkdag het laatste nieuws van Extra, nu ook in het Nederlands. Bron: Extra

Democracy now! | Monday, April 22, 2024

Democracy Now! is a national, daily, independent, award-winning news program hosted by journalists Amy Goodman and Juan Gonzalez. Democracy Now!’s War and Peace Report provides our audience...

Extra | Journaal 22 april 2024

Elke werkdag het laatste nieuws van Extra, nu ook in het Nederlands. Bron: Extra

Democracy now! | Friday, April 19, 2024

Democracy Now! is a national, daily, independent, award-winning news program hosted by journalists Amy Goodman and Juan Gonzalez. Democracy Now!’s War and Peace Report provides our audience...
- Advertisement -spot_img

PB | Reactie van Tom Kok op persconferentie CBCS op 13 juni 2016

HomeNieuwsPB | Reactie van Tom Kok op persconferentie CBCS op 13 juni...
CBCS RvC lid Tom Kok boycot CBCS RvC lid Pietersz | Antilliaans Dagblad
Reactie van CBSC RvC lid Tom Kok op de persconferentie van de president van de CBCS Emsley Tromp op 13 juni 2016 | Foto Antilliaans Dagblad

Op Curaçao ben ik in 1957 geboren, hier heb op het Coromoto College gezeten en hier heb ik de eerste elf jaar van mijn leven gewoond.

Na mijn vertrek naar Nederland ben ik marineofficier geworden, heb ik acht jaar gewerkt in directiefuncties voor de Amro Bank en ben ik acht jaar directeur geweest van een verzekeringsmaatschappij. In 2011 ben ik weer naar Curaçao terug geëmigreerd. In februari 2015 ben ik op basis van mijn achtergrond in bankieren en verzekeringen door de Raad van Commissarissen (RvC) van de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten (CBCS) voorgedragen als commissaris en daarna bij landbesluiten van de regeringen van Curaçao en Sint Maarten benoemd. Dit commissariaat voer ik uit naar eer en geweten, waarbij ik sterk voel dat ik toezicht uitoefen namens de bevolking.

Als commissaris heb ik in de media zaken onder ogen gekregen over de president van de CBCS die vragen oproepen. Daaronder ook ernstige beschuldigingen. Er is in 2014 in opdracht van de landsregeringen van Curaçao en Sint Maarten door PWC een onderzoek gedaan naar de instellingen van de CBCS. Dat onderzoek heeft vijftien aanbevelingen opgeleverd. Deze aanbevelingen zijn unaniem omarmd door de Raad van Bestuur (RvB) en de RvC van de CBCS en de landsbesturen van Curaçao en Sint Maarten. Dus dienen deze aanbevelingen te worden uitgevoerd.

De eerste en belangrijkste aanbeveling van PWC luidt dat ernstige beschuldigingen terstond moeten worden onderzocht. In april 2015, vlak na ons aantreden, heeft de president in aanwezigheid van commissaris Lopez en mijzelf verklaard dat hij een onderzoek naar zijn integriteit eiste. Wij waren verbaasd, maar dat is wat hij klip en klaar eiste. En we vonden het een goed plan. Een maand later op 18 mei heeft de RvC tijdens zijn vergadering met aanwezigheid van drie leden unaniem besloten tot dat integriteitsonderzoek. Maar twee weken nadat het besluit was genomen verklaarde de president plotseling dat hij toch niet meer voor het integriteitsonderzoek was. Verzin daar maar eens een verklaring voor. Maar de draai van de president kwam te laat. De beslissing was genomen, de notulen waren door de secretaris opgesteld, die zijn later behandeld in de RvC en goedgekeurd zonder wijziging van het besluit tot het instellen van het onderzoek en tenslotte getekend door de voorzitter en secretaris. Dan staat zo’n besluit.

