Willemstad – Met het ontzeggen van de toegang aan secretaris-generaal Sonia Westerveld bij het Ministerie van Onderwijs, is er een nieuwe episode toegevoegd aan de moeizame implementatie van het gratis onderwijs, dat met het oog op nieuwe verkiezingen snel gerealiseerd moet worden.
Topambtenaar Westerveld mag sinds gisteren op instructies van plaatsvervangend minister van Onderwijs Elmer Wilsoe (PS) haar werkgebouw niet meer in gedurende dertig dagen.
In een brief aan Westerveld schrijft de minister dat er ‘vragen zijn over het functioneren’ van de secretaris-generaal, zo laat raadsman W.E. Fortin van Westerveld weten.
Volgens de raadsman heeft zijn cliënt nog niet eerder een schriftelijke waarschuwing van de minister gehad. ,,De voorgaande minister, Lionel Jansen, was vol lof over haar werk.”
De raadsman maakt zich zorgen om de goede naam en reputatie van zijn cliënt in een kleine gemeenschap. Fortin is dan ook benieuwd wat de op- en aanmerkingen zijn over het functioneren van zijn cliënt. Een betrouwbare anonieme bron stelt dat Westerveld een verschil van mening met de minister heeft over de huidige financiering van het gratis onderwijs.
,,De topambtenaar draagt het gratis onderwijs een warm hart toe. Maar tegelijkertijd is het haar taak om daar waar nodig advies uit te brengen over de haalbaarheid van projecten”, aldus de bron.
,,Vergeet niet dat een adviseur moet toezien of de procedures wel conform de geldende wetten en regels gevolgd worden.”
De topambtenaar zou haar zorgen geuit hebben over de onmogelijkheid om het gratis onderwijs structureel te financieren.
Uit onderzoek van het Stichting Overheidsaccountantsbureau bleek vorig jaar al dat het onderwijs een bedrijfsrisico van 160 miljoen kent.
,,Binnen dat kader is de vraag in hoeverre het gratis onderwijs structureel gefinancierd kan worden, geheel legitiem”, aldus de bron.
Plaatsvervangend minister van Onderwijs Wilsoe heeft via overheids-nv Refineria di Kòrsou (RdK) 17,3 miljoen gekregen om het gratis onderwijs voor het huidige schooljaar te implementeren.
Het is niet duidelijk hoe de financiering voor de achtereenvolgende schooljaren geregeld zal worden.
In het verleden hebben zowel juridische als financiële experts gewezen op de bezwaren die aan de snelle invoering van het gratis onderwijs kleven.
Het lijkt erop dat de minister links of rechtsom, met of zonder de secretaris-generaal, aanwijzing, bezuinigingen of niet, het gratis onderwijs coûte que coûte zal doorvoeren.