Willemstad – Tijdens het symposium van de Soroptimisten, dat vrijdagavond 
plaatsvond, heeft professor Jaime Saleh – tevens minister van Staat en oud-gouverneur van de Nederlandse Antillen – zijn waardering uitgesproken voor oud-gouverneur Frits Goedgedrag.
Nog diezelfde avond hield Goedgedrag op de televisie zijn afscheidsrede.
Sinds afgelopen zaterdag heeft hij officieel zijn werk als gouverneur neergelegd.
Saleh heeft waardering voor de manier waarop Goedgedrag zich staande heeft weten te houden.
,,Een persoon die steeds veel aandacht heeft besteed aan handhaving van waarden en normen van fatsoen en respect voor de medemens en dat ook in zijn levensstijl heeft beleefd en bewezen, is onze gouverneur, mr. Frits Goedgedrag. De onbehoorlijke manier, waarop hij de laatste tijd is bejegend, heeft gevolgen gehad voor zijn gezondheid. Hij zag zich genoodzaakt zijn ambt neer te leggen.”
Saleh noemde Goedgedrag in zijn betoog over geestelijke armoedebestrijding.
Saleh stelt dat geestelijke armoede – door gebrek aan inzicht in waarden en normen – een nog groter effect heeft op de samenleving en in feite nog ernstiger kan zijn dan sociale of materiële armoede.
,,Geestelijke armoede werkt namelijk door in heel ons staatsbestel met alle gevolgen van dien voor onze democratische rechtsstaat, samenleving en de burgers.”
Sommigen belijden met de mond dat zij grote waarde hechten aan waarden en normen van fatsoen, maar gedragen zich in hun dagelijkse leven heel anders, aldus de professor.
,,Zij gaan naar de kerk; bidden tot de almachtige God en vragen hem om vergiffenis; maar komend uit de kerk gaan zij hun medemens grovelijk beledigen, plegen asociale en criminele daden. Hun gedrag in het dagelijkse leven houdt per saldo geen enkel verband met de waarden en normen, waar zij de mond van vol hebben.”
De mens wordt steeds onredelijker, meent Saleh.
,,Onredelijkheid krijgt een enorme macht. Men zou hier zelfs kunnen spreken van de macht van de onredelijkheid. Daarmee hangt samen de verheffing van het eigen belang als richtlijn van het eigen leven. Eigenzinnige zelfontplooiing, persoonlijk welzijn en eigen oordeel over goed en kwaad gaan de dienst uitmaken. Per saldo worden wij dan ook geconfronteerd met een alom heersende geestelijke armoede.”
