Trustkantoren en banken moeten hun klantenbestand door de pas geopende database van de ‘Paradise Papers’ trekken, zo verordonneert toezichthouder De Nederlandsche Bank.

Terwijl banken en prinsessen over elkaar heen buitelen om er afscheid van te nemen, is aan De Nederlandsche Bank (DNB) de ondankbare taak toebedeeld toezicht te houden op trustkantoren. Dit zijn dienstverleners die zich bezig houden met het verstrekken van brievenbus-bv’s aan buitenlandse bedrijven en rijke individuen, doorgaans voor fiscale doeleinden. Een ondankbare taak omdat DNB zelf ook al meermaals heeft geconstateerd dat dit onverbeterbare boevennesten zijn, waarvan het bestaansrecht twijfelachtig is.

Daarin lijkt DNB wel weer wat milder geworden, tegenwoordig zijn die trustkantoren behept met ‘een poortwachtersfunctie voor de Nederlandse economie’.

Het is het type poortwachter waar je in ruil voor een Breezer langs loopt, dat weet iedereen, maar DNB blijft trouw nieuwsbrieven versturen in de hoop dat er iets verbetert. Deze keer met de nogal voor de hand liggende oproep dat ze hun klantenbestand door de Paradise Papers moeten trekken. Ook wordt trustkantoren verzocht hun hits in die Paradise Papers per email te melden bij de toezichthouders. De mailbox zal wel vol lopen bij DNB, zet er maar een server bij.

Overigens geldt dezelfde order voor banken. Die kunnen bij positief resultaat contact opnemen met hun ‘accounttoezichthouder’.

In dezelfde nieuwsbrief voor trustkantoren van DNB lezen we verder een interessant verslag over de implementatie van nieuwe wetgeving. Trustkantoren worden verplicht een tweede bestuurder voor de dagelijkse leiding aan te stellen, met het oog op toenemende regeldruk en de continuïteit van de bedrijfsvoering. Daar zit natuurlijk geen trustbestuurder op te wachten, een pottenkijker die in de weg loopt en vervelende vragen stelt over goed betalende klanten. Het valt DNB ook op.

‘DNB signaleert dat sommige voorgedragen tweede bestuurders een relatief licht bestuurlijk profiel hebben. Vanzelfsprekend beoordeelt DNB iedere voorgedragen bestuurder op zijn of haar merites. In algemene zin wil DNB benadrukken dat de wetgever een volwaardige en gelijkwaardige tweede bestuurder op het oog heeft – en dat verwacht DNB dan ook. Kortom: een bestuurder met gelijkwaardige bevoegdheden, die waar nodig kan en zal ingaan tegen de eerste bestuurder.’

De toezichthouder waarschuwt niet te licht met deze nieuwe eis om te gaan.

‘Als DNB betwijfelt of de tweede bestuurder daadwerkelijk in staat is om in voldoende mate kritisch vermogen te organiseren, kan deze twijfel leiden tot een negatief oordeel ten aanzien van de geschiktheid. Dat is vervelend voor het trustkantoor en voor de betrokken persoon.’