Het onderzoeksvoorstel is vervolgens meerdere malen rondgestuurd langs alle commissarissen en goedgekeurd en getekend door de voorzitter van de RvC. Dan staat zo’n onderzoek. In de RvC vergadering van 26 juni is herbevestigd dat het onderzoek zou plaatsvinden. In juli 2015 heeft de RvC besloten dat de Raad van Bestuur van de CBCS de aanbetaling voor het onderzoek moest voldoen met drie stemmen voor (Maduro, Kok en Pietersz) en één stem tegen (Lopez). De brief hierover aan de Raad van Bestuur is geredigeerd door commissaris Pietersz en de aanbetaling is vervolgens prompt gedaan door de Bank. Vijf dagen daarna schrijft Pietersz dat er nooit een besluit is geweest om het onderzoek te verrichten en sluit hij zich aan bij de protesterende commissaris Lopez.
Omdat het onderzoek zich ook uitstrekte tot een periode waarin commissaris Pietersz zelf legal counsel was bij de CBCS heeft de RvC in juli 2015 besloten dat ter voorkoming van de schijn van belangenverstrengeling hij niet verder kon deelnemen aan de besluitvorming inzake het onderzoek.

CBCS Raad van Bestuurslid Romero werkte vanaf het begin volledig mee aan het integriteitsonderzoek. De president, RvB lid Hasselmeijer en commissarissen Pietersz en Lopez zijn de uitvoering van dat onderzoek gaan frustreren. De inmiddels op Curaçao gearriveerde onderzoekers werd de toegang tot de Bank geweigerd. In reactie daarop heeft de RvC besloten met twee stemmen voor (Maduro en Kok) en één stem tegen (Lopez) om een kort geding aan te spannen tegen de RvB om de twee weigerachtige RvB leden Tromp en Hasselmeijer via de rechter te dwingen medewerking te verlenen aan het integriteitsonderzoek. Dat was een forse stap, maar onvermijdelijk. Bij professioneel toezicht hoort dat je ernstige beschuldigingen degelijk laat onderzoeken.

Tijdens het kort geding heeft de rechter partijen geadviseerd om met elkaar om tafel te gaan. Dat is gebeurd. In december 2015 is in gesprekken onder leiding van de rechter overeenstemming bereikt tussen de RvC en de RvB over een alternatieve aanpak voor het onderzoek. Maar afspraken die daarbij zijn gemaakt zijn door de RvB nog niet nagekomen. Het kort geding is dus nog hangende.

Alle bovenstaande informatie is overigens publiek gewisseld tijdens de behandeling van het kort geding en kan dus nimmer schending van geheimhoudingsplicht vormen.

Van maart 2015 tot en met februari 2016 is door de RvC alsmaar herhalend gevraagd om de salarisgegevens van de leden van de RvC. Deze gegevens werden direct verstrekt door het RvB lid Romero. Bestuursleden Tromp en Hasselmeijer gaven die informatie niet. Vreemd, want als RvC ga je over de beloning van de RvB. Dat heeft ertoe geleid dat de RvC uiteindelijk in maart dit jaar via de accountant de salarisgegevens heeft ontvangen. Ik pleit ervoor dat de beloning van onze publieke topfunctionarissen in het jaarverslag wordt opgenomen.

De president van de Bank zegt in zijn persconferentie dat er niets aan de hand is en dat alle beschuldigingen vals zijn. Misschien is dat wel zo. Maar misschien ook niet. Ik kan dat pas beoordelen als er onderzoek heeft plaatsgevonden, maar dat laat de President niet toe, hierbij gesteund door Lopez en Pietersz. En dat is verontrustend. In een democratie en in een rechtsstaat is openheid en controleerbaarheid van het grootste belang. Dat betekent niet dat alle informatie in het publieke domein terecht moet komen, zeker niet waar het gaat om vertrouwelijke informatie. Maar het betekent wel dat een systeem van checks en balances slechts kan functioneren als een toezichthouder zonder enig voorbehoud de informatie krijgt die hij nodig heeft om zijn taak uit te oefenen.

