Willemstad/Oranjestad – Een man die op Aruba in de gevangenis (KIA) zit en lijdt aan prostaatkanker is ontvankelijk verklaard door het Hof van Justitie om op kosten van het Land een aan hem voorgeschreven behandeling te ondergaan in Colombia.
Advertentie
Voldoet het Land niet dan wordt er een dwangsom opgelegd van 10.000 florin per dag, tot maximaal 1.000.000 florin.
Dit vonnis is onlangs uitgesproken.
Het Hof heeft vooral onderzocht of de man ontvankelijk was in zijn verzoek.
Daarbij zijn twee overwegingen geweest.
- Ten eerste mag een dergelijk verzoek gedaan worden als het wetboek zelf daaromtrent geen regeling bevat.
Dit is het geval, zo wordt geoordeeld. - Ten tweede moet het gaan om de vraag of er sprake is van een goede strafrechtsbedeling die een dergelijke voorziening dringend noodzakelijk maken.
In het vonnis staat: ,,Naar het oordeel van het Hof moet die vraag bevestigend worden beantwoord.”
Het Hof beroept zich hierbij op het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM).
Hierin ligt het beginsel besloten dat iedere veroordeelde onder humane omstandigheden moet worden gedetineerd, waaronder (onder meer) begrepen een door het Land te verschaffen en te bekostigen adequate medische zorg.
Het Hof oordeelt dat in dit geval de man dringend noodzakelijk medische behandeling behoeft.
Ook vindt het Hof het gerechtvaardigd ‘stevige dwangsommen op te leggen’ omdat ‘het Land zich in weerwil van strekking en geest van de faciliterende beschikking onthoudt van de op korte termijn noodzakelijke medische behandeling’.
In het vonnis wordt de tegenwerking van het Land nog eens onderstreept:
,,Uit de naar het oordeel van het Hof bedenkelijke standpunten van het Land – die er kort gezegd op neer komen dat het wel meevalt met de ernst van de bij de man geconstateerde ziekte (prostaatkanker), en dat er op het Land geen plicht rust om er voor te zorgen dat de man op kosten van het Land de aan hem voorschreven medische behandeling kan ondergaan in Colombia – ziet het Hof grond om het door man verzochte toe te wijzen.
Er zijn geen steekhoudende gronden gesteld of gebleken die een ander oordeel kunnen rechtvaardigen.”
bron: Antiliaans Dagblad
Advertentie