Speculaties brengen aankomende projecten in gevaar

WILLEMSTAD — De verschillende olieplatformen die het eiland dit jaar voor bunkeren, bemanningswisseling en reparaties hebben aangedaan, ‘voeren geen illegale of stiekeme olieboringen uit’, aldus Robert van Heulen, directeur van de scheepvaartagent Dammers Shipagencies.

“Er wordt hierover aanhoudend gespeculeerd, wat betreurenswaardig is.
Aangezien dergelijke projecten, met grote internationale rederijen, een enorm positieve spin-off voor het eiland genereren, kunnen dit soort speculaties toekomstige en geplande projecten in gevaar brengen.”

Van Heulen verwijst in dit kader naar het boorschip ‘Maersk Viking’ van Maersk Drilling, die ruim een maand buitengaats voor de zuidkust (schuin tegenover Plaza Hotel) ligt.

“Dit is uiteraard een gerenommeerd internationaal bedrijf, dat natuurlijk niet in verband gebracht wil worden met speculaties over illegale boringen.
Aangezien ook de komst van het zusterboorschip, de ‘Maersk Valiant’, voor 14 juni gepland staat voor een bemanningswisseling en om te bunkeren, menen wij dat dergelijke onjuiste veronderstellingen deze projecten potentieel in gevaar zouden kunnen brengen.
Overigens zal de Valiant, aangemeerd bij de megapier, tien dagen op het eiland doorbrengen”, aldus Van Heulen.

Hij meldt verder dat de Viking nu voor testen soms van ligpositie verandert.
Hierbij worden onder andere de schroeven getest waarvoor het schip verder de zee op gaat om vervolgens voor de aanlevering van mankracht, met barges vanaf wal, een positie dichterbij de kust in te nemen.
Van Heulen legt verder uit dat het verrichten van olieboringen ‘een grote onderneming behelst’.

“Dit doe je niet zomaar stiekem, het is niet even snel een putje slaan. Bij een boring komen bijvoorbeeld immense hoeveelheden modder vrij, wat natuurlijk van ver zichtbaar is.”

De havenmeester, Marlon Laroche, bevestigt herhaaldelijk vragen hierover van de media te hebben ontvangen:

“Omdat de geruchten aanhoudend zijn, is het goed om hierover uitleg te geven.
Er vinden echt geen boringen plaats.
Als dat het geval zou zijn, dan zou dat via de overheid verlopen en zou men dat vanaf de kust al kunnen zien.
Daar komt veel bewegend pijpwerk aan te pas, waarbij de zee ook woelig zou zijn.
Dit zijn immens grote operaties.”

Ingewijden uit de scheepvaartsector stellen ‘deze speculaties niet serieus te nemen’ en menen dat men dergelijke boringen ‘niet zomaar stil zou kunnen houden’.

Van Heulen: “Overigens is het zo dat als men zich ergens zorgen over maakt, men altijd de autoriteiten kan benaderen: de havenautoriteit ofwel de Curaçao Ports Authority (CPA) en de havenmeester, de Maritieme Autoriteit Curaçao (MAC) en zelfs de kustwacht.
Deze autoriteiten staat het natuurlijk vrij om aan boord te gaan van een platform of boorschip.”

Hij wijst er tevens op dat Dammers de afgelopen jaren herhaaldelijk openstond voor vragen over de doorgaans grote projecten, waarbij de geplande bezoeken van boorschepen, boorplatformen, bekabeling- en pijplegplatformen, vaak vooraf bekend werden gemaakt.
MAC-directeur Jan Sierhuis stelt in een korte reactie:

“We hebben niets over olieboringen in de Curaçaose wateren gehoord, noch zijn daar bij MAC, conform de Landsverordening Maritiem Beheer, vergunningen voor aangevraagd.”

Hij verwijst voor verdere informatie naar de minister van Verkeer, Vervoer en Ruimtelijke Planning (VVRP), waar MAC onder valt.
Kustwachtwoordvoerder Roderick Gouverneur meldt dat de kustwacht hierover geen meldingen heeft ontvangen.

“De kustwacht houdt zich hier ook niet mee bezig, wij worden ingeschakeld wanneer het bijvoorbeeld olielekkages betreft die belastend zijn voor het milieu.”

1,6 miljoen dollar
Van Heulen geeft een voorbeeld van de positieve impact van dergelijke projecten, het verblijf van het bekabelingsplatform de ‘Castoro 7’ vorig jaar.
Het platform dat deel uitmaakt van de Saipemvloot, lag toen een halfjaar bij het schiereiland Caracasbaai aangemeerd.

“De Castoro 7 heeft toen 1,6 miljoen dollar aan opbrengsten voor het eiland gegenereerd, onder andere ook haven- en liggelden voor CPA.
Het platform heeft toen een bemanningsverloop van 1000 man gekend.”

De lokale scheepvaartwereld heeft in het verleden meermaals benadrukt naar dit soort grootschalige projecten uit te kijken.
De bemanning, die bij een langer verblijf vaak afgewisseld wordt, neemt gedurende het verblijf diensten af van lokale autoverhuurbedrijven, hotels en horecagelegenheden.
Dergelijke grote platformen slaan grote hoeveelheden proviand en brandstof in en maken vaak gebruik van scheepsreparatie- en transportbedrijven om het benodigde materieel op het eiland te krijgen.

“Zo zijn er door het verblijf van de Castoro 7 in 2013, extra schepen naar Curaçao gekomen, 22 in totaal.
Dit voor sleepwerkzaamheden en het verschepen van het benodigde materieel”, aldus Van Heulen.

Door de goede ervaring met de Castoro 7, heeft Saipem ook het pijplegplatform Castoro 10 meermaals op Curaçao laten aanmeren.

Slechte staat pier
De Castoro 7 ligt weer enkele dagen bij Caracasbaai aangemeerd en zal volgens Van Heulen zeker twee maanden blijven.

“Het kan zelfs zo zijn dat het platform een jaar lang op Curaçao aangemeerd blijft.
Dit is nog niet duidelijk omdat de Castoro 7 ook prijsopgave heeft gevraagd van de Bahama’s en Trinidad.
Dit omdat de kosten hier extra kunnen oplopen door de slechte staat van de pier bij Caracasbaai”, aldus Van Heulen.

Zoals de Amigoe eerder heeft gemeld, heeft Saipem, na eerdere bezoeken, kanttekeningen geplaatst bij het feit dat de pieren bij Caracasbaai een groot gewicht niet meer kunnen dragen, waardoor het aan boord krijgen van materieel met de scheepskranen bemoeilijkt wordt. Vanwege de heersende omstandigheden moeten er vaak barges worden ingehuurd, om dit alsnog mogelijk te maken.

“Maar mocht de Castoro 7 ervoor kiezen om een jaar te blijven, dan kan men aan de hand van de voornoemde opbrengsten uitrekenen hoeveel dit voor het eiland zou genereren.”

Het agentschap verwacht dit jaar nog tussen de vijf en acht extra bezoeken van boorplatformen en schepen te mogen afhandelen.