WILLEMSTAD — De Nederlandse tak van accountantskantoor PricewaterhouseCoopers (PwC) heeft vorige week officieel opdracht gekregen tot een ‘toedrachtsonderzoek’ naar de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten (CBCS). Dat blijkt uit een brief van minister van Financiën Jose Jardim aan de Raad van Commissarissen (RvC) van de CBCS.

In de brief, die ook namens de Sintmaartense minister van Financiën Roland Tuitt is gestuurd, staat dat het onderzoek op korte termijn zal starten en een looptijd van drie maanden heeft.
Begin dit jaar maakte de minister al bekend dat PwC Nederland een van de kandidaten was om het onderzoek uit te voeren.
Andere kandidaat was KPMG Nederland.
Er is al heel lang discussie over de inhoud en randvoorwaarden van het onderzoek.
Het is de eerste keer dat dit onderzoek een ‘toedrachtsonderzoek’ wordt genoemd.
In 2011 en 2012 zijn er in de RvC diverse beslissingen genomen over het onderzoek en en wie dit moet uitvoeren, waarbij het bureau Instifin werd aangewezen.
Maar de regeringen van beide vermogensgerechtigden, Curaçao en St. Maarten, besloten in augustus vorig jaar een ander traject te bewandelen.
Er werd afgesproken dat er een ‘operationele audit’ zou worden uitgevoerd naar het functioneren van de CBCS.
Daarbij is zowel de Raad van Bestuur als de RvC onderwerp van onderzoek.
De Curaçaose leden van de RvC spraken daarvoor echter steeds over een ‘integriteitsonderzoek’, met forensische elementen, waarbij vooral de rol van directeur van de CBCS Emsley Tromp zou worden onderzocht in diverse zaken, waaronder zijn handelwijze met het verstrekken van onder meer een obligatielening aan Aqualectra.
Ook was er discussie over de Terms of Reference (ToR) voor de operationele audit.
Curaçao en St. Maarten werden het eerst niet eens over deze ToR.
Uiteindelijk werd tijdens het interim-kabinet Betrian besloten om de Nederlandsche Bank (DNB) de ToR te laten opstellen, dit tot ongenoegen van de Curaçaose leden van de RvC.