Van de zaken bij Ennia ben ik net als iedereen alleen via de pers op de hoogte. Het betreft een serieus onderzoek van De Nederlandse Bank en een ernstige beschuldiging. Inmiddels is op internet een interview verschenen met Rob Henriquez, toemalig directeur van de Centrale Bank van Aruba toen Ennia aan de heer Ansari werd verkocht. In dat interview meldt de heer Henriquez dat deze koop niet koosjer is gegaan. Is dit waar? Ik weet het niet. Als commissaris ga ik er vragen over stellen aan de RvB en eisen dat het terstond verder wordt onderzocht.

Recent heeft de president van het Gerechtshof een brief geschreven over de positie van commissaris Pietersz. De vraag is wat de status is van die brief en op basis waarvan de President van het Hof een juridische opinie heeft afgegeven. Er is niet sprake van een normale, onafhankelijke rechtsgang waarbij iedereen wordt gehoord. Het lijkt er sterk op dat er slechts sprake is van een brief van de President van het Gerechtshof die daarin zijn privé mening uit. Het statuut dat de President van het Hof onder omstandigheden het recht geeft uit de voordracht van de RvC een nieuwe commissaris te benoemen, kent in ieder geval niet aan de President van het Hof de bevoegdheid toe buiten de normale rechtsgang te oordelen over de zittingsduur van een commissaris. Bovendien bestaat het risico dat met deze brief de rechters die over deze kwestie misschien nog moeten oordelen, voor de voeten worden gelopen.

Daarbij is de president ook niet ingegaan op het volgende. Als de president van het Hof een tijdelijke commissaris aanwijst, dan moet dat volgens het Statuut van de Bank gebeuren uit de voordracht van de RvC. Feit is dat dit bij de benoeming van de heer Pietersz indertijd niet is gebeurd. Hij stond niet op de voordracht. Wat betekent dat voor zijn positie? De president noemt in zijn persconferentie dat hij naar De Nederlandse Bank is geweest met de “presidente suplente” van de RvC, de heer Pietersz. Die functie van plaatsvervangend voorzitter bestaat niet in het Statuut. Dus mag je jezelf ook niet zo presenteren.

Er zal in ieder geval duidelijkheid moeten komen over de positie van de heer Pietersz, desnoods doordat de rechter daarover uitspraak doet. Wat voor mij vaststaat is dat ik als commissaris niet kan en mag negeren dat de ministerraad van een van de landen, in dit geval Curaçao, schriftelijk heeft aangegeven dat de heer Pietersz geen commissaris meer is. Totdat daarover, desnoods door tussenkomst van de rechter, duidelijkheid is ontstaan, kan ik niet het risico lopen om geheime informatie van de Centrale Bank te bespreken met de heer Pietersz.

Er zijn dus nog maar twee commissarissen bij de CBCS waarvan de positie niet ter discussie staat. Al sinds juni 2015 bestaat er een voordracht van de RvC voor nieuwe commissarissen. Al maandenlang ligt er een getekend landsbesluit van Curaçao voor de benoeming van Fred Wiel als commissaris. Sint Maarten houdt zijn benoeming tegen. Het Statuut schrijft voor dat als de gezamenlijke ministers van Curaçao en Sint Maarten drie maanden na de voordracht nog niemand hebben benoemd, dat dan de president van het Hof tot benoeming zal overgaan. In september 2015 heeft de RvC dit schriftelijk onder de aandacht van de president van het Hof gebracht. Hij heeft nog steeds niemand benoemd.

De president stelde in zijn persoptreden dat door de CBCS opdracht is gegeven tot een onderzoek naar mij. Dat kan ik bevestigen. In februari 2016 kreeg ik een brief van een advocatenkantoor dat zij in opdracht van de CBCS een onderzoek naar mij deden en of ik op de aantijgingen wilde reageren. De president stelde in zijn persconferentie ook dat ik op de brief van het advocatenkantoor nooit heb gereageerd en ook nooit meer ben verschenen bij de RvC. Dat klinkt niet goed.

