WILLEMSTAD — “Ik moet ontzettend oppassen dat ik hier niet als een soort alweter uit Nederland ga zitten vertellen hoe het hier gaat”, zo reageerde de Nederlandse minister-president Mark Rutte gisteren op de vraag wat hij vindt van het nieuwe land Curaçao, tweeënhalf jaar na 10-10-‘10. “Het mooie is dat sinds 10-10-‘10 de verhoudingen anders liggen.”
We hebben volgens de Nederlandse premier nu zelfstandige landen die met elkaar samenwerken.
De relatie is nu ‘volwassen’.
“Tot 10-10-‘10 ging die relatie eigenlijk maar over twee dingen”
, zegt Rutte.
“Vanuit Nederland klonk er altijd ‘het kost te veel geld’ en vanuit de eilanden werd geklaagd over teveel restanten van kolonialisme.
Die twee dingen zijn volgens Rutte nu opgelost.
“De landen zijn zelfstandig geworden en de laatste euro’s zijn overgemaakt.”
Rutte heeft veel respect voor ‘hoe Ivar Asjes en zijn team hier bezig zijn om op een aantal hele cruciale aspecten van de Curaçaose samenleving zaken op orde te brengen’.
Het nastreven van goed bestuur, fatsoenlijke overheidsfinanciën en goed onderwijs zijn volgens hem randvoorwaarden voor een zelfstandig land om succesvol te zijn en Asjes is daar volgens hem op gefocust.
Reagerend op specifieke vragen over de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten (CBCS) en de raffinaderij zei Rutte dat er allerlei dossiers zijn, maar dat het aan Curaçao is om met deze zaken om te gaan en dat het ook niet Nederland is dat Curaçao moet aanspreken als het met goed bestuur of de overheidsfinanciën niet in orde is, maar de Rijksministerraad.
Hub-functie
Premier Rutte gaat deze week naar alle eilanden van het Nederlandse Caribisch gebied voor een kennismakingsbezoek, gecombineerd met een handelsmissie.
Voor dat laatste heeft hij in zijn kielzog een zevental Nederlandse bedrijven en de voorzitter van de Koninklijke MKB Nederland meegenomen.
Rutte, in een opgewekte stemming en zeer opgetogen richting Asjes en de pers, benadrukte gisteren dat hij blij is dat het nu niet meer over staatkundige discussies gaat, maar dat het nu de bedoeling is om ‘samen heel veel geld te verdienen’.
Daarbij is zowel Aruba als Curaçao geïnteresseerd om een zogenoemde ‘hub-functie’ te vervullen tussen Nederland en Latijns-Amerika.
Dat betekent volgens Rutte dat daarin enige ‘creatieve spanning’ is en een beetje gezonde concurrentie, maar niet genoeg om samenwerking in de weg te staan, en zoals hij zei;
‘liever het risico dat je iets dubbel doet, dan dat er niks gebeurt’.
Asjes haalde in dezen zijn gesprekken aan met Mike Eman tijdens het Koninkrijksberaad in juni op Aruba.
Daar waren zij tot de conclusie gekomen dat ‘de bolo groot genoeg is voor ons allebei; zowel Aruba als Curaçao kan profiteren van zo’n logistieke hub-functie, een gateway-functie.
Dus we zien elkaar meer als conculega’s dan concurrenten’, aldus Asjes.