Iedereen is miljonair, maar het land is straatarm. Na jaren crisis en hyperinflatie is er zelfs een tekort aan medicijnen en eten. Miljoenen mensen zijn inmiddels gevlucht.
Het gaat verbijsterend slecht met Venezuela. Door de hyperinflatie is het land compleet in economisch verval geraakt. De bolívar is zo waardeloos geworden dat je voor een kopje koffie meer dan twee miljoen munteenheden neertelt. Het briefgeld wordt gebruikt om handtassen van te weven. Klinkt chic, maar ze worden voor vijf dollars verkocht. Iedereen is miljonair, maar er is een tekort aan eten en medicijnen. Geen wonder dat maar liefst 2,3 miljoen mensen het land hebben verlaten.
Zeventig jaar geleden had niemand kunnen voorzien dat Venezuela zo’n puinhoop zou worden. Het was het rijkste land in Zuid-Amerika, en stond wereldwijd in de top 4. De munteenheid was stabiel en het land welvarend. Maar zeker de afgelopen decennia is het heel hard achteruit gegaan. Hugo Chávez en Nicolás Maduro, twee socialisten met autoritaire trekjes, hebben het land in de economische afgrond gestort. Venezuela was de oudste democratie die na de Tweede Wereldoorlog in een autoritaire staat veranderde.
De vraag is: hoe nu verder? Er worden inmiddels plannen uitgevoerd om de hyperinflatie tegen te gaan. Zo is er een nieuwe munt, de ‘sovereine bolívar’, die indirect aan de enorme olievoorraad gekoppeld is. Venezuela heeft namelijk nog steeds de grootste oliereserves ter wereld. Maar zelfs als de hyperinflatie verdwijnt, zitten ze nog met die enge snorremans opgescheept. Het zal dus nog wel even duren voor Venezuela met beide benen op de grond staat.
Bron: Quote