Maar dit zijn de feiten: het advocatenkantoor heeft van mijn advocaat op 26 februari een uitvoerig schriftelijk antwoord gekregen dat geen spaan heel laat van de bedenksels van de president. En de president en ik hebben elkaar gewoon ontmoet tijdens de RvC van 2 maart. Na het antwoord van mijn advocaat is het juist van de zijde van de advocaat van de president al drie maanden stil, ondanks ons rappel. Je moet maar durven om dit soort dingen te zeggen als president van de Centrale Bank tijdens een persconferentie. Hoe zullen we het noemen?

In mei is de vast geplande RvC vergadering verschoven naar een datum waarvan ik ruim tevoren had aangegeven niet te kunnen. En twee weken geleden hebben commissaris Lopez en de heer Pietersz de secretaris van de RvC opdracht gegeven niet meer met mij te communiceren. Op deze manier wordt mij het werken als commissaris bemoeilijkt. De legitimiteit van deze opdracht aan de secretaris zal dus zeker nog moeten worden beoordeeld.

Ik ben mij ervan bewust dat wat er in en rond de Centrale Bank aan de hand is gevoelige materie is en verschillende reacties oproept. Maar ik neem mijn toezichtstaak serieus, in het belang van de Centrale Bank. De president is na tientallen jaren in zijn positie niet meer gewend aan kritische vragen. Dus kiest hij voor een verzonnen samenzweringstheorie en een aanval op personen. Als het onderzoek dat in 2015 is gestart gewoon zou zijn uitgevoerd dan zou de beschamende publieke vertoning ons allen bespaard zijn gebleven.

Na circa 500 dagen als commissaris leg ik u het volgende voor. Er heerst een gloeiende explosieve en verlammende situatie binnen de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten. Een oplossing zou kunnen liggen in het opsplitsen van de CBCS door beëindiging van de onderlinge regeling die het bestaan van de Bank een wettige grondslag geeft. De twee economieën hebben weinig contact en weinig gemeen. Sint Maarten is in de praktijk volledig gedollariseerd. Het is best een klus om de bank te splitsen, maar verre te prefereren boven doormodderen. Door de statutaire eis van ‘pariteit’ heeft Curaçao evenveel stem als Sint Maarten, terwijl Curaçao 76 procent van de bank bezit. Dat leidt tot eindeloze impasses en dat is niet gezond.

17 juni 2016
Tom Kok

Bron: persbericht Tom Kok

Dit artikel is geplaatst in

1 reactie

  1. De zoveelste beerput op Curacao en Plasterk blijft maar volhouden dat alles in orde is.
    Er is werkelijk niets op Curacao dat men kennelijk zelf kan besturen zonder dat er sprake is van grof wanbeheer en wanbestuur.
    Ligt het aan een gebrek aan capaciteit ?
    Ligt het aan een gebrek aan integriteit ?
    Ligt het aan een gebrek aan motivatie ?

    Wat het ook is, het is wel de reden dat dit land nergens, maar dan ook helemaal nergens naartoe gaat, anders dan naar de verdommenis.
    Wellicht moeten we maar eens gaan beseffen dat we eigenlijk zelf nergens toe in staat zijn. Dat we een volk zijn dat geleid moet worden i.p.v. zelf leiding te geven. Wat de invulling die wij aan leidinggeven weet te geven heeft meer te maken met het zichzelf bevoordelen ten koste van een groot deel van de bevolking.
    Dus wellicht moet Plasterk maar eens hard ingrijpen en capabele mensen plaatsen op alle bestuursvlakken. Het is noodzakelijk om de rest van de bevolking te beschermen tegen onze huidige klaplopers.

Geef een reactie

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in

Zoeken

Recente reacties